De eerste resultaten van het grootste onderzoek ooit naar het menselijk microbioom werpt licht op mogelijke relaties tussen het microbioom en ons voedingspatroon, antibioticaresistentie en onze geestelijke gezondheid.

Drie eerste conclusies
In 2012 startten 3 Amerikaanse wetenschappers het American Gut Project. Hun doel was meer te weten te komen over het menselijk microbioom, in dit geval het samenstel van micro-organismen in ons gehele lichaam.

Ze wilden met name te weten komen hoeveel soorten bacteriën er in ons lichaam leven, waar die zich ophouden en hoe ons voedingspatroon en leefstijl er invloed op hebben. En hoe kun je daar beter achter komen dan door zoveel mogelijk mensen aan je onderzoek mee te laten werken? Dus mobiliseerden ze 'burgerwetenschappers', mensen zoals jij en ik die een bijdrage leveren aan de wetenschap door hun eigen gegevens - en tijd - ter analyse aan te bieden. Niet om ziekten op te sporen of leefstijladviezen te verkrijgen, maar als bijdrage aan een dataverzameling waar anderen voor wetenschappelijke doelen uit kunnen putten.

Een diverser microbioom is niet noodzakelijkerwijs gezonder
Citizen science
De citizen scientists die aan het American Gut Project meededen, konden voor $99 een pakket aanschaffen waarmee ze monsters konden nemen van hun mondholte, huid en poep. Het monsterpakket kwam vergezeld met een vragenlijst naar de algemene gezondheid, eventuele ziekten en voedingsgewoonten. In 2017 hadden al 11.336 mensen uit de VS, Groot-Brittannië, Australië en nog 42 andere landen in totaal 15.096 monsters ingestuurd. Alle monsters werden met verschillende technieken geanalyseerd, en alle daaruit resulterende gegevens zijn als open data - zonder individu-identificerende gegevens - beschikbaar voor verder onderzoek.

In het open acces-tijdschrift mSystems lichten de onderzoekers alvast een eerste tipje van de sluier op. Ze signaleren 3 opvallende patronen. Zo lijkt het er op dat hoe meer verschillende planten we eten, des te gevarieerder de samenstelling van ons microbioom is. Bij mensen die meer dan 30 verschillende soorten planten per week aten, was het microbioom diverser dan bij mensen die het bij 10 of minder soorten hielden. Overigens, merken de onderzoekers meteen op, een diverser microbioom is niet noodzakelijkerwijs gezonder. Een tweede constatering was dat de deelnemers die zoveel verschillende planten per week aten, minder last hadden van antibiotica-resistentie. Dat leidt de wetenschappers tot de speculatie dat mensen die weinig planten eten, wellicht meer vlees eten - van dieren die mogelijk met antibiotica behandeld zijn - of bewerkte producten. Officieel is het in de EU verboden dieren waarvan het vlees nog antibiotica bevat commercieel in omloop te brengen. In de VS wordt nog veelvuldig van antibiotica als groeibevorderaars gebruik gemaakt.

Er lijkt een verband te bestaan tussen de samenstelling van het darmbioom en de geestelijke gezondheid
De derde interessante voorlopige conclusie was dat het er op lijkt dat er een verband zou kunnen zijn tussen de samenstelling van het darmbioom en de geestelijke gezondheid. Dat leiden de onderzoekers af uit de constatering dat mensen met geestelijke problemen (PTSS, schizofrenie, depressie, bipolariteit) een vergelijkbare darmbioomsamenstelling hebben, die anders is dan het darmbioom van hun gezonde controlegroepen (dezelfde leeftijd, land, geslacht en BMI).

'GPS van het microbioom'
De onderzoekers zijn tevreden met hun eerste publicatie. "We vonden een veel grotere diversiteit aan micro-organismen dan eerdere, kleinere onderzoeken", zegt onderzoeker Rob Knight. "De analyse in dit artikel vertegenwoordigt één momentopname, maar uiteindelijk willen we van het maken van een kaart van het microbioom uitkomen bij een GPS van het microbioom, dat je niet alleen vertelt waar je je op die kaart bevindt, maar ook waar je heen wilt gaan en wat je moet doen om daar te komen in termen van voeding, leefstijl of medicijnen".
Dit artikel afdrukken