In het dagelijks leven speelde Jarry voortdurend zijn hoofdpersoon père Ubu na, inclusief het bijbehorende monotoon, staccato accent. Hij vond verder de poëtische wetenschap van de 'patafysica uit, de nonsensicale wetenschap van denkbeeldige oplossingen.
Maar wat at en dronk hij? Ook op foodgebied bracht Jarry zijn absurdisme in de praktijk. Hij draaide bijvoorbeeld de conventies van de maaltijd om, door met het fruit te beginnen en met soep te eindigen. Hij leefde verder volgens het principe van Baudelaire: "Soyez toujours ivre." Hij onderhield een voortdurende staat van bedwelming, bij voorkeur door absinth, maar in latere tijden van armoede door het goedkopere ether. Desondanks bestaat zijn verzameld werk uit 3 deeltjes dundruk in de Pléiadereeks.
De dichter-schrijver Apollinaire is nog een tijdje met hem opgetrokken en schreef in zijn journalistieke bundel Contemporains pittoresques een kleurrijk en liefdevol in memoriam. Maar de gourmand Apollinaire had weinig waardering voor Jarry's dieet. Deze voedde zich in zijn Parijse appartement namelijk in de regel met rauwe schaapskoteletten en augurken. Dat de stad hem niet eerder doodde, zo concludeerde Apollinaire, kwam door de vele malen dat hij zich terugtrok op het platteland, waar hij zich voedde met de opbrengst van zijn hengel.
Jarry vertelde zelf graag het verhaal over de keer dat er twee panters waren losgebroken bij een woning in de rue de la Tour-des-Dames. Buurtbewoners wilden de dieren al afschieten, maar Jarry wist dit te voorkomen. Hij had in de eetkamer van de woning een antiek harnas gevonden en dit aangetrokken en liep daarop naar buiten met in zijn pantserhandschoen een leeg wijnglas. De dieren schrokken terug en Jarry richtte het glas op ze. Daarmee dreef hij ze terug in hun kooi. Zijn verklaring voor het succes: "Net als de meeste mensen vinden ook wilde dieren lege glazen een grote verschrikking."
Jarry stierf op zijn 34e aan de tering en werd in grote belangstelling begraven. Apollinaire: "Er zijn doden die je op een andere wijze moet betreuren dan door tranen." En dus toog men na afloop naar een danstent in de buurt, waar men "zong, dronk en vleeswaren at." ... "Een kleurrijke scene, zoals de ter aarde bestelde zo vaak had geschetst."
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
@karine: ik heb wel ooit o.a. ribbetjes, vogeltbotjes en visresten opgegraven, in Molenaarsgraaf bijvoorbeeld. Daar werd ontzettend veel vis gegeten, waaronder steur zo'n vijfduizend jaar geleden. Denk overigens niet dat ze die zonder uitzondering rauw aten. Voldoende aanwijzingen voor vuurtjes.
nee, maar ik heb ook nog nooit een koteletje of vis opgegraven, hihi.
okee dan Lizet, speciaal voor jou de polderversie: 'Aurgurken, vis en koteletten. Dat is in grote lijnen vergelijkbaar met het oerdieet. Alweer!'
Augurken in het oerdieet? Al eens een potje augurken opgegraven?
Leuk verhaal, ik ken alleen die lieve man helemaal niet, maar ik ben een cultuurbarbaar.
En rauwe koteletten en augurken en vis, dat is gewoon het oerdieet! Alweer!