Een internationaal team van archeologen ontdekte dat in nederzettingen die dateren uit de Steentijd iets ten zuiden van Tbilisi op zelfs een grootschalige manier wijn werd gemaakt. Het is een logische verrassing, als je bedenkt dat de vroegste landbouw om de hoek ontstond, in Anatolië, zo'n 10.000 jaar geleden.

De boeren blijken van druiven te hebben gehouden. Niet alleen versierden ze hun potten en aardewerk met druiventrossen, ook blijkt uit het stuifmeel dat in de opgraving werd gevonden dat de directe omgeving vol moet hebben gestaan met druivenstruiken.

Beschaafder
Stanford University archeoloog Patrick Hunt zegt dat de manier van leven van de Georgische boeren niet heel ver van de onze verwijderd moet zijn geweest.We zouden het herkennen en ons erin kunnen verplaatsen, denkt hij. Ze leefden met belangstelling voor veel meer dan alleen primaire zaken. Wijn maken is geen primaire levensbehoefte en laat volgens Hunt zien dat het latere Neolithicum al veel beschaafder was dan we tot deze vondst dachten.

Bij hun opgravingen van de ronde, elkaar overlappende huizen op de vindplaats, vonden de archeologen potscherven en ook de ronde onderkanten van grote, in de grond ingegraven kruiken. In de potscherven was wijnsteenzuur aantoonbaar, de chemische 'vingerafdruk' van wijn. "De combinatie van deze chemische analyse met de druiventrosdecoraties op de buitenkant van de potten, druivenpollen in de grondmonsters van de opgraving en carbondatering die de vondsten plaatst in de jaren 5800-6000 voor onze jaartelling, maakt van de bewoners van Gadachrili Gora 's werelds eerste wijnboeren," schrijft National Geographic.

Verse wijn
"Ze persten de druiven in de koelere heuvels, lieten het sap daar fermenteren en brachten het in kleinere kruiken naar de nederzettingen als het klaar was om te drinken," zegt Hunts co-auteur Stephen Batiuk. De chemische analyse bracht geen andere stoffen aan het licht, die gebruikt hadden kunnen worden om de wijn houdbaar te maken. Daarom denken de onderzoekers dat de wijn een seizoensdrank was, die 'vers' gedronken werd en geen kans kreeg om te 'bederven' door in azijn te veranderen..

Opvallend is dat de overgang van de mens als jager-verzamelaar naar landbouwer al zo vroeg druiventeelt voor wijnbouw, een luxeteelt, blijkt te hebben opgeleverd. De bewoners van Gadrachrili Gora teelden, kruisten en veredelden de vinis vinifera en ontdekten het wijnmaakproces. Georgische wijnmakers van nu maken nog altijd gebruik van grote keramische kruiken, qvevri genaamd, die ze van binnen met bijenwas bestrijken en tot de nek ingraven. Georgië telt meer dan 500 lokale druivenvarianten, een teken dat er een lange traditie van druiven verbouwen bestaat. De archeologen hopen de moderne afstammeling(en) van de oorspronkelijke neolithische druiven te vinden om daar een experimentele wijngaard mee te kunnen beplanten. Volgens de onderzoekers vindt 99,9% van de wijnen die we vandaag drinken zijn oorsprong op de Kaukasus, het gebied tussen de Zwarte en de Kaspische Zee waartoe behalve Georgië ook Armenië en Azerbeidzjan behoren.
Dit artikel afdrukken