Eén derde van alle ernstig bedreigde plantensoorten kan niet voor de toekomst worden bewaard in zadenbanken, meldt ScienceDaily.
Onderzoekers van de Londense botanische tuinen Kew Gardens ontdekten, dat de zaden van een derde van de bedreigde plantensoorten ter wereld niet bestand zijn tegen het droogproces dat ze moeten ondergaan voor ze kunnen worden ingevroren. Dat maakt het praktisch onmogelijk om voor 2020 75% van de bedreigde plantensoorten voor de toekomst veilig op te slaan, het doel van Global Strategy for Plant Conservation (GSPC).
De onderzoekers stellen dat er daarom nieuwe technieken nodig zijn dan drogen en invriezen bij -20°C, zoals nu gebruikelijk is. Volgens Kew is cryopreservatie daar goed geschikt voor. Bij die techniek wordt de kiem uit zaden gehaald en tot -196°C bevroren met behulp van vloeibare stikstof. De veel lagere temperatuur zou ook helpen om normale zaden langer te kunnen bewaren.
Voor de opslag van zaden bestaat nu de wereldzaadbank in Spitsbergen. Vorig jaar bleek dat deze minder klimaatbestendig dan gedacht. Een van de tunnels overstroomde door smeltend Noordpoolijs.
ScienceDaily - Seed banking not an option for over a third of threatened species
Onderzoekers van de Londense botanische tuinen Kew Gardens ontdekten, dat de zaden van een derde van de bedreigde plantensoorten ter wereld niet bestand zijn tegen het droogproces dat ze moeten ondergaan voor ze kunnen worden ingevroren. Dat maakt het praktisch onmogelijk om voor 2020 75% van de bedreigde plantensoorten voor de toekomst veilig op te slaan, het doel van Global Strategy for Plant Conservation (GSPC).
De onderzoekers stellen dat er daarom nieuwe technieken nodig zijn dan drogen en invriezen bij -20°C, zoals nu gebruikelijk is. Volgens Kew is cryopreservatie daar goed geschikt voor. Bij die techniek wordt de kiem uit zaden gehaald en tot -196°C bevroren met behulp van vloeibare stikstof. De veel lagere temperatuur zou ook helpen om normale zaden langer te kunnen bewaren.
Voor de opslag van zaden bestaat nu de wereldzaadbank in Spitsbergen. Vorig jaar bleek dat deze minder klimaatbestendig dan gedacht. Een van de tunnels overstroomde door smeltend Noordpoolijs.
Niels, dank voor je reactie die als altijd weer heel informatief is. Dat is heel welkom!
Het artikel gaat over het bewaren van alle zaden van alle soorten op aarde. Daar is Kew Gardens samen met andere botanische instituten al jaren mee in de weer en ik volg de conclusie wel dat dat een monsterklus is. Bij geteelde gewassen ligt de situatie heel anders: een beperkt aantal soorten en voor de belangrijkste gewassen een goed in kaart gebrachte diversiteit. Bij gewassen is het beleid al jaren dat de drie strategieën complementair zijn: ex situ (in genenbanken), on-farm (bij boeren) en in-situ (in de natuur). De strategieën hebben hun eigen waarden- en risicoprofielen. Bij ex-situ hebben we geen idee wat er gebeurt met de populaties en is het een lange weg om materiaal bruikbaar te maken om onze gewassen te verrijken. Bij on-farm beheer van diversiteit kunnen we iets beter monitoren wat er gebeurt, maar de laatste tijd realiseren we ons steeds meer dat klimaatverandering ervoor zorgt dat populaties (landrassen) sterk veranderen (en dus bepaalde diversiteit verliezen) en vaak niet meer optimaal aangepast zijn aan de lokale omstandigheden. Aangezien de grootste diversiteit van onze gewassen op het veld staat bij arme boeren in de oorsprongsgebieden van de gewassen betekent dit dat we een mondiaal belang afwentelen op de armste boeren. Pogingen in Ethiopië om boeren te subsidiëren om oude rassen te blijven telen liepen op niets uit omdat hun belang om te blijven selecteren verdween. Genenbanken leveren de beste garantie voor langdurige conservering en beschikbaarheid voor toekomstig gebruik in de veredeling. Blijven telen van diversiteit en effectief natuurbeheer zijn prachtige aanvullingen, waarbij door mutatie ook nieuwe diversiteit kan ontstaan (net als in de laboratoria van veredelaars), maar daarop vertrouwen is niet realistisch.
Bert #7, dat voortborduren op oude rassen via selectie is iets anders dan oude rassen in stand houden. Over het algemeen wordt de diversiteit door selectie kleiner, en dat is volgens mij niet wat men beoogt bij het bewaren van oude rassen. In stand houden is niet zo eenvoudig als je wilt blijven telen.
Frank Eric, terechte vraag.
De beste manier om de natuur in staat te stellen zich aan te passen aan klimaatverandering is: zorgen dat natuurgebieden geen eilanden worden, maar netwerken. De Nederlandse Ecologische Hoofdstructuur is terecht omgedoopt in Nationaal Natuur Netwerk (NNN). En zoiets moet natuurlijk ook op Europese schaal. Soms kunnen we de natuur een handje helpen door transplantatie van soorten.
Hoe kan je oorsprongsgebieden beschermen, als door klimaatsverandering grenzen verschuiven? En er is ook weinig bekend wat al die extra ppm's CO2 doen bij ecosystemen, dus ook in oorsprongsgebieden; zo te zien wordt het rustig 500 ppm en later 600.