Wereldwijde studie
De wetenschappers onderzochten hoe obesitas zich in de periode 1971 - 2010 ontwikkelde in 69 landen. Ze betrokken 24 hoge-, 27 midden- en 18 lage-inkomenslanden in hun onderzoek. Ze concentreerden zich op het stijgende aanbod van beschikbare calorieën, vooral in de vorm van energierijk voedsel met een grote aantrekkingskracht.
Overaanbod
De onderzoekers stelden vast dat in 56 van de onderzochte landen (81%) zowel de beschikbare calorieën uit voeding als het lichaamsgewicht toenamen. In 45 landen (65%) was de stijging aan beschikbare calorieën groot genoeg om de toename in lichaamsgewicht te verklaren.
Onze studie toont echter aan dat het overaanbod van beschikbare calorieën waarschijnlijk overconsumptie daarvan gemakkelijk in de hand werkt. Dit is op zich al voldoende om de gewichtstoename in de meeste landen te verklarenZo nam van 1971 tot 2008 het aantal beschikbare kilocalorieën per persoon per dag in de VS toe met 768, in Canada met 559 en in Fiji met 550. Deze sterke stijging is vooral toe te schrijven aan vergaand bewerkte - ultraprocessed - voedingsmiddelen. “Die zijn lekker, goedkoop en worden gepromoot. Dat maakt overconsumptie van calorieën erg gemakkelijk”, zegt onderzoeksleider Stefanie Vandevijvere op Medical News Today. In Nederland, waar data van 2000 tot 2009 geanalyseerd werden, nam het aantal beschikbare calorieën in die periode met 51 calorieën per persoon per dag toe.
Verstedelijking
"We weten dat in die periode ook andere factoren veranderden. De verstedelijking, auto-afhankelijkheid en een zittend bestaan namen hand over hand toe. Die factoren zijn mede verantwoordelijke voor de wereldwijde obesitasepidemie” laat Vandevijvere weten. “Onze studie toont echter aan dat het overaanbod van beschikbare calorieën waarschijnlijk overconsumptie daarvan gemakkelijk in de hand werkt. Dit is op zich al voldoende om de gewichtstoename in de meeste landen te verklaren.”
Maatregelen
Volgens Vandevijvere leven we in een omgeving die het voor mensen makkelijker maakt om ongezonde in plaats van gezonde keuzes te maken. Daarom zal volgens haar “het oude recept van overheden”, educatie en bewegen, de obesitasepidemie niet omkeren. De studie raadt daarom aan heffingen door te voeren op suikerhoudende voedingsmiddelen, gezonde voeding te promoten op scholen en junkfood- en kindermarketing te beperken.
Fotocredits: ‘Fast Food’, Sandra Cohen-Rise and Colin Rose’s photostream
Op 5 januari krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
@Wouter, spellingsfout heb ik verbeterd.
Ik redeneer inderdaad wat kort door de bocht, maar ik denk wel dat dit een zwaar onderschat mechanisme is. Zoals bv ook Gary Taubes signaleert; de meeste mensen hebben een redelijk constant gewicht, OF worden stapsgewijs zwaarder; dat wijst er sterk op dat je basaalmetabolisme allerlei variaties in je voedselconsumptie afbuffert.
Martijn, interessant, maar is die laatste "=" niet stelliger dan klopt c.q. je bedoelt? Moet het niet zijn: minder dan evenredige/verwachte gewichtstoename?
Spellingspuntje: moet fosoylering niet zijn: fosforylering?
@Eva, #6. Je herhaalt een bekende mening, maar de vraag is of die mening klopt -in ieder geval bedoelde ik iets anders.
Los van bewegen; je baasaalmetabolisme (in rust) is NIET constant. Vaak wordt net gedaan alsof dat zo is, maar het is gewoon niet waar. Je basaalmetabolisme wordt aangepast aan je energie-inname; het is de belangrijkste oorzaak van de zogenaamde 'spaarstand' en jojo-effect.
Een simpel maar belangrijk onderdeel ervan is thermogenese door lever en bruin vet: het verbranden van vet/suiker/acetyl-CoA zonder oxidatieve fosforylering en ATP-vorming. Dit proces wordt aangestuurd door schildklierhormoon (mensen met een trage schildklier komen daarom aan, los van bewegen en dieet).
Kortom, meer eten = oa. meer schildklierhormoon = meer thermogenese = hoger basaalmetabolisme = constant gewicht.
Martijn #5 ik denk dat dit te maken heeft met het feit dat er steeds meer geautomatiseerd is. Men verricht minder arbeidsintensief werk, en ook het vervoer is minder inspannend (het ov en de auto i.p.v. de fiets of lopend). Verder zaten we vroeger niet massaal voor de tv en achter de computer.
Als we meer eten zou dat kunnen komen doordat we meer nodig hebben, wat zou kunnen komen doordat we meer bewegen. Dit zou dan inderdaad betekenen dat 'het extra inkomen' wordt omgezet 'extra uitgaven'. Het omgekeerde is echter waar. Ik heb nog geen studies gelezen waarin werd beweerd dat we tegenwoordig meer bewegen dan vroeger.
Mensen met een hoog inkomen zetten dat extra inkomen om in spaargeld; hun bankrekening groeit gestaag. De hoogte van de spaarrekening correleert met inkomen.
Iedereen weet dat dit onzin is; extra inkomen wordt niet of hoogstens deels omgezet in spaargeld: het wordt vooral uitgegeven.
Waarom denken we dan, dat extra 'calorie-inkomen' alleen maar kan worden omgezet in vet op de lichaamsspaarrekening? Waarom wordt de optie 'extra uitgaven in de vorm van hogere activiteit' niet serieus genomen?