Het barst van de kloppende feiten die een perspectief, keuze of belang verbergen. Juist van feiten die in het geding zijn, wil je weten wat een ander je wil laten denken via zelfs kloppende feiten.
Sinds Trump president is, checkt zelfs Facebook feiten. Dat brengt nieuwe zorgen. Ik check wat feiten.
Of Trumps inauguratie meer mensen naar Capitol Hill trok dan Obama’s eerste is aan de hand van foto’s vast te stellen.
De opwarming van het klimaat is lastiger te controleren. Theoretische modellen rekenen voor dat de temperatuur op aarde zal stijgen. Ze voorspellen wat er zal gebeuren. Omdat verschijnselen optreden die min of meer kloppen bij de voorspellingen, vinden we klimaatverandering een overtuigend wetenschappelijk feit. Sinds een jaar of tien heeft die bewijsvoering een breed draagvlak. Hoe ongemakkelijk dat ook voelt, tegenstribbelaars weten nog altijd feiten in stelling te brengen die de geaccepteerde bewijzen in twijfel trekken.
Argeloze lezers
Onlangs bracht de NRC feiten over brood. Argeloze lezers concludeerden dat gangbaar brood vooral door gebruik van kunstmest net zoveel CO2 uitstoot als een autoritje. Daarom is biologische graanteelt nodig, concluderen eerbare politieke partijen. Hoewel supermarkten inmiddels volop overschakelen op ‘duurzaam’ biologisch, is die gevolgtrekking weinig feitelijk. Zonder kunstmest en fossiele brandstof zouden we niet de bestaande hoeveelheid voedsel en welvaart kennen. Maar geen nood, minder vlees eten zou het tekort dat biologisch laat ontstaan, kunnen opvangen. Iedere kilo vlees minder scheelt immers vele kilo’s plantaardig voer en de bijbehorende CO2-uitstoot. Dat feit horen we dagelijks in de feiten checkende media. Feitelijk zijn echter de voedingswaarden van een verder opgevoerde plofkip en tofu qua energie-efficiëntie vergelijkbaar. Wat verzwegen blijft, is het evidente nut van een stop op consumptief reizen in combinatie met zowel minder kip als tofu eten. Toch hoor je zelden over die twee tegelijk. Dat is jammer want biologisch kan mogelijk beter uit als we extreem consuminderen.
Verschillende achtergronden
Feiten kunnen heel verschillende achtergronden hebben. Er zijn feiten die horen bij het taalgebruik. Je zegt alleen ’het sneeuwt’ als het sneeuwt; als dat niet zo is, word je direct gecorrigeerd. Er zijn feiten die per definitie kloppen; 1+1 kan geen 2,3 zijn omdat dan 101+67 ook geen 168 meer is. Er zijn feiten die belangen legitimeren. ’Mensen steken Kcal zelf in hun mond’ past verkopers van etenswaren en beleidsmakers die voor een swingende economie willen zorgen. Er zijn feiten waarmee mensen hun ethiek willen objectiveren. De uitspraak ’minder vlees is goed voor het klimaat’ verbergt een rechtvaardigheidsopvatting: ‘laat minder dieren lijden’. Er zijn feiten die resulteren uit tests van natuurkundige of biochemische theorieën. Zwaartekracht kun je vaststellen en als feit telkens weer reproduceren. Er zijn feiten waarmee mensen andere feiten willen verdringen, zoals bijvoorbeeld mijn feit dat niet kunstmest maar consumentisme bedreigend is voor het klimaat. Er zijn feiten waarmee mensen van andere mensen iets gedaan willen krijgen, zoals Rutte’s voorkeur voor ’Boer zoekt Vrouw’.
Het barst van de kloppende feiten die een perspectief, keuze of belang verbergen. Juist van feiten die in het geding zijn, wil je weten wat een ander je wil laten denken via zelfs kloppende feiten. De wereld waarin feiten een eigen leven gaan leiden, verschilt minder van die van Trump dan Facebook suggereert. Media moeten checken wiens feiten zij presenteren en wat die personen geloven of willen. Die spade dieper produceert onze toegang tot de werkelijkheid.
Deze tekst verschijnt gelijktijdig in de printeditie van Vork deze week. Hij werd een week voor de jongste Tweede Kamer-verkiezingen geschreven.
Dit artikel afdrukken
Of Trumps inauguratie meer mensen naar Capitol Hill trok dan Obama’s eerste is aan de hand van foto’s vast te stellen.
De opwarming van het klimaat is lastiger te controleren. Theoretische modellen rekenen voor dat de temperatuur op aarde zal stijgen. Ze voorspellen wat er zal gebeuren. Omdat verschijnselen optreden die min of meer kloppen bij de voorspellingen, vinden we klimaatverandering een overtuigend wetenschappelijk feit. Sinds een jaar of tien heeft die bewijsvoering een breed draagvlak. Hoe ongemakkelijk dat ook voelt, tegenstribbelaars weten nog altijd feiten in stelling te brengen die de geaccepteerde bewijzen in twijfel trekken.
