Waterstof is de afgelopen jaren de beste optie gaan heten om fossiele brandstoffen te vervangen om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan. Een nieuwe studie legt pijnlijk de beperkingen bloot. De belangrijkste zijn: het grote volume waterstof dat we op dit moment produceren, wordt gemaakt met behulp van aardgas. Dat proces vraagt veel energie en stoot zoveel CO2 en methaan uit dat het slechts de naambordjes van de energie vervangt, maar niet het klimaateffect vermindert.

Hoewel de industrie de kooldioxide wil afvangen om zo de 'schone blauwe waterstof' te maken stoot deze brandstof nog meer uit dan bij direct gebruikt van aardgas, laten de onderzoekers zien. Ze keken hierbij naar de uitstoot gedurende het hele proces om waterstof te maken, in de hele keten. De broeikasgasvoetafdruk van blauwe waterstof als warmtebron blijkt meer dan 20% groter dan de verbranding van aardgas of steenkool en ongeveer 60% groter dan die van dieselolie.

De broeikasgasvoetafdruk van blauwe waterstof als warmtebron blijkt meer dan 20% groter dan de verbranding van aardgas of steenkool en ongeveer 60% groter dan die van dieselolie
Al eerder schreven we over redenen waarom we niet te vroeg moeten juichen als het om waterstof gaat. Politiek en beleid dwingen tot onrealistisch hoge doelen, met als gevolg dure en inefficiënte productieprocessen van een 'beter' alternatief voor fossiele brandstoffen, waarop veel valt af te dingen.

Elektrolyse van water is heel duur en energetisch inefficiënt, en alleen als alle benodigde energie via zonnepanelen en windmolens beschikbaar komt is het 'groen'. In dit rapport beschrijven de onderzoekers waarom de bewerking van aardgas eigenlijk een grijs proces is. Sla je de vrijgekomen CO2 op dan mag je het 'blauw' noemen, maar dit neemt niet weg dat je voor iedere kilo waterstof je 12 kilo CO2 produceert. Voor de hoeveelheid energie uit die kilo kun je beter aardgas gebruiken omdat het minder koolstof de lucht injaagt.

Robert W. Howarth, een biogeochemicus and ecosysteem wetenschapper van de Cornell University en hoofdauteur, zegt dan ook dat waterstof een 'schone brandstof' noemen niet klopt. Het is zelfs op dit moment niet eens een relatief schone brandstof, een met relatief lage uitstoot.

Waar deze studie ook licht op werpt, is de uitstoot van methaan, die veel belangrijker is bij klimaatverandering dan gedacht werd. Het is na CO2 de belangrijkste veroorzaker van de globale temperatuurstijging. Terwijl CO2 eeuwenlang in de atmosfeer actief blijft, valt methaan (CH4) binnen enkele decennia uiteen. In die korte periode heeft het echter een klimaatimpact die twintig tot vijfentwintig keer zo groot is als die van CO2. Er zijn zelfs schattingen die van tachtig keer spreken. Juist omdat de wereld zijn klimaatimpact binnen enkele decennia moet oplossen, is de impact van methaan van belang.

Toch gaan grote olie- en gasbedrijven vooralsnog door met investeren in pijpleidingen voor aardgas, waar ze ook te zijner tijd waterstof door zouden kunnen vervoeren. Ze wijzen op de mogelijke economische voordelen en de grote hoeveelheid banen die de waterstofindustrie met zich mee zou brengen.
Dit artikel afdrukken