Ieder mens kookt anders en de manier waarop iemand kookt, is sterk afhankelijk van de omstandigheden. Metingen moeten met die verschillen rekening houden, zeggen Amerikaanse onderzoekers in Journal of Nutrition Education and Behavior.

Eenduidige metingen zijn problematisch omdat er vele onduidelijke definities circuleren van gezonde voeding en gezond koken. Nog los van het ontbreken van een 'gouden standaard' of eenduidige en objectieve meetmethoden, komt daarbij dat externe factoren als nachtdiensten, toegang tot supermarkten, geld, culturele voorkeuren, normen en tradities sterk bepalen wat mensen klaar zullen maken.

Jaap Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, onderschrijft de visie van de Amerikanen.


Kunnen koken is meer dan vaak koken (de kookfrequentie), kookvoorbereidingen weten te treffen (boodschappen doen) of een recept uit kunnen voeren. Kort gezegd: wie kan koken, is nog geen gezonde kok. Culturele, omgevings- en sociale invloeden maken van koken een fenomeen met vele kanten.

Gevalideerde metingen van kookvaardigheden, gedrag en de bijbehorende psychologie zouden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het onderzoek naar gezond eten. Goed inzicht in iemands gezonde kookkwaliteiten is nodig om zinvol persoonlijk kookadvies en gezondheidsbevorderende interventies aan verschillende bevolkingsgroepen te kunnen geven.
Dit artikel afdrukken