Argeloze lezers
Onlangs bracht de NRC feiten over brood. Argeloze lezers concludeerden dat gangbaar brood vooral door gebruik van kunstmest net zoveel CO2 uitstoot als een autoritje. Daarom is biologische graanteelt nodig, concluderen eerbare politieke partijen. Hoewel supermarkten inmiddels volop overschakelen op ‘duurzaam’ biologisch, is die gevolgtrekking weinig feitelijk. Zonder kunstmest en fossiele brandstof zouden we niet de bestaande hoeveelheid voedsel en welvaart kennen. Maar geen nood, minder vlees eten zou het tekort dat biologisch laat ontstaan, kunnen opvangen. Iedere kilo vlees minder scheelt immers vele kilo’s plantaardig voer en de bijbehorende CO2-uitstoot. Dat feit horen we dagelijks in de feiten checkende media. Feitelijk zijn echter de voedingswaarden van een verder opgevoerde plofkip en tofu qua energie-efficiëntie vergelijkbaar. Wat verzwegen blijft, is het evidente nut van een stop op consumptief reizen in combinatie met zowel minder kip als tofu eten. Toch hoor je zelden over die twee tegelijk. Dat is jammer want biologisch kan mogelijk beter uit als we extreem consuminderen.
Media moeten checken wiens feiten zij presenteren en wat die personen geloven of willen. Die spade dieper produceert onze toegang tot de werkelijkheidNog wat feiten. “Het favoriete TV-programma van Rutte is Boer zoekt Vrouw.” Dat is een feit, want hij zei het zelf in het Algemeen Dagblad. Met het oog op de verkiezingen moest Rutte het ‘gewone volk’ bij Wilders weg zien te houden. Normaal zou je hem er vermoedelijk niet over horen; mogelijk jokt hij zelfs. “Mensen die meer Kcal eten dan ze verbranden worden te dik. Aangezien ze die calorieën zelf in hun mond steken, veroorzaken mensen hun eigen overgewicht.” Dat is een feit. Onze minister van VWS vindt het bovendien zo relevant dat ze het als basis voor haar beleid koos. Degelijke sociale wetenschappers schudden echter hun hoofd bij zulke zinloze feiten. Uiteraard gaat ieder pondje door het mondje. Maar, zeggen ze, snap nou toch dat de verleiding van reclame en overal aanwezig grijpklaar en betaalbaar eten en drinken maakt dat die mondjes zo gevuld raken dat hele volksstammen obees zijn.
Verschillende achtergronden
Feiten kunnen heel verschillende achtergronden hebben. Er zijn feiten die horen bij het taalgebruik. Je zegt alleen ’het sneeuwt’ als het sneeuwt; als dat niet zo is, word je direct gecorrigeerd. Er zijn feiten die per definitie kloppen; 1+1 kan geen 2,3 zijn omdat dan 101+67 ook geen 168 meer is. Er zijn feiten die belangen legitimeren. ’Mensen steken Kcal zelf in hun mond’ past verkopers van etenswaren en beleidsmakers die voor een swingende economie willen zorgen. Er zijn feiten waarmee mensen hun ethiek willen objectiveren. De uitspraak ’minder vlees is goed voor het klimaat’ verbergt een rechtvaardigheidsopvatting: ‘laat minder dieren lijden’. Er zijn feiten die resulteren uit tests van natuurkundige of biochemische theorieën. Zwaartekracht kun je vaststellen en als feit telkens weer reproduceren. Er zijn feiten waarmee mensen andere feiten willen verdringen, zoals bijvoorbeeld mijn feit dat niet kunstmest maar consumentisme bedreigend is voor het klimaat. Er zijn feiten waarmee mensen van andere mensen iets gedaan willen krijgen, zoals Rutte’s voorkeur voor ’Boer zoekt Vrouw’.
Het barst van de kloppende feiten die een perspectief, keuze of belang verbergen. Juist van feiten die in het geding zijn, wil je weten wat een ander je wil laten denken via zelfs kloppende feiten. De wereld waarin feiten een eigen leven gaan leiden, verschilt minder van die van Trump dan Facebook suggereert. Media moeten checken wiens feiten zij presenteren en wat die personen geloven of willen. Die spade dieper produceert onze toegang tot de werkelijkheid.
Deze tekst verschijnt gelijktijdig in de printeditie van Vork deze week. Hij werd een week voor de jongste Tweede Kamer-verkiezingen geschreven.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Moest in ander draadje, sorry.
En een rake Grunberg vanmorgen over dat rekenstukje.
Een prachtig stuk over cijfers die we graag als 'feiten' zien, was afgelopen vrijdag in de Volkskrant te vinden. Drie wiskundigen leggen uit dat cijfers ook niets betekenen op zichzelf; je moet ze begrijpen in hun context.
