Het onderzoek naar het gezond blijven van de verouderende hersenen heeft veel aandacht in de medische zorg. Er is een rechtstreeks verband tussen het groeiend aantal hulpbehoevende dementerende ouderen, hun persoonlijke leed en dat van geliefden, en de belasting van het verzorgingssysteem. Gezond ouder worden betekent ook – en misschien vooral – niet aan een dementerende ziekte ten prooi vallen. Daar is zelf veel aan te doen, want een gezond oud lichaam betekent vaak ook een gezond oud brein.

Teleurstelling
De expertise in de ouderenzorg neemt toe, maar voor alzheimerpatiënten is er zelden goed nieuws. Van alle demeterende ouderen heeft 70% alzheimer. De zoektocht naar een goed werkzaam medicijn levert de ene na de andere teleurstelling op. Er zijn vier medicijnen die voorgeschreven worden in verschillende stadia van alzheimer, maar als ze al aanslaan bij de patiënt is het effect bescheiden en tijdelijk. “Helaas is er nog geen medicijn gevonden dat dementie kan genezen,” schrijft Alzheimer Nederland op de website.

Alzheimer Nederland geeft ook een overzichtelijke tijdlijn van het onderzoek naar de ‘nieuwe volksziekte’. Als er geen afdoende medicatie komt, zal in 2050 het aantal dementiepatiënten in Nederland 600.000 bedragen.

Hartverscheurend
Een artikel in The New York Times over het teleurstellende resultaat van een test met een nieuw medicijn eindigt hartverscheurend. Het medicijn, solanezumab, werd al eerder getest en niet werkzaam bevonden, maar de fabrikant Eli Lilly en de Washington University in St. Louis gaven het niet op. Misschien zou het wel preventief werken bij een specifieke groep jonge mensen met een sterke erfelijke aanleg voor alzheimer (5% van de gevallen), bij wie de ziekte nog niet aangetoond was.

Zo blijkt uit bevolkingsonderzoek dat de volgende factoren het risico op alzheimer vergroten: diabetes, roken, hoge bloeddruk, weinig beweging en hart- en vaatziekten
Vijf jaar lang kreeg de 41-jarige Marty Reiswig uit Denver elke week een verpleegster op bezoek die hem een infuus gaf. Elk jaar ging hij naar de kliniek in St.Louis voor uitgebreide tests. In zijn familie, met de zeldzame genetische afwijking, begon alzheimer gemiddeld op 47-jarige leeftijd. Na vijf jaar kwam het bericht: ook voor hem ging solanezumab niet werken. Aan de lijst van meer dan 300 farmacologische tests van een medicijn tegen alzheimer kon er weer een worden toegevoegd. Twee, want ook het middel gantenerumab van de firma Roche werd in de test aan jonge risicopatiënten gegeven en ook dat bleek het ontstaan van alzheimer niet te remmen.

Amyloid
Het onderzoek naar alzheimer richt zich voornamelijk op de vorming van twee soorten eiwitten in de hersenen, bèta-amyloïd en Tau. Amyloid hoopt zich op in de hersenen, Tau vormt kluwen van draden, beide verstoren de werking van de synapsen in de hersenen via welke de signaaloverdracht loopt. Hoe het alzheimer-proces precies verloopt is onduidelijk, maar het is zonder medicatie onomkeerbaar.

Het is bekend dat de amyloïde plaque die zich in oudere hersenen heeft gevormd - de belangrijkste vermeende oorzaak van alzheimer - onder bepaalde omstandigheden toch verminderd. De vier toegepaste medicijnen doen dat. Een heel gezonde leefstijl ook. Eén van de paradoxen in het alzheimeronderzoek wil dat er ook veel ouderen zijn waarvan de hersenen vol zitten met amyloïde plaque, maar die geen alzheimer hebben.

