Omdat vrij beschikbare vergunningen voor de uitstoot van stikstof in Nederland schaars zijn, hebben het kabinet en de provinciale overheden gekozen voor de overname van vergunde uitstoot vanuit andere sectoren. Dat heet 'extern salderen'. Eenvoudig gezegd komt dat neer op de uitkoop van boeren die veel stikstof uitstoten in de vorm van NH3). De aanpak is juridisch omstreden maar lijkt praktijk te gaan worden.

De meest logische bron voor de inkoop van extern vergunde uitstoot is te vinden in de agrarische sector. Hoewel de boeren hun stikstofuitstoot sinds 1990 met 64% wisten te verlagen, wil de overheid de milieubelasting die de dierhouderij veroorzaakt verder terugdringen. Dat zal het wijken van de nodige boerenbedrijven met zich meebrengen. Daarbij komt dat de agrarische sector nog altijd geldt als 'marktleider' op het gebied van de uitstoot van stikstof. Door de vermenging in stallen van urine en vaste mest, stoot de dierhouderij met name N uit in de vorm van de chemische verbinding NH3 (ammoniak). Deze verbinding geldt als schadelijk als ze zich dicht in de buurt van natuurgebieden vormt, omdat de daaruit vrijkomende stikstof kortbij neerslaat. Stikstof is een meststof en tast de biodiversiteit van de natuur aan door bepaalde soorten vegetatie te favoriseren. Complexe ecosystemen op natuurgronden worden daardoor ontwricht.

Tegelijk blijft Vollenbroek forse reducties eisen van de uitstoot die boeren veroorzaken. Toch trekken boeren bij hem uiteindelijk aan het langste eind
Uitkoop en Europees recht
De Nederlandse vestiging van het Duitse bedrijf E.ON Energy from Waste (EEW) exploiteert van oorsprong kolencentrales. Inmiddels presenteert het bedrijf zich als toonbeeld van duurzaamheid (Nachhaltigkeit in het Duits) en gezond voor mensen en dieren omdat het afval nuttig omzet in energie en geen nieuwe delfstoffen in omloop brengt.

Het energiebedrijf staat nu de facto maar één uitweg open: het overnemen van vergunde ammoniakemissies aan boeren. In de praktijk betekent dat het uit productie halen van boeren. Hun bedrijven hebben geen waarde meer nadat de vergunningen om schadelijke stoffen uit te stoten zijn overgegaan op een andere rechthebbende. Ze kunnen dan immers niet meer functioneren. Dat heeft als bijkomend effect dat er veel boerengrond voor nieuwe bestemmingen vrijkomt.

De gemiddelde ammoniakemissie ligt op circa 70 kilogram NH3 per hectare. De gemiddelde omvang van een melkveehouderijbedrijf ligt op circa 55 hectare. Die ammoniakuitstoot is op te vangen door de uitkoop van ca. 3 boeren. Maar ook voor de reductie van NOx (stikstofoxiden) zijn geen andere kandidaten dan boeren in de markt te vinden. Ter compensatie van stikstifoxiden zal dan ook nog eens een veelvoud aan boeren moeten worden uitgekocht. Vervuilende niet-agrarische bedrijven hebben voldoende middelen en belang bij dergelijke investeringen. In de praktijk stuit die aanpak op problemen om juridische redenen. Europese wetgeving eist dat reductie van stikstofemissies door compensatie met andermans vergunningen uit de buurt moet komen van de natuur die de overnemende partij vervuilt. Het aantal uit te kopen bedrijven zal in de praktijk niet in de buurt kunnen worden gevonden, zodat de openbaar bestuurder die extern salderen toelaat, zich gedwongen ziet een loopje te nemen met het Europese recht.

MOB
De zaak tegen EEW is mede aangespannen door de activistische milieuorganisatie MOB uit Nijmegen. Dagblad Trouw zette de organisatie die geleid wordt door directeur Johan Vollenbroek, onlangs op plek 2 van zijn duurzame Top 100. Net als actieorganisatie Urgenda, gebruikt de organisatie de wet om bedrijven en overheid te dwingen zich strenger aan te passen aan nieuwe tijden dan de politieke praktijk toestaat.

MOB heeft gekozen voor 2 speerpunten: reductie van stikstofuitstoot en het terugdringen van biomassa als brandstof. De keuze tegen stikstof komt behalve uit de zorg om behoud van biodiversiteit, tevens voort uit de negatieve gezondheidseffecten van fijnstof waarmee de uitstoot gepaard gaat. Het motief tegen biomassa is ingegeven door het besef dat vervanging van fossiele brandstoffen door biomassa - een beleid waar Nederland op heeft ingezet om te kunnen voldoen aan de eisen van het Parijse Klimaatakkoord - minder snel groeit dan het energiegebruik, zodat ongebreidelde energieopwekking op basis van biomassa kan leiden tot kaalslag van de aarde. MOB acht vooral de bijstook met pellets gemaakt van speciaal voor dat doel gekapte bomen onacceptabel. Omdat dat juist ook in Nederland gebeurt, gebruikt Vollenbroek zijn juridisch sterke punten tegen bedrijven zonder natuurvergunning om verbranding van biomassa voor energie-opwekking in Nederland zoveel mogelijk te dwarsbomen.

