Dat concludeert Stephen Hall, directeur-generaal van de internationale onderzoeksorganisatie WorldFish. Maar het gat valt te dichten.
In 2030 wil de wereldbevolking vermoedelijk zo'n 232 miljoen ton vis eten. Dat is 62 miljoen ton meer dan de planeet dan kan produceren, tenzij er drastische stappen worden genomen.
Met maatregelen om verlies en verspilling terug te dringen, een beter visbeheer en een fikse groei van de aquacultuur zou het tekort opgevangen moeten kunnen worden, vertelde Stephen Hall tijdens het World Seafood Congress (WSC) 2015 in het Britse Grimsby.
Hall berekende hoeveel vis er in 2030 nodig zal zijn. Daarbij maakte hij onderscheid tussen de vraag naar vis en de behoefte aan vis - vooral wat mensen in Afrika, Azië en de zich ontwikkelende wereld nodig hebben. Hij ging uit van de visbehoefte op basis van nutritional need - wat is een redelijke visconsumptie in een adequaat, gebalanceerd dieet en hoeveel vis heb je daarvoor nodig. Daarnaast berekende hij de te verwachten consumptie op basis van bevolkings- en inkomensgroeivoorspellingen.
Tussen beide resultaten zat niet veel verschil. In 2030 is 228 miljoen ton vis nodig, en zal de vraag 238 miljoen ton zijn. Gemiddeld, zei Hall, komen we dan op 232 miljoen ton uit. Dat is 62 miljoen ton meer dan we nu denken te kunnen produceren in 2030. We rekenen immers op in totaal 170 miljoen vis en zeevruchten, waarvan 109 miljoen ton uit de kweekvis-industrie en 61 miljoen ton uit wildgevangen vis.
Minder verspilling, beter vangstbeheer en forse groei viskweek
Het gat van 62 miljoen ton is niet onoverbrugbaar, denkt Hall. Hij voorziet dat projecten die verspilling en verlies terugdringen zo'n 15 miljoen ton 'teruggewonnen' kan worden. Een beter visbeheer moet 12 miljoen meer 'wildvangst' opleveren. Dan is het gat nog maar 39 miljoen ton.
Voedingswaarde verhogen
Volgens Hall zijn er zoveel technologieën en aanpakken op allerlei niveaus beschikbaar dat het moet kunnen lukken. Hij wijst op nog een ander belangrijk punt: de kwaliteit van het voedsel dat we eten. "Het gaat allemaal over voedingswaarde in de keten. We staan aan het begin van een tijdperk van voedselverrijking en we moeten dus nadenken hoe we vis zo kunnen voeden dat het een eindproduct met meer voedingswaarde oplevert. Op dit moment heeft tilapia als eiwit niet meer voedingswaarde dan kip, maar hij zou juist veel meer waarde kunnen hebben als je de vis op de juiste manier voedt." Hall wil vis dus laten concurreren met kip.
Fotocredits: 'Aquaculture produce', David Schroeter
Dit artikel afdrukken
Met maatregelen om verlies en verspilling terug te dringen, een beter visbeheer en een fikse groei van de aquacultuur zou het tekort opgevangen moeten kunnen worden, vertelde Stephen Hall tijdens het World Seafood Congress (WSC) 2015 in het Britse Grimsby.
Omdat het in het verleden haalbaar is geweest, moet het kunnen, denkt hij.Vraag en behoefte
Hall berekende hoeveel vis er in 2030 nodig zal zijn. Daarbij maakte hij onderscheid tussen de vraag naar vis en de behoefte aan vis - vooral wat mensen in Afrika, Azië en de zich ontwikkelende wereld nodig hebben. Hij ging uit van de visbehoefte op basis van nutritional need - wat is een redelijke visconsumptie in een adequaat, gebalanceerd dieet en hoeveel vis heb je daarvoor nodig. Daarnaast berekende hij de te verwachten consumptie op basis van bevolkings- en inkomensgroeivoorspellingen.
Tussen beide resultaten zat niet veel verschil. In 2030 is 228 miljoen ton vis nodig, en zal de vraag 238 miljoen ton zijn. Gemiddeld, zei Hall, komen we dan op 232 miljoen ton uit. Dat is 62 miljoen ton meer dan we nu denken te kunnen produceren in 2030. We rekenen immers op in totaal 170 miljoen vis en zeevruchten, waarvan 109 miljoen ton uit de kweekvis-industrie en 61 miljoen ton uit wildgevangen vis.
