Wat was de rol van land en energie in de groei van de wereldbevolking naar de huidige 8 miljard mensen? In een boeiende serie afleveringen over bevolkingsgroei liet Nieuwsuur die twee cruciale vragen nagenoeg onbelicht.

“We zitten midden in een bevolkingsexplosie”, begint Nieuwsuur de eerste aflevering van de vierdelige serie ‘De wereld in 2100’. In dit deel richt Nieuwsuur de schijnwerper op een wereld die richting de 11 miljard mensen beweegt. De overige afleveringen heten respectievelijk 'Oneindige megasteden', 'De giganten van Azië' en 'De macht van het getal'.

Waarom explodeert de wereldbevolking?
“Hoe zijn we tot 8 miljard mensen gekomen en groeit de mensheid eigenlijk voor eeuwig door?” vraagt journalist en presentator Eelco Bosch van Rosenthal zich af. Even later beantwoordt hij de tweede vraag zelf: “Bevolkingsexplosies zijn eindig, en deze dus ook." De bevolkingsexplosie begon rond 1800; toen waren er nog zo’n 1 miljard mensen op de wereld. Van Rosenthal vraagt zich af hoe het kan dat we in de laatste 200 jaar zo hard zijn gegroeid.

Zonder ruim beschikbaar voedsel geen bevolkingsexplosie
Als je het hebt over een bevolkingsexplosie, zou het ook over voedsel moeten gaan. Nieuwsuur gebruikt veel demografische termen om de groei te duiden, zoals demografische transitie en geboortecijfer. Woorden als voeding en landbouw zijn nauwelijks in de uitzending te horen. Voedsel blijft buiten beeld.

Dat is teleurstellend, want het is juist de sterk stijgende voedselproductie van de 20e eeuw die de bevolkingsexplosie mogelijk heeft gemaakt. Dat kon dankzij kunstmest. Als we niet hadden ontdekt hoe je dat spul kunt maken door het uit de lucht te concentreren, waren er nu een paar miljard mensen minder geweest. Maar ons aantal groeide. Eerst in Westerse landen. En, vervolgens, kon dankzij de 'Groene revolutie' de bevolking in Azië hard groeien. Realiseer je wel dat er in het midden van de negentiende eeuw nog honger bestond in Europa; beleidsmakers voelden de druk om tekorten tegen te gaan.

Dat is teleurstellend, want het is juist de sterk stijgende voedselproductie van de 20e eeuw die de bevolkingsexplosie mogelijk heeft gemaakt
Megasteden in Afrika
In de tweede aflevering zoomt Nieuwsuur in op de bevolkingsgroei op het Afrikaanse continent. Dat zal rond 2100 zo’n 40% van de wereldbevolking herbergen, en de jongste. Veel van die Afrikanen zullen in megasteden met tientallen miljoenen inwoners wonen. Afrikaanse landen zoals Nigeria en de Democratische Republiek Congo hebben dan meer inwoners dan de Verenigde Staten.

Even lijkt het over voedsel te gaan. Rosenthal vertelt over een stedelijk gebied tussen Abidjan in Ivoorkust en Lagos in Nigeria in 2100. “Een grote aan elkaar gegroeide stad met in het jaar 2100 waarschijnlijk honderden miljoenen mensen verspreid over 5 landen en liefst 800 kilometer lang”, aldus Rosenthal. Volgens Leo van Wissen, hoogleraar economische demografie, krijg je dan enorme uitdagingen op bijvoorbeeld het gebied van voedselvoorziening. Hoe die uitdagingen eruit zien en hoe Afrika voedsel kan produceren of importeren voor een exploderende bevolking, blijft onbesproken.

India en China
De derde aflevering gaat over India en China. Er zijn nu zo’n 1,4 miljard Chinezen en 1,4 miljard Indiërs. Naar verwachting zullen in 2100 nog maar 800 miljoen mensen in China leven. India zal rond 2060 pieken op 1,7 miljard en rond 2100 dalen naar 1,5 miljard.

De demografische termen vliegen je weer om de oren: demografisch dividend, demografische verhoudingen, bevolkingskrimp, vergrijzing. Het leidt tot de conclusie dat China rijk moet worden en die rijkdom delen onder het publiek voordat de bevolking verouderd. Gebeurt dat niet, dan zal de bevolking weer groeien omdat arme mensen meer kinderen krijgen dan rijke. Dat is een onwrikbare demografische wet.

