Een zelfvriezende ijsmachine, in de aanbieding bij mijn Franse Lidl. Zo eentje met een compressor, zodat je niet eerst 24 uur lang je element in de vriezer moet leggen - waar het eigenlijk helemaal niet inpast - en dan nog maar moet afwachten of je ijsmassa wil bevriezen. Een matige ervaring met zo'n eenvoudige machientje had de ijsmachine een behoorlijk aantal plaatsen doen zakken op mijn Franse verlanglijstje. Daar stond'ie namelijk wel op. Met al die heerlijke zomervruchten droomde ik altijd al van gekarameliseerde vijgen met zelfgemaakt vanilleroomijs. Van subtiel lavendelijs. Van verfissend citroenijs. Of van de ultieme watermeloensorbet.

Waarom geen kant-en-klaar ijs gekocht dan? Enerzijds omdat de meeste diepvriesproducten een zomers autoritje van al gauw 25 minuten niet makkelijk doorstaan. Anderzijds omdat zelf ijs maken veel leuker, minstens zo lekker en helemaal niet moeilijk is.

Maar aan die zorg is nu een einde gekomen. Op het aanrecht prijkt sinds een week de Ariete Gran Gelato. Het ding mag sindsdien iedere avond aan de bak. Het basisrecept voor roomijs is simpel: suiker, melk en room (hier in Frankrijk gebruik ik crème fleurette, die bevat 30 procent vet. Nederlandse slagroom is meestal 20 procent). En dan een smaakmaker, zoals vanille of een siroop. Na het eerste geslaagde superromige vanille-ijs (gewoon met wat vanilesuiker), heb ik me meteen gewaagd aan lavendelroomijs. Een sensatie!

Ik maakte eerst mijn lavendelsiroop. De lavendel tiert welig in de tuin en vier of vijf bloemen kan hij prima missen. Zet een kopje water en een kopje suiker op, laat een paar minuten koken tot een heldere siroop, zet het vuur uit en laat de (even van hun takjes geplukte) bloemetjes er een paar uur in trekken terwijl de siroop afkoelt. Daarna ging de Ariete voor me aan het werk: ik deed er 200 ml room in, 50 ml melk en 50 ml van de lavendelsiroop. Het resultaat was een zijdezacht roomijs waarin de lavendel duidelijk proefbaar maar zeker niet dominant was. Dat smaakte naar meer!

Er lagen me ook al een paar dagen wat meloenen toe te lonken. Meloensorbet! In het basisrecept van sorbetijs maak je geen gebruik meer van melk en room, maar van vruchtensap of puree en suikersiroop. Voor de meloensorbet heb ik het vruchtvlees uit een heerlijk geurend Cantaloupe-meloentje gehaald en dat bruutweg met de staafmixer gepureerd. Een beetje '4 épices' (een standaard Frans specerijenmengsel met gember, nootmuskaat, kaneel en kruidnagel) en een eetlepel limoncello erbij om de smaak iets te ondersteunen. Ik had ongeveer 500 ml meloenpuree, die heb ik met 100 ml suikersiroop in de machine gedaan en voilà, na 40 minuten genoten we van pure meloensorbet, lekker gruizig van textuur, een smaak om te zoenen en een meloengeur om verliefd op te worden.

Omdat het zo eenvoudig om met zo'n machine ijs te maken, verheug ik me momenteel iedere dag op een nieuw ijstoetje. Gisteren heb ik 'pecan brittle' gemaakt: pecannootjes geroosterd en daarna met caramel bedekt, die plak in kleine stukjes gebroken (gesneden). Dat bleek heerlijk door het roomijs met extra weinig suiker.

Voor vandaag ligt een watermeloen klaar. Ik vermoed dat ik nog een geklopt eiwit door het (bevriezende) sorbetijs ga doen. Dat is in ieder geval een tip die ik tegenkwam om de consistentie van sorbetijs wat luchtiger te maken.

En voor morgen en volgende week? Ik heb verse gember in huis gehaald. De bramen rijpen langs de wijngaarden. En dan heb ik het over de ijzen op basis van een crème anglaise (met eidooier(s)) nog niet eens gehad!

Welk ijs moet ik zeker ook eens proberen?

NB: ik vond mijn ijsmachien ook bij amazon.fr onder de naam H. Koenig. In Nederland kun je hem vinden bij bol.com. Daar heet hij Unold.

Fotocredits: lavendelijs, Foodlogmedia
Dit artikel afdrukken