Een lezer mailt de Vlaamse krant De Standaard met de vraag of het ene water dorstlessender kan zijn dan het andere. De vrouw in kwestie heeft het idee dorst te krijgen van kraanwater. Journalist Tomas van Dijk zocht dit voor haar uit.

Zowel kraan- als mineraalwater bevatten zout. Volgens Siegfried Vlaeminck, bio-ingenieur aan de Universiteit Antwerpen, zijn de hoeveelheden zo klein dat je er geen dorst van kunt krijgen. Je lichaamsvloeistoffen bevatten namelijk 9 gram zout per liter, terwijl water normaal gesproken minder dan 1 gram per liter zout bevat. Zolang de zoutconcentratie van water lager is dan dat van lichaamsvloeistoffen, werkt water dorstlessend. Dit komt omdat het drinken van water in dat geval zorgt voor een daling in de concentratie zouten in je lichaam. De verschillen in zoutconcentratie tussen verschillende soorten waters zijn volgens Emile Cornelissen van het wateronderzoeksinstituut KWR Watercycle Research Institute en de Universiteit van Gent te klein om een invloed te hebben op de mate van dorstlessing. Wel denkt hij dat je het ene water als verfrissender kunt ervaren dan het andere.

De smaak van water blijkt voornamelijk afhankelijk de hoeveelheid mineralen - nagenoeg allemaal vormen van zout - die het in opgeloste vorm bevat.

Het watermerk Oasen deed onderzoek naar de concentraties opgeloste stoffen die mensen het lekkerst vinden. Tijdens een testje moesten speciaal getrainde deelnemers verschillende soorten waters proeven en beoordelen op aspecten als (na)smaak, frisheid en mondgevoel. Verschillende soorten water werden getest: kraanwater, flessenwater en mineraalloos water dat de onderzoekers zelf met verschillende minerale concentraties hadden aangevuld. Water met een concentratie aan opgeloste stoffen tussen de 190 en 350 mg/L vonden de deelnemers het frist. Flessenwater van Chaudfontaine valt in deze categorie. Water met minder opgeloste stoffen, zoals Spa blauw, vonden de proefpersonen bitter, droog en ruw.

De zoutconcentratie van drinkwater kan je dorst nauwelijks beïnvloeden; zoveel is biochemisch zeker. Cornelissen benadrukt echter dat de frisheid van water een persoonlijke ervaring is; niet iedereen vindt hetzelfde water even fris zodat een beetje meer of minder toch een verschil kan maken.
Dit artikel afdrukken