Van alle Nederlandse landbouwbedrijven doen wijngaardbedrijven het vaakst aan korte-ketenverkoop. Maar liefst 69% van de Nederlandse wijnbedrijven verkoopt producten rechtstreeks of via hooguit één tussenschakel aan de consument. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Op de tweede en derde plaats staan fruitbedrijven (42%) en pluimveebedrijven (17%).
Bij korte-ketenverkoop leveren landbouwbedrijven hun producten direct, bijvoorbeeld via een boerderijwinkel, een zelfpluktuin of een automaat aan de weg, of via een enkele tussenschakel (directe levering aan de horeca), aan de consument. Tien procent van alle Nederlandse boeren levert zijn producten op deze manier. In de biologische landbouw is dat percentage ruim een derde hoger. Vooral Limburgse en Zeeuwse boeren zijn actief in de korte keten, Drentse en Overijsselse boeren het minst.
Varkensbedrijven leveren met 3% het minst vaak producten rechtstreeks aan de consument.

Bij korte-ketenverkoop leveren landbouwbedrijven hun producten direct, bijvoorbeeld via een boerderijwinkel, een zelfpluktuin of een automaat aan de weg, of via een enkele tussenschakel (directe levering aan de horeca), aan de consument. Tien procent van alle Nederlandse boeren levert zijn producten op deze manier. In de biologische landbouw is dat percentage ruim een derde hoger. Vooral Limburgse en Zeeuwse boeren zijn actief in de korte keten, Drentse en Overijsselse boeren het minst.
Varkensbedrijven leveren met 3% het minst vaak producten rechtstreeks aan de consument.

Sytske, de boer bij jou in de buurt is - als ik het goed begrijp - een zgn. vermeerderaar (hij produceert biggen, geen vleesvarkens) die een grondstof levert aan een mester (die van biggen vleesvarkens maakt). Als je het zo wilt bekijken, moet je ook voer als een stap in de keten gaan zien.
#1 Dick,
Moet er voor die korte keten dan niet bekend zijn van welke varkensboer dit vlees afkomstig is?
De varkens van de varkensfokkerij hier in de straat gaan overigens eerst nog naar een varkensmesterij, dus daarvoor geldt nog een stap extra.
Bedenk bij deze cijfers wel dat het gaat om het aantal bedrijven en niet om het volume; fruittelers zetten bijvoorbeeld bij lange na geen 40% van hun oogst direct af.
Boeren die meteen een eindproduct maken (tomaten, tafeleieren) leveren doorgaans via 2 stappen: handel (+ verpakking) en retail.
Zelfs de gemiddelde varkensboer haalt nog geen 3% aan directe verkopen. Zij werken via drie stappen: slachter, vleesverwerker en winkel. Die verwerker is nodig om ham en worst maken (dat gaat niet op de boerderij) en karbonaadjes uit te snijden en verpakken.
Dat is overigens heel efficiënt en mag wel degelijk ook gelden als een korte keten.
Als ik het verkeerd zie, hoor ik het graag.