Het is oud nieuws, maar we zijn het vergeten. Een citaat: 'Mensen hebben ook die kwantificatiedrang', zegt Jan Beuving, wiskundige en cabaretier. 'Als er iemand ziek wordt, is het meteen: wat zijn mijn kansen? We willen getallen zien. Getallen zijn op de een of andere manier harder dan woorden. Terwijl ze dat lang niet altijd zijn, benadrukt hoogleraar wiskunde Johan van Leeuwaarden van de TU Eindhoven. 'Ik zie veel stellige uitspraken over getallen die in feite onzeker zijn. Maar die onzekerheden halen de krant niet. Zo ga je heel snel naar: dit is waar.'
Jopie #16, dat alles op google vindbaar is, maakt geen onderscheid tussen feit en fictie. Dat er zoveel uiteenlopende becijferingen bestaan - ook in wetenschappelijke kringen - geeft de complexiteit van de onderwerpen aan. We voelen ons in duurzaamheid gedwongen appels met peren te vergelijken door ze uit te drukken apperen: de CO2-eq.
Je hebt gelijk wat betreft CO2 opslag in bodems, daarover is nog niet genoeg bekend. Anderzijds: het heet 'organische stof gehalte', hetgeen automatisch inhoudt dat het gaat om stoffen met veel koolstof.
#16, Jopie, dank. Je brengt de discussie over 'feiten' precies in het goede spoor. Heel kort samengevat: feiten bestaan, maar zijn het gevolg van een perspectief.
Berg je daarom voor de wereld waarin feiten een eigen leven gaan leiden, want ze hebben een leven dat volledig afhankelijk is van het perspectief. Over dat perspectief moet dus ook altijd het gesprek gaan.
Goed gezien: tofu koos ik omdat het gebruikt wordt in de discussie over kip versus veganisme.
Anderzijds is het waar: kip is de meest efficiënte omzetter van plantaardig voer in vlees. En vergis je ook niet: de hoeveelheid energie die nodig is om van soja of lupine vegetarisch vlees te maken kon nog weleens vies tegenvallen, zo vertellen mij al jaren levensmiddelentechnologen.
De woorden 'vergis je ook niet', zijn een oproep om altijd te vragen naar het andere of rijkere perspectief.
'Welk perspectief bepaalt dit feit' is de vraag die altijd gesteld moet worden. Ik wil benadrukken dat het nonsens is om te stellen dat er geen feiten zijn. Ze zijn alleen veel minder bepalend dan de perspectieven waaruit ze voortkomen.
Ik heb dan ook schrik van een wereld die plotseling weer lijkt te denken dat feiten heilig zijn, terwijl we het moeten hebben over de vraag wat ze betekenen uit wiens mond.
Ik kan rond kip nog een rondje doen. Eet alleen graasrund/graaskoe van land waar het waterpeil niet verlaagd is. Dat zorgt voor veel minder uitstoot en gebruikt beschikbaar areaal goed, want je elimineert het met de mens concurrerende graanrund en je zorgt voor een dier dat een betere intestinale gezondheid heeft en daarom minder antibiotica en minder resisentie-potentieel in de natuur brengt (daar zit immers de grote zorg van dierenartsen inmiddels). Ga over op kip, als je toch vlees wilt eten omdat we dat nodig blijken te hebben (vlees heeft voedingsstoffen die niet in direct geoogste natuurlijke eiwitproducten voorkomen, om die weer technologisch toe te voegen is vermoedelijk veel meer CO2 uitstoot nodig dan we zelfs nog maar begonnen zijn te berekenen omdat we die vraag liever vermijden).
En vervolgens begint het hele feest van perspectieven: eet minder rund, maar 'blijere kip', zei Simone Hertzberger bij het afscheidssymposium dat AH voor haar organiseerde. Dat klopt wellicht bij de huidige consumptie en als we uitgaan van een denken dat alleen naar de CO2-footprint van een gemiddelde ploffer of 'betere kip' kijken, maar niet meer als we iedereen op aarde - zoals de oude Franse koning Hendrik IV zijn onderdanen - een kip op zondag willen kunnen bieden.
Dan moet je je een heel andere vraag stellen (die zie je met zoveel woorden ook in het tekstje hierboven): hoeveel slechter gaat het mensen als ze zich gewoon beperken tot linzen en bonen? Uiteindelijk is het allemaal een kwestie van ethiek waaraan de wetenschap dienend is. We zijn het omgekeerde gaan denken. En om niet mis te worden verstaan zeg ik het nog een keer heel duidelijk: feiten bestaan, het is nonsens om dat te willen ontkennen. Dat neemt niet weg dat feiten geen enkel handelingsimperatief bevatten. Betrouwbaarheid bestaat erin dat steeds weer opnieuw te laten zien.
Toen ik dit stukje inleverde bij hoofdredacteur Joost van Kasteren van Vork, vertelde hij me dat ook hij was geschrokken dat wetenschappers en wetenschapsjournalisten inmiddels schijnen te denken dat feiten voorop staan. Eea naar aanleiding van reacties op het weinig doordachte en van weinig zelfbeschouwingsbagage getuigende voorstel van onze KNAW om toch vooral de feiten te respecteren.