Het WWF-rapport noemt een aantal acties die cruciaal zijn voor duurzamer leven en de curve ombuigen. Allereerst moet een verandering plaatsvinden in de productie en de consumptie van voedsel. Er moet genoeg voeding zijn voor iedereen, maar het moet natuurvriendelijk worden geproduceerd. Verder adviseert het WWF "landbouw op kleinere schaal, met minder water en minder chemicaliën die de natuur aantasten". Van even groot belang voor de voedselzekerheid van mensen is "het stoppen van voedselverspilling, het veranderen van onze eetgewoonten en van onze visserijmethoden zodat oceanen kunnen herstellen en kunnen aanvullen wat we eruit halen".

Daarnaast is het essentieel om klimaatverandering te bestrijden. De uitstoot van broeikasgassen moet omlaag en we moeten investeren in duurzame energie uit hernieuwbare bronnen. Ten slotte is het van belang om te investeren in de natuur als oplossing, door voor maatregelen te kiezen die zowel helpen om de biodiversiteit te ondersteunen als klimaatverandering tegengaan of bijdragen aan het beschermen van mensen en dieren tegen de effecten van klimaatverandering.

Bending the curve
In het artikel van Nature staat nagenoeg dezelfde boodschap over de toestand van de relatie tussen natuur, menselijke belangen en de landbouwinformatie. De adviezen klinken echter anders.

Met behulp van scenario’s en modellen onderzocht de auteurs van het Nature-artikel welke maatregelen kunnen leiden tot (een begin van) biodiversiteitsherstel in 2050. “Het meest ambitieuze scenario leidde volgens vrijwel alle combinaties van modellen tot herstel van biodiversiteit, waardoor we meer vertrouwen hebben in de conclusie dat dit inderdaad haalbaar zou moeten zijn”, aldus Aafke Schipper, onderzoeker biodiversiteit bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Radboud Universiteit en mede-auteur van de studie.

Intensivering
De onderzoekers kwantificeren 2 type maatregelen: maatregelen gericht op natuurbescherming en -herstel, en maatregelen die erop gericht zijn de behoefte aan landbouwgrond te verkleinen. Onder die laatste vallen onder andere het duurzaam intensiveren van landbouw, verminderen van voedselverspilling en een verandering in het menselijke consumptiepatroon richting meer plantaardige producten.

Het advies voor intensivering valt op. In Trouw legt de Wageningse onderzoeker Patrick Jansen, tevens columnist voor het dagblad, uit dat het vanuit een Nederlandse blik "vreemd lijkt". In ons land geldt intensieve landbouw juist als oorzaak voor verlies aan biodiversiteit. Volgens Jansen veroorzaakt intensivering in Nederland "meer handel, voor meer vervoer en dus vervuiling". Op wereldschaal verdienen intensivering en productie waar dit het efficiëntst kan echter de voorkeur. Dat vergt immers het kleinste gebruik van land voor de productie van voedsel.

Een collega van Jansen, de Wageningse onderzoeker Hans van Meijl, droeg bij aan het Nature-artikel is even duidelijk over de noodzaak voor intensivering. Van Meijl zegt over de bevindingen: “Als je natuurgebieden wilt beschermen, heb je minder land over voor de landbouw. En dan stijgen de voedselprijzen, terwijl we steeds meer mensen moeten voeden. Dat hangt af van waar je je op richt. Maar als je werkt aan een combinatie van maatregelen, kun je de curve op de goede manier ombuigen en tegelijkertijd de mensen voeden. Dus, als we ons voedselsysteem veranderen, zullen we de natuur moeten beschermen en vice versa.”

Verwarring
Ecomodernist Hidde Boersma betuigde vanmorgen zijn steun aan de uitlatingen van Jansen en het WNF. Boersma is mede-auteur van het boek Meer - waarin aanhangers van een verdere technologische ontwikkeling van de landbouw betogen dat het leven alleen maar beter en rijker wordt voor meer mensen als we technologie omarmen. De opvattingen van de Meer-auteurs liggen dicht aan tegen die van oud-WUR-voorzitter Aalt Dijkhuizen die tegen extensivering van de Nederlandse landbouw blijft pleiten omdat naar zijn mening juist de Nederlandse landbouw een voorbeeld is van de efficiency waarmee de wereld gevoed kan worden. Dijkhuizen legt het accent echter niet op intensivering, maar op productiviteit. Wat hem betreft hebben de duurzaamste boerenbedrijven de beste technische resultaten, zoals een hoge in plaats van een lage melkproductie per koe en goede in plaats van slechte groei en voederconversie bij vleesdieren. Zulke bedrijven produceren voedsel met het kleinste beslag op grond en grondstoffen en de minste uitstoot.

Ook al lijkt het jongste pleidooi voor verduurzaming door intensivering een voortzetting van al decennia oud beleid, volgens het WWF moet het hele voedselsysteem er op korte termijn voor fundamenteel voor "op zijn kop" worden gezet. Het is een boodschap waarvan de verwarring niet erg opvalt omdat in de berichtgeving het accent op het grote biodiversiteitsverlies domineert.

Bending the curve of terrestrial biodiversity needs an integrated strategy
Bron: Wageningen University & Research




Dit artikel afdrukken