Metabole oorzaken
Meer en meer kijken hersenonderzoekers naar lichamelijke oorzaken van hersenziekten. Het verouderingsproces en het ontstaan van alzheimer is te vertragen en mogelijk te voorkomen met een eenvoudige remedie: het lichaam gezond houden. De Amerikaanse arts, gezondheidsenthousiast en blogger Peter Attia schreef op zijn site dat er nu eindelijk meer aandacht in het dementieonderzoek komt voor metabole oorzaken.

Hij wees erop dat onder diabetici (type 2) alzheimer gemiddeld vaak voorkomt, en vasculaire dementie nog meer. “Als diabetes type 2 het risico op alzheimer vergroot, dan kan het verlagen van het risico op diabetes type 2 ook het risico op alzheimer verlagen,” schrijft Attia.

Bloedvaten
Attia verwijst naar een groeiende hoeveelheid onderzoek dat glucosemetabolisme in de hersenen noemt als factor in het ontstaan van dementie. De twijfel aan de dominante amyloïdehypothese neemt toe, ook al omdat het onderzoek in die richting zo weinig oplevert: het moet wel iets anders zijn. Diabetes leidt tot slecht functioneren van de bloedvaten, dus ook in de hersenen. Het verband tussen diabetes type 2 en vasculaire dementie is eerder overtuigend aangetoond.

De website van Alzheimer Nederland zegt er dit over: “Veel wetenschappers denken dat amyloid minder goed wordt afgevoerd bij oudere mensen met de ziekte van Alzheimer. Er zijn verschillende onderzoeken die deze theorie ondersteunen. Zo blijkt uit bevolkingsonderzoek dat de volgende factoren het risico op alzheimer vergroten: diabetes, roken, hoge bloeddruk, weinig beweging en hart- en vaatziekten. Deze factoren hebben allemaal geen direct verband met de aanmaak van amyloid. Maar ze hebben wel een negatieve invloed op onze bloedvaten, en daarmee mogelijk op de afvoer van amyloid. Maar of een verminderde afvoer van amyloid echt dé oorzaak is van de ziekte van Alzheimer, is onderwerp van verder onderzoek.”

Een te hoog glucosegehalte en diabetes beschadigen de haarfijne bloedvaten in de hersenen. Samengevat: voorkom diabetes en zorg voor een goede zuurstoftoevoer naar de hersenen
Diabetes type 3
Ook het Diabetes Fonds schrijft op de website over het verband tussen alzheimer en wat ‘diabetes type 3’ is gaan heten. “Sommige onderzoekers”, schrijft het Diabetes Fonds voorzichtig, denken dat insuline ook in de hersenen wordt aangemaakt en daar het glucosemetabolisme regelt. Bij alzheimerpatiënten zou dit verstoord zijn.

In een artikel in JAMA, getiteld ‘In Alzheimer Research, Glucose Metabolism Moves to Center Stage’, worden de nieuwste inzichten van deze richting van het dementieonderzoek op een rijtje gezet. Een te hoog glucosegehalte en diabetes beschadigen de haarfijne bloedvaten in de hersenen. Samengevat: voorkom diabetes en zorg voor een goede zuurstoftoevoer naar de hersenen.

Hippocampus
Dat laatste is bij de een weer gemakkelijker dan bij de ander. Een Duitse onderzoeksgroep bestudeerde de bloedtoevoer naar de hippocampus, het kleine hersenorgaantje dat onder meer geheugenfuncties regelt. Hoe beter de bloedtoevoer naar dat hersendeel, hoe beter het cognitieve functioneren.

Dat bloed stroomt via 1 of 2 adertjes naar de hippocampus. Maar waarom de ene persoon is uitgerust met 1 en de ander met 2 toevoerleidingen, is onbekend. De onderzoekers opperen twee mogelijkheden: genetische voorbestemming of er groeien gedurende het leven meer haarvaten die de hippocampus voeden. Eén blik op de sensationeel gedetailleerde foto’s van de hippocampussen met de delicate bloedvaatjes en we zijn gewaarschuwd: als die maar gezond blijven.
Dit artikel afdrukken