Vollenbroek tegen overhevelingstruuk Staat
Al geruime tijd roept Vollenbroek boeren op om samen met hem te protesteren tegen het verbranden van biomassa. Dat is te begrijpen tegen de achtergrond van het bovenstaande. Het kabinet wil de uitstoot van energiecentrales legaliseren, terwijl het tegelijkertijd streng tegen boeren optreedt vanwege precies dezelfde vervuiling. Wat betreft Vollenbroek, haalt het kabinet dan ook een ordinaire overhevelingstruuk en zelfs boevenstreek uit. Het wil de vergunde uitstoot van de agrarische sector overtanken naar de energiesector, terwijl de natuur in ons land daar niets mee opschiet en de gezondheid van mensen al evenmin; meer NOx-uitstoot is schadelijk voor mensen in de vorm van luchtvervuiling, voor NH3 geldt dat bezwaar niet.

Via het stikstofdossier krijgen de juridische acties van Vollenbroek een zware hand in de energiekeuzen die het volgende kabinet zal gaan moeten maken na het Nederlandse biomassadebacle
MOB ziet de vergunde uitstoot van stikstof dan ook liefst zoveel mogelijk in agrarische handen blijven om daarmee legalisering van de verbranding van biomassa te dwarsbomen. Als Vollenbroek erin slaagt de boeren hun emissievergunningen binnen de agrarische sector te laten houden, creëert hij daarmee perspectief voor de boerensector ten koste van de energievoorziening waarmee het kabinet op een gemakkelijke manier dacht aan 'Parijs' te kunnen voldoen. Tegelijk echter blijft Vollenbroek forse reducties eisen van de uitstoot die boeren veroorzaken. Toch trekken boeren bij hem uiteindelijk aan het langste eind: die eis wordt immers lichter als boeren hun quotum aan vergunningen niet afstaan, maar binnen de sector kunnen houden.

Via de belastingen of de energierekening?
De Brabantse bestuursrechter Maarten Verhoeven schatte onlangs dat Vollenbroek zo'n honderd processen tegen gevallen als EEW heeft opgestart. Zijn kansen op succes zijn met deze case weer verder gegroeid. Daarnaast heeft MOB handhavingsverzoeken lopen tegen vliegvelden zonder natuurvergunning, waaronder niet alleen Leystad maar zelfs Schiphol. "Iedereen snakt naar stikstof”, zegt Vollenbroek.

Een groeiend leger boeren heeft genoeg van al het getouwtrek rond hun sector en wil stoppen als daar goede financiële regelingen voor komen. Omdat het er vanaf hier om gaat spannen, zullen kapitaalkrachtige bedrijven overal in het land boeren tegen hoge vergoedingen willen uitkopen. De 'duurzame' energievoorziening van Nederland zou dat Bonanza kunnen worden zonder dat de Staat een cent hoeft bij te leggen. Het spel tussen MOB en de Staat gaat in essentie dan ook over de financiering van de uitkoop van boeren: gaat het via de belastingen of via de energierekening? Wat Vollenbroek betreft gaat het via de belastingen omdat we als burgers eens in de 4 jaar mee mogen beslissen over de besteding daarvan.

Eén van die beslissingen zal gaan over de vraag waar de energie die Nederland nodig heeft opgewekt gaat worden en uit welke bron. Inmiddels is duidelijk aan het worden dat zon en wind de Nederlandse energiebehoefte niet kunnen dekken. Als we van fossiele brandstoffen en biomassa af willen, dan blijven vormen van kernenergie of import van energie over. Ten aanzien van het laatste is het beleid om geen afhankelijkheid te creëren van grote buitenlandse mogendheden. Via het stikstofdossier krijgen de juridische actie van Vollenbroek dan ook een zware hand in de politiek vermoedelijk controversiële energiekeuzen die het volgende kabinet zal gaan moeten maken na het biomassadebacle. Dat het gebruik van biomassa als energiebron een onverstandig idee is, is door de gerespecteerde SER - en vervolgens de zittende coalitie en de Tweede Kamer - inmiddels immers bevestigd. Collegabedrijf Vattenfall van EEW heeft inmiddels zijn investeringen in energie uit biomassa in Nederland bevroren. Onderwijl kijkt een aantal boeren ongetwijfeld reikhalzend uit naar het aanbod dat andere energiecentrales hen mogelijk gaan doen. Uitkoop via de energierekening zal hen naar verwachting meer opleveren dan de stoppersregelingen van de Staat.

Het vonnis van de rechtbank in Noord-Nederland, gevestigd in Groningen, is hier te downloaden.
Dit artikel afdrukken