De Wereldgezondheidsorganisatie wil dat boeren en de voedingsindustrie stoppen met het routinematig toedienen van antibiotica als groeibevorderaars of preventief middel om gezonde dieren niet ziek te laten worden van andere.

Deze week kwam de organisatie met nieuwe aanbevelingen. Deze zijn er op gericht de effectiviteit van antibiotica voor menselijk gebruik in stand te houden door onnodig gebruik bij dieren te verminderen. In sommige landen komt 80% van het antibioticagebruik op het conto van de veeteelt. De stijgende vleesproductie drijft het gebruik nog altijd verder op. Wetenschappers waarschuwen al jaren dat dat antibioticaresistentie in de hand werkt. Over het misbruik van zulke geneesmiddelen luidde de WHO al eerder de alarmbel.

Uit een grootschalig onderzoek in The Lancet blijkt dat een beperking van het antibioticagebruik het ontstaan van resistente bacteriën fors reduceert. De WHO gebruikte dit onderzoek voor zijn nieuwe richtlijnen: volledig afschaffen van het gebruik van alle medisch belangrijke antibiotica in de dierhouderij voor ongedifferentieerde preventie of als groeibevorderaar. Gezonde dieren alleen nog preventief behandelen als er zieke dieren in dezelfde populatie zijn en zieke dieren testen zodat het meest effectieve antibioticum wordt ingezet, bij voorkeur uit de categorie 'minst belangrijk voor de menselijke gezondheid'.

Volgens Tedros Adhanom Ghebreyesus, directeur-generaal van de WHO, "is een gebrek aan effectieve antibiotica even gevaarlijke bedreiging als de plotse uitbraak van een dodelijke epidemie. Sterke en langdurige actie in alle sectoren is van levensbelang als we de opmars van resistente bacteriën willen stoppen en de wereld veilig willen houden." Volgens de WHO zijn er alternatieven, zoals betere hygiëne, houderijsystemen, huisvesting en vaccinatieprogramma's. Ook consumenten en investeerders kunnen druk zetten op 'antibioticavrij vlees'. De WHO zelf kan dat namelijk niet.

In Nederland is vaccinatie een alternatief dat op weerstand stuit. We zijn een netto sterk exporterend land. Handelspartners willen ons vlees alleen als het beter is dan de overschotten die andere landen op de wereldmarkt brengen. Gevaccineerd vlees heeft als het ware een residuënnadeel, zoals consumenten dat liever ook niet zien op groente en fruit.
Dit artikel afdrukken