De Chinese welvaart is echter in gevaar omdat de bevolking te snel vergrijsd. Steeds minder werkenden moeten straks voor steeds meer ouderen zorgen. India heeft te maken met een babyboom en een vergrijzing tegelijkertijd. Er zit veel potentieel in de jonge bevolking, maar het onderwijs is nog niet altijd op niveau. “Het zal dus een uitdaging worden voor India om die grote groep jonge mensen effectief in te zetten, te voorzien van onderwijs en banen”, zegt Rosenthal. Over voedsel gaat het ook in deze aflevering niet.

De aflevering raakt ook nog even aan Afrika dat zijn echte potentieel waarschijnlijk pas vanaf 2050 kan vervullen. Dan pas zullen de verhoudingen tussen de werkenden en niet-werkenden in een balans raken. Met beleidsmaatregelen is dat moment met een jaar of tien naar voren te halen.

De serie laat goed zien hoe belangrijk de bevolkingsopbouw is voor de ontwikkeling van een land en hoe demografische ontwikkelingen buiten landsgrenzen voelbaar zijn
Geopolitiek
De laatste aflevering zoomt in op de impact van de bevolkingsgroei op de geopolitieke verhoudingen in de wereld.

Eén keer gaat het even over het voedselsysteem, door Midden Oosten-deskundige Carolien Roelants. De Egyptische bevolking gaat drastisch toenemen, maar in combinatie met de klimaatverandering zal dat tot minder landbouwopbrengsten en dus minder voedsel voor de bevolking leiden. Dat voorspelt weinig goeds.

En nu het vervolg
De serie laat zien hoe belangrijk de opbouw van bevolking en welvaart is voor de ontwikkeling en bevolkingsomvang van een land. Nu nog een televisieserie die laat zien wat de rol van het voedselsysteem was en is in de bevolkingsexplosie en hoe het voedselsysteem zich in de 21e eeuw gaat ontwikkelen. Zonder voldoende land, energie en water waarmee voedsel kan worden geproduceerd, kan van welvaart geen sprake zijn. Het landoppervlakte waarop mensen voedsel kunnen verbouwen krimpt door klimaatverandering. Tegelijk is het maar zeer de vraag of er voldoende duurzame energie beschikbaar is voor de enorme energievraag van rijke samenlevingen. En dan hebben we het nog niet eens over de afnemende zoetwatervoorraad in de belangrijke landbouwgebieden van de wereld.

Tijd voor een vervolg om het publiek voor te lichten over de gevolgen van de bevolkingsexplosie als er niet genoeg energie en voedsel zouden zijn. En hoe groot de kans op zo'n situatie is.

WAARSCHUWENDE GELUIDEN

Charles Hall: een pleidooi voor economie gebaseerd op natuurkunde
In onderstaande video legt ecoloog en energie-expert Charles Hall (Professor Emeritus, State University of New York College of Environmental Science and Forestry, een van de ontwikkelaars van het begrip EROEI) uit dat hij grote twijfels heeft bij de omschakeling naar duurzame energie. Hij verwacht een 'bumpy road ahead'. Heel kort samengevat, komt zijn argument erop neer dat we dankzij fossiele brandstoffen een wereld hebben kunnen maken die zo energie-intensief is dat een geleidelijke omschakeling onmogelijk is omdat het oogsten van energie volgens de wetten van natuurkunde meer energie kost dan het oplevert; dat geldt zelfs voor de oude fossiele wereld.

