Leven is lijden. Zelfs de optimisten en de gelukkigen onder ons juichen niet van de geboorte tot de dood. Wie uitzicht op beter heeft, er op kan vertrouwen dat het wel weer goed komt bij tegenslag en ziekte, ergens mee om kan gaan zonder er onderdoor te gaan, die heeft vermoedelijk een leven dat je een leven ‘in welzijn’ zou kunnen noemen. Ondanks af en toe forse tegenwind.
Fysiek lijden vrij gemakkelijk te beoordelen
En hoe is dat dan voor een dier? Fysiek lijden is vrij makkelijk te beoordelen. Dieren die vermagerd zijn, of juist te vet, teruggetrokken, angstig, apathisch, een doffe vacht hebben, de veren omhoog, er scharrig uitzien. Die voelen zich niet goed en als dat niet aan een kortstondig ‘griepje’ te wijten is maar verworden is tot een chronische staat van zijn, door wat voor omstandigheden dan ook, dan kunnen we gerust zeggen dat er van welzijn geen sprake is.
Mentaal lijden is bij dieren ook wel te zien. Apathie, dwangbewegingen, afzondering, angstbijten. Als reactie op slechte verzorging of zelfs mishandeling, of opperste verveling. Het is zichtbaar en goed herkenbaar.
Wat is dierenwelzijn? is eigenlijk een onmogelijke vraag. Het eerlijkste antwoord is: dat weet ik nietFysiek gezond dier hoeft zich nog niet wel te voelen
Onze dieren leven onder onze hoede, in huis of stal, en doen dat al tienduizenden jaren. Stress om predatoren hebben ze niet, eten en drinken krijgen ze aangereikt. Ze leven in gevangenschap maar ze weten niet beter. Zou je kunnen redeneren. Ze functioneren als levend wezen en als ze niet te vaak (vermijdbaar) ziek zijn zou je daarvan kunnen concluderen dat het met het welzijn wel goed zit. Of is dat te kort door de bocht? Ik denk het wel.
Onbedoeld deed ik ooit een experiment. Ik kreeg een vijftal legkippen uit een destijds regulier kooihuisvestingssysteem, met gebrande snavels. Ze waren gezond, legden eieren, aten en dronken maar ze zagen er bij aankomst niet geweldig uit. Zoals een verslonsde mens in een versleten jas. Ze kregen een hok, waar ze na een gewenningstijd uit mochten. Vanaf toen hadden ze een dagelijkse routine met altijd min of meer hetzelfde rondje om het huis. Stofbadje hier, even rusten daar, beetje pikken links en rechts. Vrolijk gekakel. ’s Avonds weer naar het nest om te slapen en ’s morgens een ei te leggen. Binnen drie weken zagen ze er prachtig uit, vol in een glanzend verenpak. Daar viel wat mij betreft maar één conclusie uit te trekken.
Wat is het welzijn van dieren ons waard?
Over de vraag ‘wat is dierenwelzijn?’ kun je eindeloos, waardenvrij, filosoferen. Een onderliggende, praktischer en concretere vraag is: ‘wat is het welzijn van dieren ons waard?’. Dat is een veel eenvoudiger discussie, immers het is een discussie tussen mensen en we hoeven ons aan interpretatie en extrapolatie niet te wagen. Laten we een antwoord formuleren.
Op 30 november krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Nee, Piet, #35, Jan Peter bedoeld dat we op den duur geen dieren meer houden, zoals we nu ook geen slaven meer houden. Dus geen vlees of zuivel eten, alleen eventueel wat pikken uit de natuur. Ik heb ook wel eens gedacht dat het ooit zover zou kunnen komen. En misschien komt dat nog wel, maar er zal nogal water naar de zee stromen eer het zover is. De traditie van het bouden van dieren is immers duizenden jaren oud. En ik vind het nog steeds legitiem om dieren (Op een goede manier) te houden. Maar dat ben ik nu, in dit tijdsgewricht. Wie weet wordt het over 200 jaar helemaal niet legitiem meer gevonden, en ook ik zou het dan niet legitiem meer vinden, wat je denkt en vindt wordt mede door je omgeving bepaald.
Jan Peter, dieren vrij laten? Moeten de koeienboeren hun staldeuren maar open zetten waardoor er koeien op de snelwegen terecht komen?. Is het gauw gedaan met elektrisch autorijden. En je mag blij zijn dat boeren eigenaar van koeien zijn. Bij een koe op je auto kun je dan een boer aansprakelijk stellen. Niet blij dat koeien op stal staan of in de wei vee-kerend verblijven.?
Willem #31 Ik eet nog steeds vlees, ik heb honden en katten gehad en met voortschrijdend inzicht vind ik dat: nee we zouden geen dieren moeten houden. We zouden ze gewoon vrij moeten laten. Dat levert best problemen op, dat snap ik. Maar ik zie ook de worsteling in mezelf, een mooie Côte de Boeuf is niet te versmaden. Maar is dat echt nodig? En waarvoor? Over een aantal jaren eten we het niet meer. En hebben we geen gezelschapsdieren meer. Het woord alleen al.
Voor de goede orde, het is geen provocatie, het is een worsteling. En stof tot nadenken, in eerste plaats voor mezelf.
Wouter Klootwijk, we zien hier trouwens rond de jachttijd soms fazanten opduiken die de kippenren inwillen. Het kan zijn dat ze diepe inzichten hebben in de kalender van de jager óf dat ze net uit een kooi kwamen en hun voer zochten.
Maar Jopie Duijnhouwer (reactie no 30), een standpunt heb ik niet. Ik ben nergens zeker van als het om dierwelzijn gaat. Ik vertel wat ik waarnam. Dat het me verraste dat kippen met vijf samen in een kooi het hoorbaar (ja dat kun je horen, is in Wageningen ook ernstig bestudeerd) naar de zin hadden. En dat ik in van elkaar verschillende scharrelkippenhouderijen narigheid zag.
Als ik ooit gezegd heb dat ik denk dat dieren in de dierentuin het beter hebben dan in het wild, neem ik dat hier met een rooie kop van schaamte terug. Ik heb jarenlang vlakbij Ouwehands Dierenpark gewoond en kwam er veel. Vreselijk. Die nijlpaarden, zwemmend in een volgescheten grachtje! En de wolven die me nachts wakker hielden met hun lugubere huilen. En de leeuw die een oppasser dood beet en dat toen heer Ouwehand zelf met een geweer naar de kooi liep en de leeuw dood schoot. Die dus eindelijk eens natuurlijk gedrag had vertoond.
Wonderlijk verhaal bij deze, voor de gezelligheid. Een paar jaar geleden vond ik in het kippenhok, dat overdag altijd open stond, zes parelhoenders. Niet eerder gezien. Ze kwamen bij me wonen.
Later hoorde ik dat ze een boerderij, drie kilometer verderop hadden verlaten, bij een andere boerderij terecht kwamen waar het ze kennelijk ook niet beviel om dan maar bij mij te gaan hokken. Lawaaiige dieren. Maar het werd weer stil. Opnieuw op pad? Dat niet. Ze hadden zich verstopt in de begroeiing en kwamen weer tevoorschijn met kuikens. Veel.