U bent de Tweede Kamer ingegaan om onder meer 'kringlooplandbouw' vorm en inhoud te geven. Waarom?
Je ziet dat het debat over voedsel sterk gepolariseerd is. Er zijn in de Kamer partijen die stellen dat we de meest efficiënte voedselproductie ter wereld hebben en er zijn partijen die zeggen dat de landbouw grote problemen heeft op het gebied van klimaat, biodiversiteit en dierenwelzijn. Beide kampen hebben cijfers die het eigen gelijk aantonen. Ze komen niet tot elkaar en praten langs elkaar heen. Van een totaalplaatje is geen sprake, wel van deeloplossingen. De politiek is verdeeld, de overheid trekt zich terug en het bedrijfsleven toont onvoldoende leiderschap, waardoor problemen veel te laat opgepakt worden en ‘issue’ voor ‘issue’ geregeld. Als het spreekwoordelijke kalf verdronken is, dempt men de put. Voor de boer ontstaat daardoor een woud aan regelgeving, waardoor hij door de bomen het bos niet meer ziet. Zijn creativiteit richt hij op het slim, soms te slim, omgaan met regels, in plaats van op de markt. Er is behoefte aan een lange-termijnvisie, aan perspectief. Als we met elkaar bepalen wat de volgende stap is voor de Nederlandse voedselproductie, ontstaat er weer duidelijkheid over waar het heen moet. Ik ben de politiek ingegaan om een bijdrage te leveren aan dit perspectief, met als rode draad Kringlooplandbouw.

Kringlooplandbouw draait om het verbeteren van de kringloop tussen akkerbouw en veeteelt
Hoe definieer je kringlooplandbouw?
Als je de voedselproductie beschouwt vanuit de kringloop, ga je een aantal zaken anders doen, namelijk:
- meer reststromen in veevoer gebruiken,
- werken aan kwaliteitsverbetering van de mest voor organische bemesting,
- koolstof in bodem en gewas vastleggen,
- dierlijke –en plantaardige productie integreren en
- voedselverspilling aanpakken.

Als je deze zaken aanpakt, verhoog je de efficiëntie van het gehele systeem en verbeter je de kringloop tussen akkerbouw en veeteelt. Nu zijn we vooral gericht op de efficiëntie van productieketens. Per eenheid product doen we het prima, maar de efficiëntie van het Nederlandse voedselproductiesysteem kan nog veel beter. We gebruiken namelijk veel te veel eindige grondstoffen. Ik noem wat voorbeelden:

Granen voeren aan dieren is niet efficiënt op systeemniveau; mensen kunnen namelijk ook graan eten. Er zijn veel wettelijke belemmeringen om reststromen in veevoer gebruiken. Die moeten we aanpakken. De veevoersector zou haar innovaties kunnen gaan richten op het (nog) beter verwaarden van reststromen.
Het beter organiseren van kringlopen biedt kansen om het verdienmodel te verbeteren
De wijze waarop we in Nederland mest opslaan en uitrijden is aan herziening toe. Als mest niet meer rot in de opslag zoals nu, komen veel minder ammoniak en methaan vrij; als mest een rijp product is, dan wordt het een prachtige grondstof voor een gezonde bodem.
Er zijn nu nauwelijks incentives om koolstof in bodem en gewas vast te leggen. Boeren worden zich gelukkig steeds meer bewust van wat een gezonde bodem kan doen voor de weerbaarheid van je gewassen, maar er is nog heel veel te doen.
De retail en de consument kunnen een grote bijdrage geven aan het verbeteren van de kringloop. Wereldwijd gooien we voor 3 miljard mensen aan voedsel weg. Nu wordt voedsel met SDE+ subsidie tot energie verwerkt. Dat is waanzin!

