image
Mijn slijterij. De eigenaar, Peter van der Straat*, weet dat een deel van zijn klanten verslaafd is aan alcohol en een deel er ziek van wordt. Ik vroeg hem daar een paar maanden geleden naar en hij verklaarde: "Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun alcoholconsumptie. Ik ben geen dominee." Ik gaf hem gelijk. "Maar het komt je wel goed uit dat je een mogelijk verslavend product verkoopt?" "Dat kan ik niet ontkennen." Bij mijn laatste bezoek, vorige week, bleek de slijterij ingrijpend verbouwd te zijn. De zaak herbergde nu naast de gezellige boel vol plastic druiventrossen, schappen dranken uit de hele wereld, de proeftafel (een wijnton) en de koelkast met koude pils nog een apart gedeelte. Door een met Korintische zuilen geflankeerde deuropening leidde Peter me naar een steriel wit geschilderde ruimte vol spiegels, fitnessapparatuur, sauna en een rauwkost- en mineraalwaterbar. Op de achtergrond klonk new-agemuziek (een kabbelend beekje met panfluittonen) en een zachte rozengeur zweefde door de atmosfeer. In een kring zaten op klapstoeltjes een stuk of 15 mensen: trillende oude mannetjes, verlopen middelbare vrouwen en een enkele wezenloos kijkende puber. In hun midden zat een vrouw van een jaar of veertig in een voor haar figuur net te nauwsluitend verpleegstersuniform met het logo van de slijterij erop. Ondanks haar strenge knotje leesbril herkende ik haar als de vrouw van mijn slijter.

"Mijn ontwenningskliniek", vertelde Peter trots, "Helga is nu bezig met haar groepstherapie. Jouw verhaal van laatst zette me aan het denken. Veel van mijn klanten zijn inderdaad verslaafd, en sommige willen er vanaf. Die kan ik nu ook bedienen. En kijk eens op mijn website: ik heb daar nu ook een MVO-slogan staan: Inspiring people to make healthy choices. Mooi he?!"

"Je verkoopt dus in vol bewustzijn drank die je klanten ongezond maakt, maar je beweert dat je ze inspireert tot een gezond leven?" "Wouter, je moet dat soort teksten niet te letterlijk nemen. Dat is paranoia. Maatschappelijke verantwoordelijkheid betekent niet dat je een bedrijf daarop kunt aanspreken."

Het deed mij denken aan de commercieel directeur van een grote supermarktketen die zei: "Over Obesitas: Als we het mogen verkopen, zullen we het verkopen. Paul Rosenmoller is langs geweest en vroeg ons om het snoep bij de kassa weg te halen. Dat hebben we niet gedaan. En zullen we ook niet doen."

En ik dacht aan de holding van die supermarkt die juist beweert: "Onze bedrijven werken samen om klanten keuzemogelijkheden te bieden voor een gezonde levensstijl en om deze op een eenvoudige, begrijpelijke en inspirerende manier te presenteren. We lopen voorop met initiatieven die een positieve impact hebben op de gezondheidsvraagstukken die in onze markten spelen." Die supermarkt verkoopt dus alles zolang het legaal is, maar poseert daarnaast als strijder voor een gezondere wereld. Zolang het niet ten koste gaat van de omzet.

Mijn slijter las mijn gedachten: "Het is handel, niets anders. En als ik mijn zaak zou sluiten, komt er een ander." "Peter, ik heb onder mijn beste vrienden wapenhandelaren, drugdealers en pooiers. Slechte mensen stuk voor stuk. Maar zij bazuinen niet rond dat ze de wereld aan het verbeteren zouden zijn. Hoe is die sherry overigens?" Mijn slijter: "Verslavend!"


* de namen en gebeurtenissen in dit stuk zijn gefingeerd.
Dit artikel afdrukken