Wetten lopen altijd achter, maar de kloof groeit door nieuwe gevoelens in de samenleving en innovaties waar de wet niet goed mee kan omgaan. Dat veroorzaakt groeiend ongenoegen aan alle kanten.

Ondernemers houden graag vast aan de bestaande kaders, maar burgers hebben hun gedachten en gevoelens en zijn veruit in de meerderheid.

Rechters en wetshandhavers moeten oude wetten toepassen, maar tevens rekening houden met de intentie daarvan in onze tijd. Ze moeten mee met de tijd en doen dat meer en meer omdat de tijden snel veranderen.

Tegelijk moeten ze rekening houden met de wet; burgers hebben daar soms geen begrip voor. Bedrijven hebben vaak juist wat minder begrip voor die hang naar nieuwe burgermoralen.

Wie kan nog beoordelen of de wet correct wordt uitgelegd in onze tijd? En hoe leg je uit dat wat een tijdje geleden nog zús werd gezien, nu zó uit moet pakken?

Die vragen vormden het leidende thema van het Jaarcongres Voedselveiligheid op 6 december 2018.

Toegepast op pesticiden, dierenwelzijn, gezondheid digitalisering en de ontwikkeling van de EU bestond het congres uit vijf sporen. Die bekeken we vanuit drie perspectieven: wat mag van de wet, wat mag van de samenleving en waar kun je grote spanningsvelden voorzien tussen 5-10 jaar na heden?

In dit kwestie-dossier brengen we de verslagen van de verschillende onderdelen van het congres samen. Ze verschijnen hier de komende dagen. Tevens voegen we een aantal recente artikelen toe die de gestelde vragen van nadere voorbeelden voorzien.
Dit artikel afdrukken