Premier Mark Rutte maakte gisteren per brief bekend een aantal wetsvoorstellen in te trekken die nog stammen uit zijn vorige kabinet. De brief vermeldt ook de Interimwet veedichte gebieden. Het voorstel van het oude ministerie van EZ (thans Landbouw) wilde provincies de bevoegdheid geven om de veehouderij decentraal - per provincie - te reguleren. De bevoegdheden van de provincie zou hebben betekend:
- het vaststellen van een programma ‘leefomgeving en veehouderijen’ (plv) met daarin doelstellingen over in ieder geval:
- het maximum aantal landbouwhuisdieren in het plv-gebied;
- het maximum aantal landbouwhuisdieren op een veehouderijlocatie in het plv-gebied;
- het maximum aantal veehouderijlocaties in het plv-gebied;
- het vaststellen van een verordening voor het bereiken van deze doelstellingen.

Om de te benoemen doelstellingen te bereiken, moesten de provincies beleidsdoelen en maatregelen vaststellen. Het ontwerpwetsvoorstel bevatte geen normen zodat de provincies geheel vrij waren in het vaststellen en handhaven daarvan. Agrarisch advocaat Franca Daamen formuleerde op haar website een fundamenteel bezwaar tegen het ingetrokken voorstel. Damen: "Veehouderijen kunnen alleen investeren in emissiereducerende maatregelen als dat economisch verantwoord is. Daarvoor is over het algemeen een schaalvergroting nodig. Maar die wordt met de Interimwet veedichte gebieden juist onmogelijk gemaakt. Doordat veehouderijen dan niet zullen kunnen investeren in emissiereducerende maatregelen, zal geen verduurzaming plaatsvinden en (dus) geen verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Daarom zal de Interimwet veedichte gebieden een averechts effect hebben."
Rijksoverheid - Kamerbrief over lijst in te trekken wetsvoorstellen
  • Deel
Druk af