O please ('ga toch koken', zou Pim Fortuyn hebben vertaald), zegt Marion Nestle op haar blog. "Eetadviezen zijn zo simpel als het maar kan. Eet volop groente en fruit; hou de calorieën en je lichamelijke inspanning in balans; eet niet teveel junk food." Er staat een punt en voor Nestle is het ook PUNT.
'Iets nieuws'
Kolata ziet het anders en citeert Dr. John Ioannides die in 2005 liet zien dat onderzoeksresultaten doorgaans niet gebaseerd op wetenschap in zijn beroemd geworden paper Why Most Published Research Findings Are False. Ioannides legde later nog eens uit hoe de zogenaamde op bewijs in plaats van autoriteit gebaseerde medische wetenschap gekaapt is door wetenschappers met een eigen agenda: het verkopen van een mening. En natuurlijk verwijst ze naar de hilarische uitzending van John Oliver waarin hij laat zien hoeveel onzin 'wetenschap' (niettemin gefund door overheden en bedrijven) aan de lopende band produceert.
Maar nu zitten we opeens met een vraag: waar hebben we die voedingswetenschappen voor nodig, als we eigenlijk genoeg hebben aan een plausibel argument uit de evolutietheorie?Voor wie te lui is om te lachen, vat ik het samen: wetenschap is een op vermaak gerichte nieuwsfabriek die draait om gepubliceerd worden en zoekt naar 'wat nieuws' op basis van oude onderzoeksdata. Dat wordt in vaktermen het uitmelken van oude gegevens en P-hacking genoemd. Wekelijks zo niet dagelijks wordt de wereld opgeschud door opzienbarende nieuwe inzichten die nergens over gaan, maar zorgen voor een leuke krantenkop.
En dat zou mensen helemaal verwarren, zodat ze niet meer weten wat ze moeten eten, zegt Kolata. O please, zegt dus Marion Nestle. Dat weten we wel degelijk.
'Evidence based' bestaat niet
Ik denk eerlijk gezegd dat Nestle gelijk heeft.
Maar als ze dat heeft, dan zegt ze daarmee meteen dat voedingswetenschap helemaal geen zin heeft. Dat is een boude stelling voor een voedingswetenschapper.
Bij het afscheid van de Nederlandse koolhydratenspecialist professor Fred Brouns van de Universiteit van Maastricht hield ik een inleiding over het probleem van de voedingswetenschap. Ik beweerde daar - een beetje incrowd voor een beetje incrowd publiek - iets simpels. Als je voedingswetenschap evidence based wilt bedrijven op een medische en biochemische manier (in Nederland is die school ingezet door de Wageninger Jo Hautvast en later uitgebouwd door internationale coryfeeën als de kankeronderzoeker Piet Borst en de eerst Wageningse en later Amsterdamse voedingsonderzoeker Martijn Katan), dan weet je nooit of je iets gevonden hebt dat niet afhankelijk is van de theorie en veronderstelling waarop je het onderzoek deed. Er is namelijk altijd een oneindige hoeveelheid andere verklaringen mogelijk waarvan je mathematisch zeker weet dat ze er zijn, maar die je onmogelijk kunt kennen. Sterker nog: mathematisch weet je dat er heel veel meer verklaringen zijn, dan je ooit zult kunnen ontdekken. Daarmee is dus bewezen dat we inderdaad niet zoveel weten en we ook niet bijster veel kunnen weten. Daarom moeten we roeien met de riemen die we hebben en hoeven we helemaal niet voortdurend op zoek naar nieuwe 'ontdekkingen'.
Plausibel
Het is immers uiterst plausibel dat mensen het goed doen op het soort eten waar ze zich in de loop van hun evolutie mee hebben ontwikkeld. Daar hoorden frisdrank, patat, felgekleurde schuimpjes, chips, Haribo's, kaas, iedere dag een varken of rund en dagelijks bergen vet - of het nou verzadigd of onverzadigd is - nou eenmaal niet bij. Al dat spul is immers niet zo gemakkelijk op dagelijkse basis en dan ook nog eens een keer of zeven (zoveel eetmomenten heeft een mens tegenwoordig) te vinden in het oerwoud of aan de rand van de savanne.
Eat food, not too much, mostly plants, citeert Nestle het geloof van haar foodie-landgenoot Michael Pollan. Met 'food' bedoelt hij alles wat we aten voor we eten op industriële schaal leerden te conserveren, bewerken en - vooral - heel lekker en niet duur maken.
Op die vraag is het antwoord allang gegevenMaar nu zitten we opeens met een vraag: waar hebben we die voedingswetenschappen nog voor nodig, als we om goed te eten eigenlijk genoeg hebben aan een plausibel argument uit de evolutietheorie?
Precies dat argument plus nog wat niet-zo-evidence based onderzoek doet Nestle immers tegen Kolata en Ioannides zeggen 'Ga toch koken lieve mensen! Natuurlijk weten we wat gezond eten is.'
Het antwoord op de vraag naar het nut van voedingswetenschappelijk onderzoek is gegeven door Martijn Katan. Je moet onderzoeken welke tekorten mensen kunnen oplopen, wat echt slecht voor hen is of hoe je mensen met afwijkingen kunt helpen. Maar als het gaat om de vraag waarom mensen tegenwoordig collectief te dik zijn en daar ziek van worden, dan heb je geen voedingswetenschap nodig. Punt. Dat zou ook ik zeggen. Ze eten teveel en bewegen te weinig.
