De vindplaats wordt vooralsnog geheim gehouden, maar de eerste resultaten lekten deze week uit in de pers: een vindplaats met fossielen van de dag dat de wereld een beetje verging. Op de vindplaats: zout- en zoetwaterdieren door elkaar, bijna allemaal met de staart dezelfde kant op, wat op een vloedgolf wijst. De dieren - mensen en hun voorouders waren er nog niet - maakten als het ware hun Pompeï mee. Die Italiaanse stad werd in het jaar 79 grotendeels onverwacht getroffen door een uitbarsting van de Vesuvius en daarom grotendeels intact geconserveerd voor de eeuwigheid.

De dino's zijn niet allemaal in één klap verdampt. In de directe omgeving van Mexico was het kort en pijnloos. Maar hier hebben ze nog even de tijd gekregen
In de versteende hars (dus plantmateriaal,) die nog zacht moet zijn geweest op het moment van de inslag, als in vissenkiewen worden microtektieten aangetroffen. Dat zijn fragmenten aards gesteente die door de inslag van de meteoriet gesmolten zijn, de lucht in geslingerd zijn en tijdens hun val terug naar de aarde stollen. "Dat kan alleen maar betekenen dat die tektieten neerdwarrelden in het water, waar deze vissen ze opslobberden en uit het water filterden," zegt de bij het onderzoek betrokken Nederlandse emeritus hoogleraar geologie Jan Smit van de Vrije Universiteit Amsterdam.

Hoe zit het nu met de dinosauriërs? In het nu te publiceren wetenschappelijke artikel komen ze vrijwel niet voor. Behalve in de vorm van versteende pootafdrukken en een dinosaurusei met foetus erin. Smit: "Ze zijn niet allemaal in één klap verdampt. In de directe omgeving van Mexico was het kort en pijnloos. Maar hier hebben ze nog even de tijd gekregen."

Driekwart van de soorten die de aarde bevolkten ten tijde van de inslag is voorgoed verdwenen
De Volkskrant legt uit hoe dat in zijn werk ging. In de minuten na de inslag van de 10-kilometer grote meteoriet verspreidt zich een schokgolf door een gebied zo groot als Afrika. In de uren daarna ontstaan tsunami's en aardbevingen. Na een kwartier begint de urendurende 'regen' van microtektieten, die bosbranden veroorzaken. In de weken na de inslag wordt het donker: zwavel bindt zich hoog in de dampkring tot SOx, dat samen met het uitgestoten stof zonlicht weerkaatst. Twee maanden lang is het pikkedonker en valt de fotosynthese stil. Wat volgt is een 'nucleaire winter' van 10 tot 50 jaar, het wordt kouder. En daarna wordt het duizenden jaren lang extra warm, waarbij de oceaan verzuurt.

Het gevolg: driekwart van de soorten die de aarde bevolkten ten tijde van de inslag is voorgoed verdwenen. Onder hen: reuzenschildpadden, ammonieten, belemnieten en een groot deel van het plankton. Van de dinosauriërs overleefden alleen de vogels, die via de archaeopteryx tot op de dag van vandaag voortbestaan.
Dit artikel afdrukken