Deze week staat het stiktstofbeleid in de Nederlandse politiek centraal in de belangstelling. De boeren keren Den Haag de rug toe en gaan morgen, 22 juni, protesteren in Stroe. Nico Gerrits analyseert de zin van het beleid. Aan de hand van het habitattype 'droge heide' vraagt hij de overheid welk effect zij verwacht van haar strenge maatregelen om de effecten van stikstofemissies op de belangrijke natuurgebieden te beperken.
Aan de hand van habitattype H4030 - 'Droge heide' - kunnen we de relatie tussen de stikstofdepositie en de atmosferische concentratie van ammoniak beoordelen. Dat kan aan de hand van gegevens van drie gebieden waar het type ruim voorhanden is: de Natura2000 gebieden Vecht en Beneden Regge, Sallandse heuvelrug en Veluwe.
In het geanalyseerde deel van het gebied Vecht liggen twee meetpunten van het Meetnet Ammoniak in Natuurgebieden (MAN), met in 2020 de meetwaarden 7,6 en 7,8 µg NH3/m3. In het gebied Sallandse heuvelrug bedraagt de gemiddelde waarde van 4 meetpunten rondom de Droge heide die vooral langs de buitenrand van het gebied liggen 5,35 µg NH3/m3. In het gebied Veluwe is de Droge heide geanalyseerd voor de Rozendaalse heide met atmosferische concentraties van respectievelijk 3,6 en 3,9 µg NH3/m3.
Daarvoor heb ik uitsluitend gebruik gemaakt van gegevens uit hexagonen (officiële gebiedsaanduidingen) met een volledige bedekking (1 hectare) door Droge heide. Die gegevens zijn de berekende achtergrond depositie van stikstof, die bestaat uit verschillende componenten. Het gaat om natte depositie van ammonium en nitraat, en droge depositie van ammoniak en stikstofoxiden.
In de resultaten zit een behoorlijke onzekerheid gebakken. Het is namelijk niet bekend of de natte depositie en de droge depositie van stikstofoxiden op de verschillende locaties gelijk is. Natte depositie wordt nog maar op een handvol plaatsen in Nederland gemeten, maar uitgerekend niet in Natura2000 gebieden. Het is niettemin een belangrijke component van de totale stikstofdepositie en varieert afhankelijk van de meetlocatie voor nitraat van 150 – 200 mol/ha.jr en voor ammonium van ongeveer 300 – 500 mol/ha.jr.
Over droge depositie van stikstofoxiden kan helemaal niets bekend zijn omdat de atmosferische concentraties daarvan in geen enkel Natura2000 gebied worden gemeten. Wel is het zo dat die concentraties redelijk uniform zijn in het landelijke gebied waarin ze worden gemeten.
De resultaten zijn verwerkt in de onderstaande tabel en bijbehorende grafiek.
In Vecht en Beneden Regge en de Sallandse heuvelrug is de gemiddelde depositie beduidend hoger dan de mediane waarde van de reeks gegevens. Dat wordt veroorzaakt door een beperkt aantal hoge achtergronddeposities uit hexagonen die weliswaar volledig bedekt zijn door Droge heide. Ze grenzen aan bos met een (zeer) hoge achtergronddepositie. De kennelijke wederzijdse (of eenzijdige) beïnvloeding van aanpalende hexagonen roept daarom vragen op over de betrouwbaarheid van de berekening van de achtergronddepositie.
Zowel in de Sallandse heuvelrug als in Vecht en Beneden Regge verkeert het habitattype in een uitstekende staat van instandhouding (SVI) volgens de opgave van officiële gegevens door LNV aan de EU. Dat de SVI in het gebied Veluwe in die opgave het predicaat matig-slecht krijgt kan in alle redelijkheid niet op het conto van stikstofdepositie worden geschreven. Op de Veluwe moeten andere oorzaken, zoals bijvoorbeeld verdroging, een rol spelen om de matig-slechte SVI te verklaren.
Om die reden is van het belang de overheid te vragen welk effect zij verwacht van emissiebeperkende maatregelen.
