De zalm, die heerlijke vis, is een iconische soort voor de natuur. Bijna iedereen denkt dat die uit onze rivieren is verdwenen door de watervervuiling. Al die vieze fabrieken sinds de Industriële Revolutie. Wij hadden aanwijzingen dat er al wat langer wat aan de hand was en zijn de archieven ingedoken. Zo ontdekten we dat de zalmstand flink achteruit ging, lang voor de stoommachines werden uitgevonden.

Ecoloog-historicus
In de dertiende eeuw was er nog heel erg veel zalm, we schatten wel honderd keer zo veel als aan het begin van de twintigste eeuw. Maar toen al begon de zalmstand terug te lopen. Hoe kwam dat? Als ecoloog bij een waterinstituut was ik daar erg nieuwsgierig naar, maar ik moest een halve historicus worden om het antwoord te vinden. Voor deze studie heb ik meer in archieven gezeten dan in het veld. We bekeken alle bronnen die we konden vinden – pachtovereenkomsten, vergunningen, visveilingverslagen, the Domesday Book – op wat ze zeiden over aantallen en prijzen. Daarnaast hebben we allerlei bestaande, kleine datasets aan elkaar verbonden.

Bewijs voor het verhaal dat dienstboden in hun contracten lieten opnemen dat ze niet te vaak zalm voorgezet wensten te krijgen, hebben we overigens nooit gevonden. Het is een verhaal dat sinds de zeventiende eeuw steeds weer opduikt om te illustreren dat er vroeger zoveel meer zalm was. Er staat hier een goede fles wijn klaar voor wie als eerste een dergelijk contract kan laten zien.

Achteruitgang
Overal in Noordwest-Europa vonden we alleen maar achteruitgang, nooit, in geen enkele periode een stijging, terwijl we tot 1260 zijn teruggegaan. Roel Lauwerier van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed bevestigde onze archiefvondsten met data van visbotjes op archeologische vindplaatsen. In de Middeleeuwen neemt het aantal vindplaatsen van snoekrestanten ineens toe ten opzichte van het aantal vindplaatsen van zalm.

De teruggang van grote roofdieren in Midden-Europa, zoals de wolf, beer en arend, kan mede verklaard worden door de teruggang van de zalm. In feite is de zalmtrek een grote verplaatsing van voedingsstoffen bergopwaarts vanuit de oceaan
Verstoring ecosystemen
De teruggang van grote roofdieren in Midden-Europa, zoals de wolf, beer en arend, kan mede verklaard worden door de teruggang van de zalm. In feite is de zalmtrek een grote verplaatsing van voedingsstoffen bergopwaarts vanuit de oceaan. De toevoer van eiwitten moet ooit gigantisch zijn geweest. Tonnen en tonnen stikstof en fosfaat zijn uit de oceaan de berg op gebracht door migrerende zalmen.

Uitzondering: Schotland
Maar wat heeft er dan toch voor gezorgd dat de zalm verdween? Overbevissing door bevolkingsgroei? Nee, dat kan het niet zijn. In Schotland, waar net zo veel gevist werd als elders bleef de zalmstand op peil – vanaf het jaar 1311 zijn daar data van. De vangsten zijn constant en Schotland werd een exporteur naar Noordwest-Europa toen zalm daar zeldzaam werd. De tolregisters uit Iersekeroord laten dit duidelijk zien. Dan vraag je je af, wat er dan anders was in Schotland als in de rest van West-Europa?

We hebben gekeken naar wat er veranderde in de watersystemen. Vanaf het jaar 1000 zie je dat er overal watermolens gebouwd worden. Het moeten er uiteindelijk tienduizenden zijn geweest. Alleen al in Engeland hebben we vijf-, zesduizend molens kunnen traceren. In Schotland werden veel minder watermolens gebouwd. Bovendien waren de Schotse watermolens van een ander type, dat veel minder impact had op die watersystemen.

Situatie voordat watermolens en dammen werden aagelegd
Situatie voordat watermolens en dammen werden aangelegd. Fotocredits Marjolein van Diejen, Radboud Universiteit


Er blijkt een keurige correlatie tussen de bouw van watermolens en de teruggang van de zalm. Maar wat is een aannemelijk werkingsmechanisme? Correlatie op zich zegt natuurlijk niks. Voor watermolens worden dammen aangelegd, die zijn een hindernis voor zalm die stroomopwaarts zwemt. Zalm kan goed springen, waardoor een aantal dieren de zware tocht naar de paaigronden toch succesvol kan afleggen. Om dan te ontdekken dat hun paaiplaats ongeschikt is geworden.

Omdat de watermolens met hun dammen en vijvers de vaart uit de stroom halen, bezinkt er bovenstrooms veel meer sediment. De grindbedden die de zalm nodig heeft om de eieren in te leggen zijn bedekt met een laag zand en slik.


Na bodem
Situatie bodem na aanleg dammen en watermolens. Fotocredits Marjolein van Diejen, Radboud Universiteit


De toekomst
Helaas denk ik dat om die reden herstelprogramma’s voor zalm niet zoveel op zullen leveren, hoe schoon het water ook is. Het afdammen van beken in het stroomgebied van de grote rivieren heeft de paaiplaatsen blijvend veranderd. De grindbedden die de zalm nodig heeft om te paaien zijn verdwenen onder het sediment en het duurt heel lang voordat de rivieren dat weer hebben weggespoeld. Zelfs als we molens en dammen weghalen blijft dit effect nog eeuwen zichtbaar – er is een soort terrassenlandschap ontstaan. Het zou uiterst kostbaar zijn om dit te herstellen, als het al mogelijk is.
Dit artikel afdrukken