Wat van belang is dat ketens zich beter gaan organiseren en gaan onderscheiden in de markt. Het beter organiseren van kringlopen biedt kansen om het verdienmodel te verbeteren. Meer reststromen of insecten voeren zijn goed voor de kostprijs, zo is berekend. Het voorbeeld van Kipster toont dat het mogelijk is om met Kringlooplandbouw geld te verdienen. Kipster draait nu nog deels op granen, maar gaat op termijn over op larven van soldatenvliegen. Deze larven groeien op compost en concurreren daarmee niet met land dat speciaal voor diervoer of granen wordt gebruikt

Zolangzamerhand noemen zelfs 'plankgasboeren' zich 'natuurinclusief'. Dat komt omdat de term in het algmene taalgebruik nauwelijks gedefinieerd is. Hoe is dat te voorkomen rond het woord 'kringlooplandbouw'?
Ja, het is een gevaar dat alles opeens circulair is, omdat voedselproductie van nature circulair is. Of was, moet ik beter zeggen. We zijn steeds meer eindige inputs gaan gebruiken, waardoor we nu voor onze voedselproductie wereldwijd 1,6 aarde nodig hebben. Daar is weinig circulairs aan. Een instrument als de Kringloopwijzer draagt bijvoorbeeld niet per definitie bij aan een Kringlooplandbouw. Dat hangt er helemaal van of hoe je het instrument inricht.

Als we in Nederland een voedselsysteem neerzetten dat de aarde minder belast, kunnen ondernemers zich daarmee onderscheiden. Zo leggen we met Kringlooplandbouw de basis voor een nieuw verdienmodel
Nederland is - door zijn havens en grondstoffenhandel - mogelijk het allerminst circulaire landbouwland ter wereld. Hoe vergaand wil je dat systeem en verdienmodel beperken?
Nederland is wereldwijd koploper in het efficiënt verwerken van grondstoffen in de veehouderij. We hebben het lineaire efficientiemodel grootgemaakt. Dit verdienmodel loopt op zijn laatste benen nu ook de Chinezen zich in toenemende mate op de grondstoffen storten. We moeten dus wat anders gaan doen. Niet een verdienmodel beperken – dat doet het zelf al – maar op zoek naar een nieuw verdienmodel.

Gaan boeren rijker of armer worden van circulariteit, of blijft het zoals het is?
Nederland is een van de duurste landen ter wereld om voedsel te produceren. Kijk alleen al naar de hectareprijzen. Op kostprijs concurreren levert te weinig op. Het huidige verdienmodel staat al lang onder druk. We moeten ons onderscheiden als we ons richten op verbetering van de opbrengstprijs, zonder dat we de kostprijs wezenlijk aantasten. Als we in Nederland een voedselsysteem neerzetten dat de aarde minder belast, kunnen ondernemers zich daarmee onderscheiden. Zo leggen we met Kringlooplandbouw de basis voor een nieuw verdienmodel.

Hoe draagt uw idee van kringlooplandbouw in Nederland als verdienmodel straks bij aan de levenskwaliteit van straks 11 miljard mensen op aarde?
Nederland is kampioen efficiëntie in de keten, maar dit model draait op een grote input van granen uit de rest van de wereld. Dat is alleen als voorbeeld al niet houdbaar
voor de wereld. De FAO heeft gewaarschuwd dat een verder gebruik van graan als diervoer de voedselzekerheid in gevaar brengt doordat er minder graan beschikbaar is voor menselijke consumptie. Als we er in Nederland in slagen om over te gaan naar een circulair model, betekent dat echt veel, omdat dit model de wereld niet onnodig belast. Je moet streven naar een evenwicht tussen dierlijke productie en plantaardige productie - inclusief biomassa voor veevoer en reststromen uit de levensmiddelenproducie. Om het eenvoudiger te zeggen: je moet zoveel dieren houden als je nodig hebt om planten te laten groeien op hun mest. Nu houden we er veel meer. Ik wil dat het minder gaat kosten om dieren te houden die op niet voor humane consumptie geschikt voer te eten en meer opbrengt.

