Dat schrijft Eos Wetenschap. Voedingsproducenten zouden verschillende strategieën gebruiken om politiek, media, wetenschap en het publieke debat te omzeilen.

Via zelfregulering en gezondheidscampagnes laten ze de overheid hun goede intenties zien. Maar volgens de New Yorkse hoogleraar Marion Nestle, een wereldautoriteit op het gebied van voedingsbeleid, leiden ze met hun aanpak de aandacht af om de werkelijke rol die bedrijven kunnen spelen bij het voorkomen van kinderobesitas aan de aandacht te laten ontsnappen. De kern draait om niet om de voedingsmiddelen, maar om het veranderen van het voedingspatroon door het aanpassen van het type aanbod waarmee mensen in hun leefomgeving te maken hebben.

Gebrek aan wetenschappelijke fundering voor de negatieve gezondheidseffecten van bepaalde voedingsmiddelen is een veel gespeelde kaart van de kant van fabrikanten om tot daadwerkelijke veranderingen te komen. Voedingsdeskundige Patrick Mullie van de Vrije Universiteit van Brussel (Gezondheid en Wetenschap) formuleert hun tactiek als volgt: "Het argument dat meer onderzoek nodig is, dient vooral als blokkering."

De belangen van wetenschappers, overheid en bedrijven zijn een onontwarbare kluwen. De industrie gedraagt zich als mede-expert en bemoeit zich met voedingstechnische debatten, gezondheidskwesties en de bestrijding van (kinder)obesitas terwijl ze een belang heeft. Bedrijven zijn bovendien de opdrachtgever van wetenschappelijk onderzoek en beïnvloeden daarmee de geluiden die vanuit de wetenschap in omloop komen. "Voedingsbedrijven sponsoren onderzoek als vorm van marketing", zegt Nestle. Daar komt bij dat de salarissen van onderzoeksinstellingen voor een niet onaanzienlijk deel betaald moeten worden uit door de industrie besteld contractonderzoek en zogeheten publiek-privaat onderzoek. Met name in Nederland lijkt de wetenschappelijke bedrijfsvoering sterk afhankelijk van middelen uit de private sector.

Dat laatste is een gevolg van de co-financieringseisen die de overheid stelt aan vele onderzoekspotten die ze ter beschikking stelt. De overheid speelt ook op andere terreinen een dubbele rol. Enerzijds roept bijvoorbeeld de Europese Commissie op tot vermindering van de consumptie van rood vlees te minderen, terwijl diezelfde overheid tegelijk campagnes ter promotie van rood vlees financiert om Europese sectorbelangen te ondersteunen. Zulke tegenstrijdigheden verwarren de consument.

De vermenging van geluiden en verstrengeling van publieke en private belangen is volgens voedingsdeskundige Stefanie Vandevijvere van Sciensano, de Belgische tegenhanger van het RIVM, onvermijdelijk door gebrek aan budget voor de publieke zaak. Het is een ongelijke strijd, zegt ze: "Het marketingbudget van Coca-Cola is bijna even groot als het totale werkingsbudget van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)."

Vandevijvere start een onderzoek naar voorbeelden van beïnvloeding in België. De voedingsdeskundige verwacht een grote machtsrol van de industrie te zullen ontdekken. Haar onderzoek moet beleidsmakers en wetenschappers "van eigen bodem" aanzetten voorzichtiger te zijn.
Dit artikel afdrukken