Economen moeten leren denken als natuurkundigen vindt Hall, omdat ze moeten snappen dat fossiele energie extreem duur moet zijn. Ons leven hangt er vanaf en dat heeft grote waarde voor mensen.
Hall's argument is de facto gelijk aan het argument tegen overconsumptie: we hebben maar 1 aarde maar gebruiken er jaarlijks meerdere. Dat verbruik wordt berekend door World Overshoot Day. Wereldwijd valt die dit jaar op 2 augustus; in de achtste maand heeft de wereldgemeenschap de aarde 'op'. Voor het consumptieve gedrag van Luxemburg valt Overshoot Day al op 14 februari. Het zeer welvarende Hertogdom heeft zijn aandeel in de wereldvoorraden binnen anderhalve maand op, nog eerder dan de VS die er tot 13 maart voor nodig hebben. Nederland houdt het vol tot 12 april en verbruikt daarmee 3,2 aardes als iedereen zo zou leven als wij. Toch overleven we tot nu toe dankzij overvloedig gebruik van betaalbare fossiele energie uit de bodem. Met de bestaande kennis, techniek en beschikbare grondstoffen kan het niet met de te geringe hoeveelheid energie die we op het aardoppervlak kunnen oogsten.

Vaclav Smil: denken in Kwh per vierkante meter
Het werk van Vaclav Smil sluit aan bij het natuurkundige denken van Hall over de technologische, energieverslindende economie waarop de moderne samenleving is gebaseerd. Hij meet de efficiency van energie aan de hand van het aantal vierkante meters dat nodig is voor een daadwerkelijk netto te gebruiken Kwh.

Bij fossiele energie is het landgebruik verwaarloosbaar omdat de energie uit de bodem wordt gehaald.

Duurzame energie wordt op het aardoppervlakte geoogst in het hier en nu, terwijl fossiele energie over tientallen miljoenen jaren in de vorm van plantenresten en micro-organismen is verzameld en in de bodem opgeslagen door de natuur tijdens het Carboon. Wij verbrasten die oogst sinds de uitvinding van de stoommachine in 1764 door James Watt industrieel toepasbaar werd. Dat deden we door steeds nieuwe productie- en consumptietechnologie (denk aan fabrieken die auto's en mobieltjes maken en onze reisgedrag en het - energie-intensieve - afspelen van filmpjes op je smartphone) in een steeds hoger tempo. Omdat de energiebehoefte in een op technologie gebaseerde samenleving en voedselvoorziening voortdurend stijgt en onvoldoende oppervlakte beschikbaar is om zowel de natuur als de voedselvoorziening en energieproductie in stand te houden, loopt volgens Smil onze manier van leven vast. Die constatering is politiek en economisch nagenoeg onverkoopbaar. Daarom, zegt Smil, willen we geloven dat we met nog weer nieuwere technologie de wetten van de natuurkunde toch kunnen verslaan.

Kornelis Blok: investeer en doe zuinig aan, dan lukt het wel
Vanuit Nederland valt een meer hoopgevend geluid te horen. Kornelis Blok van de TU Delft zei recent bij zijn afscheid als hoogleraar dat onze wereld op duurzame energie kan draaien als we maar snel door blijven investeren in de infrastructuur voor energie op basis van zon en wind. Voorwaarde is wel dat we zuiniger met energie omgaan en wegblijven van Jevons Paradox, het bekende fenomeen dat we meer lampen aan doen als die veel zuiniger worden.

Drilling down
Energiespecialist Tad Patzek schreef samen met socioloog-historicus Joe Tainter Drilling Down over de catastrofale milieugevolgen explosie van de Deepwater Horizon olie-explosie in de Golf van Mexico. Het boek zegt net als Hall en Smil dat de fossiele én de duurzame weg doodlopen als we niet proberen onze manier van leven te veranderen. Een samenleving met veel minder stapeling van techno-fixes biedt wellicht een uitweg, maar is niet eenvoudig in een vloeiende beweging te realiseren omdat we te lang zijn doorgegaan op een pad dat ons afhankelijk heeft gemaakt van energietoevoegingen die een negatief gebruikssaldo (lees: natuurkundig meer kosten dan ze ons opleveren) hebben. Tainter schreef in 1990 al over de redenen waarom volgens hem samenlevingen instorten: een hoge mate van complexiteit die los is geraakt van natuurlijke fixes.

Patzek is pessimistisch over het beperken van klimaatverandering. Volgens hem is die niet meer te stoppen omdat het klimaat het resultaat is van een complex systeem met allerlei feedback-effecten. Klimaatverandering is daarom al een feit. Reductie van koolstofemissies zal niet voorkomen dat het complex dat mee reageert het proces van verandering inmiddels autonoom heeft overgenomen.
Dit artikel afdrukken