Je moet zoveel dieren houden als je nodig hebt om planten te laten groeien op hun mest. Nu houden we er veel meer
Maar u blijft import en verwerking van voedsel voor mensen in Nederland toestaan; de reststromen daarvan wilt u als mest gaan gebruiken. Hoe circulair is zo'n systeem?
Dat klopt natuurlijk. Ik geef eigenlijk het ouderwetse systeem van boeren weer: varkens kregen de resten van je eigen tafel en de boer stuurde koeien het liefst de eng op om daar te grazen. Van beide dieren ving hij de mest in de stal op om zijn akkers te bemesten. Zo'n systeem is eindig, want mensen zijn de top van de voedselketen en moeten dus ook hun mest in het spel brengen. En dan nog .... Er zijn namelijk altijd verliezen dus volledige circulariteit is een theoretische droom. Maar als je zo van start gaat met denken, dan begin je nooit met doen, terwijl je wel snapt dat we eindelijk eens moeten beginnen de boel veel circulairder te maken. Daarom heb ik niet zoveel problemen met onze grote levensmiddelenindustrie. Integendeel. Voorlopig hebben we daar alleen maar voordeel van. Onderwijl zullen we moeten leren de opgebouwde nutriënten in ons deel van de wereld steeds beter te recycleren. Die kennis is straks goud waard.

De CO2-winst van kringlooplandbouw door steeds minder met voer en voedsel heen en weer te slepen, moet waarde krijgen en onderdeel worden van het nieuwe verdienmodel
Om deze manier van landbouw bedrijven echt relevant te maken voor de wereld, zullen we bovendien de consumptie van dierlijke en plantaardige eiwitten op dit evenwicht moeten afstemmen. Ook aan de consumptiekant is een Voedseltransitie noodzakelijk. Niet voor niets stond de Voedseltransitie centraal op het laatste ‘World Economic Formum’ in Davos. Voedsel loopt als een rode draad door de ‘Sustainable Development Goals’ heen. Voedsel en klimaat zijn de thema’s voor de komende jaren en zijn ook aan elkaar gekoppeld: de CO2-winst van kringlooplandbouw door steeds minder met voer en voedsel heen en weer te slepen, moet waarde krijgen en onderdeel worden van het nieuwe verdienmodel. En nogmaals, daar moeten we mee beginnen in plaats van het in één keer theoretisch helemaal perfect uitgedacht te hebben voor we beginnen. Dan gebeurt er namelijk he-le-maal niets, terwijl we op onze klompen aan kunnen voelen wat de verstandigste richting is. Laat het betere niet de vijand zijn van het goede.

Welke effecten gaat kringlooplandbouw straks krijgen op de natuur, niet alleen hier maar ook elders?
Ik zie twee effecten. Door de nadruk op de gezondheid van de bodem en op weerbare gewassen zul je minder of geen kunstmest nodig hebben en gewasbescherming alleen in uiterste nood hoeven in te zetten. Daardoor kunnen natuurlijke processen in de bodem hun werk doen en dus nog steeds een hoog productief systeem hebben zonder er bergen olie of gas voor te hoeven verstoken. Deze natuurlijke processen zijn echter ook de drager voor biodiversiteit, met onder andere micro-organismen, insecten en wormen die ook natuurlijke kringlopen ondersteunen.
Volledige circulariteit is een theoretische droom. Maar als je zo van start gaat met denken, dan begin je nooit met doen
Dit effect kan zich in Nederland voordoen, maar ook in de rest van de wereld. Daarnaast stabiliseert kringlooplandbouw grondgebruik voor de wereldwijde voedselproductie en hebben we daarmee een kans om volledig natuurlijke ecosystemen te sparen.

Kunt u de effecten ook kwantificeren?
WUR heeft berekend dat - afhankelijk van hoeveel reststromen er extra beschikbaar beschikbaar kunnen komen, zowel uit de voedselverwerkende industrie voor mensen als uit de akkerbouw - je voor Nederland op termijn naar een verhouding tussen plantaardige en dierlijke productie van 50/50 zou kunnen gaan.
Een belangrijke taak voor de politiek is het om belemmerende wetgeving aan te pakken. Bijvoorbeeld, als we de Europese wetgeving ten aanzien van zogeheten former Foodstuffs (resten van humane voedselproductie waar veevoer van gemaakt kan worden) wijzigen, kunnen we de oppervlakte die nodig is voor ons varkensvoer met 20 procent terugbrengen en het aantal hectare soja met 268.000 hectare.
Dit artikel afdrukken