Dit artikel afdrukken
In het geanalyseerde deel van het gebied Vecht liggen twee meetpunten van het Meetnet Ammoniak in Natuurgebieden (MAN), met in 2020 de meetwaarden 7,6 en 7,8 µg NH3/m3. In het gebied Sallandse heuvelrug bedraagt de gemiddelde waarde van 4 meetpunten rondom de Droge heide die vooral langs de buitenrand van het gebied liggen 5,35 µg NH3/m3. In het gebied Veluwe is de Droge heide geanalyseerd voor de Rozendaalse heide met atmosferische concentraties van respectievelijk 3,6 en 3,9 µg NH3/m3.
Daarvoor heb ik uitsluitend gebruik gemaakt van gegevens uit hexagonen (officiële gebiedsaanduidingen) met een volledige bedekking (1 hectare) door Droge heide. Die gegevens zijn de berekende achtergrond depositie van stikstof, die bestaat uit verschillende componenten. Het gaat om natte depositie van ammonium en nitraat, en droge depositie van ammoniak en stikstofoxiden.
In de resultaten zit een behoorlijke onzekerheid gebakken. Het is namelijk niet bekend of de natte depositie en de droge depositie van stikstofoxiden op de verschillende locaties gelijk is. Natte depositie wordt nog maar op een handvol plaatsen in Nederland gemeten, maar uitgerekend niet in Natura2000 gebieden. Het is niettemin een belangrijke component van de totale stikstofdepositie en varieert afhankelijk van de meetlocatie voor nitraat van 150 – 200 mol/ha.jr en voor ammonium van ongeveer 300 – 500 mol/ha.jr.
Over droge depositie van stikstofoxiden kan helemaal niets bekend zijn omdat de atmosferische concentraties daarvan in geen enkel Natura2000 gebied worden gemeten. Wel is het zo dat die concentraties redelijk uniform zijn in het landelijke gebied waarin ze worden gemeten.
De resultaten zijn verwerkt in de onderstaande tabel en bijbehorende grafiek.
Op de Veluwe moeten andere oorzaken, zoals bijvoorbeeld verdroging, een rol spelen om de matig-slechte SVI te verklarenAlle onzekerheden buiten beschouwing gelaten, lijkt het erop dat halvering van de atmosferische concentratie van ammoniak slechts leidt tot een afname van de berekende depositie met rond 100 mol/ha.jr, van +1150 - +1050. Dat zal geen significante verbetering van de kwaliteit van habitattypen opleveren. De depositie overschrijdt in twee van de gebieden weliswaar de Nederlandse Kritische Depositie Waarde (KDW), maar valt ruim binnen de daarvoor internationaal geaccepteerde bandbreedte van 1071-1429 mol/ha.jr.
Zowel in de Sallandse heuvelrug als in Vecht en Beneden Regge verkeert het habitattype in een uitstekende staat van instandhouding (SVI) volgens de opgave van officiële gegevens door LNV aan de EU. Dat de SVI in het gebied Veluwe in die opgave het predicaat matig-slecht krijgt kan in alle redelijkheid niet op het conto van stikstofdepositie worden geschreven. Op de Veluwe moeten andere oorzaken, zoals bijvoorbeeld verdroging, een rol spelen om de matig-slechte SVI te verklaren.
Om die reden is van het belang de overheid te vragen welk effect zij verwacht van emissiebeperkende maatregelen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
#12 Dick
Ze begrijpen niet alleen niets over chemie maar ook niets van de Habitatrichtlijn. Als 78% van onze natuur in een goede SVI verkeert en 20% zit maar onder een berekende KDW en we gaan daar 32 miljard op plat slaan dan gaat er iets mis.
De Minister geeft niets zeggende en repeterende antwoorden.
Veel moet nog uitgezocht en nageleverd worden en toch wil ze op 1 juli 2023 (incl. GGA) afgerond hebben.
Ik kan je zeggen dat gaat niet lukken.
