Tussen Kerst en Oud en Nieuw was ik opnieuw op bezoek bij Brigitte Allue, de Franse varkensboerin én slagerin waar ik hier eerder over schreef. Ik kocht een gevulde varkenssnuit bij haar. Dat zette me aan het denken.

Nederlanders blieven geen vlees waarin het beest herkenbaar is. Fransen zijn daarin wat makkelijker, maar ook hen gaan snuiten, net als staarten, best ver.
Brigitte heeft zo'n 25 snuiten in de week. Ze vult ze zalig en komt ze makkelijk kwijt. Wij kochten er eentje. De gevoelige neus van het varken is gevuld met onder meer kopvlees - net als in Nederlandse worst - en dient als het ware als vel dat je mee kunt eten met een zalig worstje. Toch wordt in een bedrijf in Lekkerkerk het vlees van de kop van vele miljoenen varkens nagenoeg volledig geautomatiseerd klaargemaakt voor export naar China.

In Nederland worden een kleine 15 miljoen varkens per jaar geslacht. Dat komt neer op minder dan 1 snuit per Nederlander. Toch sturen we die snuiten naar de Chinezen. We missen er zelf een heerlijk en hip worstje aan. Snuit is een überlokaal product, want Nederland barst van de varkens.

Vraag: waarom eet je wel andere worst maar geen gevulde snuit? Het is toch zeker in de mode om afval dichtbij huis te verwerken?

Wie zich afvraagt of het lekker is: nou en af! Het is zelfs een goeie champagne waard.

Fotocredits: Foodlogmedia
Dit artikel afdrukken