Op 8 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dennis Zeilstra zeker is leergedrag heel belangrijk bij gedragsverandering. Dat gaat het beste als de tijd tussen stimulus en respons kort (en hevig) is. Ziek worden van overmatig snoepen zoals in de snoepwinkel van Dick Belderbos is zo'n voorbeeld van klassieke conditionering. Het probleem bij voeding en welvaartsziekten is dat de korte-termijn respons van snoepen en snacken juist gunstig is (dopamine-release, verzadiging, endorphines etc) en de lange-termijn nadelige responsen (dichtslibben van kransslagaders, het geleidelijk aan uitputten van de pancreas, ontwikkeling van tumorcellen) allemaal decennia verder liggen en sluipenderwijs zich voltrekken en daardoor niet door een individu geassocieerd kan worden met één eetmoment of bepaald voedingsmiddel. De industrie heeft met technologische ontwikkelingen (smaak, geur, textuur, blisspoint) vooral de korte-termijn respons optimaal bespeeld.
Dan heb je nog operante conditionering. Dat werk via straffen en beloning (het suikerklontje voor het paard dat mooi gesprongen heeft). Daar heb je opvoeders voor nodig.
Waar (door overheden en voorlichters) veel op in wordt gezet is de sociaal-cognitieve leertheorie waarin mensen leren de lange-termijn gevolgen van slecht eten te begrijpen en daardoor hun gedrag nu aanpassen. Dat kan bij volwassenen (niet bij kinderen; zie Piaget) maar is lastig in een omgeving vol verleidingen die impulsief gedrag bevorderen.
Leuk, die snoepwinkel van je, Dennis!
Mijn ouders namen ons vroeger in de vakantie een dag mee naar een snackbar.
We mochten daar nemen wat we wilden en ons helemaal vol vreten. Het animo voor friet en andere vette zooi was daarna een hele tijd een stuk minder.
Toch nog even een reactie.
Jaap, jullie inzet op sociologische aspecten, op betrokkenheid, op vaardigheden, is mij bekend en lijkt mij hét gebied waar de grootste winst zit. De kennisontwikkeling in dit vakgebied heeft denk ik meer impact dan het zoveelste onderzoek dat koffie associeert met een hoger of lager risico op het een of ander, zelfs als Harvard het zegt. Ik vermoed overigens dat maar weinig van die sociologische kennis universeel is, maar dat het vooral plaats- en tijdsgebonden inzichten oplevert. Een belendend stuk illustreert dit eens te meer. Des te groter de uitdaging om hierin te investeren in een wereld waarin bijna iedereen in de vooronderstelling leeft dat er voor alles universele 'waarheden' bestaan. Mijn waardering heb je!
Waar ik nog even op terug wil komen is jouw vermoeden dat 'aanvoelen' niet werkt in een obesogene omgeving. Ja, het kind in de snoepwinkel eet zich tot spuigen toe vol. Maar de metafoor gaat niet helemaal op, want het is een momentopname. Leren kost tijd. Als dezelfde kinderen de volgende dag weer losgelaten worden en de dag erop weer, en weer, zouden ze zich dan telkens tot kotsen toe voleten? Of zou er een moment komen dat ze hebben leren herkennen dat dat toch niet zo prettig is? Zou het volwassen echtpaar met de energydrink en bifiworsten onbekend zijn met een loomheid een paar uur later? Geen onderscheid kennen tussen een fit gevoel en futloosheid? Er ongevoelig voor blijven als ze met wat hulp leren herkennen dat ze zich misschien toch energieker voelen als ze de energydrink een tijdje laten staan?
Als verandering moet komen uit telkens bewust andere keuzes maken dan is dat uiterst vermoeiend en niet vol te houden. Aanvoelen kan juist daarom helpen omdat het op een wat instinctiever niveau werkt. We lijken het echter afgeleerd in onze snelle en schijnbaar maakbare maatschappij. Aanvoelen hoeft niet meer, zo lijkt het, want ziekte herkent de dokter wel en daar is een pil voor. Als voedsel gezond is, dan staat het er met een logo op. Aandacht voor eten, inclusief bereiding, is niet meer nodig, want is voorgesneden, is wat simpele instructies op een pakje volgen, zit als kant-en-klare smoothie al in een duur flesje.
Uiteraard maakt een betere voedselomgeving het makkelijker om oude gewoonten te vervangen door nieuwe, maar dat geldt ook voor aanvoelender, meer betrokken mensen. Sterker nog, dat kan de lokale introductie van een andere voedselomgeving zelfs vergemakkelijken. De twee effecten kunnen elkaar versterken. De Braziliaanse aanpak waar je in het stuk in Trouw naar verwees, zet niet voor niets in op gezamenlijk eten, maar ook samen koken en samen genieten. Ofwel op meer aandacht.
Mijn dochter wist me vandaag te vertellen dat er een wekker-app is die je vraagt een rekensom op te lossen om de wekker uit te kunnen zetten. Ookal vond ik het wel ludiek, volgde er toch een discussie of dat nu wel goed is. Geheel onwetenschappelijk wsl, vond ik dat we al zoveel doen met ons hoofd en dat het misschien niet zo gezond is om bij het wakker worden meteen in de rationele modus gezet te worden - dus je niet eerst afvragen hoe je je voelt vandaag. Het compromis was dat ze het alleen gebruikt als ze die dag een proefwerk heeft. Nu ik dit lees zou het misschien wel wat zijn als je wekker je vraagt wat je vandaag voor je lichaam gaat doen, bv gezond ontbijten, sporten, wandeling of yoga, en 'm pas uit kunt zetten als je iets 'gezonds' hebt aangeklikt. Kan toch geen kwaad naast de community pressure denk ik. Maar goed, met wetenschap, laat staan kenwetenschap, heeft het niet veel van doen. Wel met de tech-society
De perverse prikkel van ons zorgsysteem: "Eet er nog maar een kilo of 10 aan"...