Zonet was ik een beetje gemeen voor het RIVM. Maarna een beetje stikstof debat, wat geen debat was maar een aaneenschakeling van... was ik al begonnen aan een flink glas Bagaceira om de grijze massa wat tot rust te brengen. Lukte niet echt.
Afgezien van mijn sneer naar van Pul geeft mijn tekst precies de gang van zaken weer.
En denken jullie nou echt dat meer dan 3% van Nederlands bestuurders voldoende begrip van chemie hebben om nog te begrijpen waar het over gaat?
Van stikstof stik je, dat is logisch ook al is het volkomen nonsens.
Daarom verliest de rede en wint het logisch klinkende argument dat iedereen net zo logisch kan laten klinken als’ie wil: stikstof is gewoon obesitas maar dan in de natuur zegtTjeerd de Groot (zie slot link) zonder zich ook maar een moment te schamen voor het reclameregister en de historie daarvan dat hij opentrekt.
Er was er eens... een rekenmodel (OEPS). Dat berekende niet alleen depositie, maar als resultante van alle verliesposten op de emissie ook een restant: de atmosferische concentratie van ammoniak.
Helaas was het model niet zo geslaagd, want de berekende atmo-concentratie was altijd lager dan de gemeten atmo-concentratie. Ziedaar het "ammoniakgat".
In plaats van een reguliere wetenschappelijke aanpak, n.l. in je model gaan zoeken waar de fout(en) zit(ten) werd gepoogd bronnen van emissie te vinden die door het model (de knutselaars dus) over het hoofd waren gezien.
Een van de nooit gevalideerde bronnen was ammoniak vanuit zee, een andere was de emissie door "afrijpende zomergewassen". Zo werd het gat gedeeltelijk gedicht. Dat het gat midden in de winter veel groter was dan in het najaar of de zomer daar werd verder niet over geluld.
En als het gat dan nog niet dichtgefantaseerd was kwam de volgende truc de bocht om: we hebben de emissie onderschat. Met als gevolg dat de depositie, die al fout was berekend, tot in sommige jaren met 30% naar boven werd bijgesteld.
En kijk meneer van Pul van het RIVM, u kunt politici natuurlijk gemakkelijk op de mouw blijven spelden (zoals u dat ook bij 4 achtereenvolgende ministers voor elkaar hebt gekregen) dat het rekenmodel nu eenmaal het beste is wat we hebben, maar eerlijk gezegd heeft u helemaal niets anders dan gebakken lucht.
En daar baseert de politiek haar draconische stikstofmaatregelen op. Moet kunnen, toch?
Dat artikel dat over NOx heb ik ook gelezen, rationeel kan ik me voorstellen dat NOx juist voor een vertraging in groei (en niet vermesting) zorgt.
Vandaag ook podcast geluisterd van prof Lindeboom. Hij zegt dat er al jaren een fout zit mbt tot import van ammoniak via de Noordzee. Haal je die fout weg, dan zijn de vier Waddeneilanden allemaal goed. Zelfs binnen de KDW. Volgens mij had hij aanvullend nog 4 km2 gebieden gevonden die dan ook “groen” worden.
Lindeboom is de prof die het pinguïn onderzoek gedaan heeft als promotie. Depositie was minder dan 500 meter vanaf de colonne pinguïns. Hij is ook lid van d66, en onderdeel van de stikstof-cie aldaar. Tjeerd en hij zijn duidelijk geen vrienden.
Dan verwacht ik dat Wet van Fick wel een beetje van toepassing is. De drijvende kracht is ammoniak concentratie in de lucht en ammonium intracellulair. Maar er zit ook een “weerstand factor” (osmotische druk), een klein verschil zal daardoor te klein zijn om een flux inwaards te veroorzaken. Praktische onderzoek is daar voor nodig, en zeer zeldzaam.
Gisteravond een kei lange Twitter discussie gehad overigens met een van de modelleurs vriendjes van RIVM : Gerard Cats. Ik denk dat hij nu ook snapt dat de OPS module mbt droge depositie, de zwakste schakel is.