Minder verspilling, beter vangstbeheer en forse groei viskweek
Het gat van 62 miljoen ton is niet onoverbrugbaar, denkt Hall. Hij voorziet dat projecten die verspilling en verlies terugdringen zo'n 15 miljoen ton 'teruggewonnen' kan worden. Een beter visbeheer moet 12 miljoen meer 'wildvangst' opleveren. Dan is het gat nog maar 39 miljoen ton.
Hall wil vis dus laten concurreren met kip.Viskweek moet de rest opvangen. "Dat betekent een jaarlijkse groei van 2,5% per jaar over een periode van 15 jaar", zegt Hall in SeaFoodSource. "Dat is niet onredelijk", zegt hij. Een echte onderbouwing heeft hij echter niet. Omdat het in het verleden haalbaar is geweest, moet het kunnen, denkt hij.
Voedingswaarde verhogen
Volgens Hall zijn er zoveel technologieën en aanpakken op allerlei niveaus beschikbaar dat het moet kunnen lukken. Hij wijst op nog een ander belangrijk punt: de kwaliteit van het voedsel dat we eten. "Het gaat allemaal over voedingswaarde in de keten. We staan aan het begin van een tijdperk van voedselverrijking en we moeten dus nadenken hoe we vis zo kunnen voeden dat het een eindproduct met meer voedingswaarde oplevert. Op dit moment heeft tilapia als eiwit niet meer voedingswaarde dan kip, maar hij zou juist veel meer waarde kunnen hebben als je de vis op de juiste manier voedt." Hall wil vis dus laten concurreren met kip.
Fotocredits: 'Aquaculture produce', David Schroeter
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Mark #12, het is lastig om harde informatie te vinden over de precieze samenstelling en aandelen vis in visvoer. Van een wereldspeler in fishfeed kreeg ik door dat hun voer voor kweekzalm tussen 2009 -met 25% viseiwit- en 2015 -naar 5% viseiwit- is gegaan.
In 1990 was 3 kilo vismeel nodig om 1 kilo zalm te maken. In 2010 lag dat op 0,8 kilo vismeel voor 1 kilo zalm. Daarmee, zo zeggen ze, zijn ze netto producent van viseiwit geworden.
Ze werken er hard aan en zien mogelijkheden om dit verder terug te dringen: It is likely that in the coming years, marine raw materials will be completely replaced with more sustainable vegetable options.
Ik ben geen dier- of visvoernutritionist maar weet wel uit ervaring dat je niet straffeloos een rantsoen kunt aanpassen zonder dat dat (smaak)consequenties heeft voor het eindproduct.
Plantaardig eiwit doet in dat opzicht nutritioneel kwalitatief onder voor dierlijk eiwit.
Mij persoonlijk smaakt de zalm van vandaag de dag in ieder geval minder dan die van jaren geleden.
En dat kan in zee nog wel een paar stappen verder naar de basis van de food chain, Mark. Oesters en andere schelpdieren staan er net een stap boven, en filteren het water nog schoon ook. En er zijn onnoemelijk veel varieteiten zeewier, waarvan er velen eetbaar of eetbaar te maken zijn. Een belangrijke sleutel naar duurzaamheid ligt in zee.
We kunnen geen gras eten, dus eten we de koe. Maar we kunnen wel sardines en zandspiering eten en de zalm laten staan. Dat scheelt zalm maal vijf aan visquotering. Ik zie daar een stukje oplossing. Recepten zijn voor al dit soort vis niet ingewikkeld.
Mark Soetman vraagt zich een eindje hieronder af welke vis voor vismeel wordt gevangen.
Voor zover ik weet zijn de toppers ansjovis, vooral bij Zuid Amerika vandaan, sprot, zandspiering, sardines en haring.
Al deze vissen zijn geschikt voor mensen. Zandspiering hebben garnalenvisser Henk Buitjes te Lauwersoog en ik zopas nog ontdekt als geweldig voer voor volk.
In juni vorig jaar had the National Geographic een uitstekend artikel over viskweek. Het gaf een opwindend overzicht over de nieuwste technieken om beter vis te produceren, zowel vanuit ecologisch als economisch oogpunt. Er is nog enorm veel vooruitgang te maken in wat in principe gewoon een totaal nieuwe bedrijfstak is (met alle respect voor eeuwen van kleinschalige Aziatische visteelt). Op basis van wat er al bereikt is geloof ik zeker dat meneer Hall gelijk kan hebben met zijn conservatieve groeischatting van 2,5% per jaar.