Wat de onvoorspelbare Trump precies zal doen nu hij met een duidelijke wettelijke (een meerderheid van kiesmannen) én nadrukkelijke popular vote (een meerderheid van kiezers) tot president van de VS is verkozen, blijft tot het laatste moment onduidelijk. Hij heeft eerder voorgesteld om algemene importtarieven van 10 tot 20% in te stellen op alle buitenlandse producten, met specifieke tarieven van wel 60% voor goederen uit China.

Trumps protectionistische aanpak zal de prijzen van levensmiddelen uit het buitenland in de VS voor het Amerikaanse publiek doen stijgen. Dat zal Europese exporteurs ontmoedigen en vooral de winstgevendheid verminderen van kleine en middelgrote bedrijven die naar de VS exporteren. Juist die bedrijven staan garant voor de diversiteit van het aanbod. Vooral kaas, vlees en bewerkte voedingsmiddelen vanuit de EU kunnen worden beïnvloed door hogere invoerheffingen in de VS.

Spanningen, handelsoorlog en onderhandelingen
Het voorgestelde tarief van 10% op alle EU-import naar de VS zou volgens ABN Amro een daling van het BBP van de EU kunnen veroorzaken, waarbij landen met een hoge handelsafhankelijkheid zoals Duitsland en Nederland het zwaarst getroffen worden. In de meest getroffen sectoren kunnen de inkomstenverliezen aanzienlijk zijn, omdat Europese bedrijven hun concurrentiepositie op de Amerikaanse markt verliezen. Niet-Europese leveranciers of Amerikaanse binnenlandse producten zullen hun plaats innemen.

De hernieuwde focus op tariefverhogingen kan spanningen veroorzaken in de handelsrelatie tussen de EU en de VS. De EU zal tegenmaatregelen overwegen om Europese bedrijven te beschermen tegen nadelige effecten door de invoer van Amerikaanse producten zwaarder te belasten. Trump houdt van wheelen en dealen en zal ook concessies doen als het tegenbod financieel gezond is. De EU heeft bijvoorbeeld nog altijd een technologisch leidende machine-industrie op het gebied van voedselverwerking. Wel moet worden geconstateerd dat die - naar analogie van de auto-industrie - dreigt te verschuiven naar Azië.

Door het internationaal opkomende protectionisme dat door de VS nu mogelijk tot nieuwe economische handelsstandaard wordt verheven, kan het inflatoire effect op voedselprijzen groter kan uitvallen dan het beperkte verlies aan marktvolume suggereert
Race to the bottom
Europese producenten zullen hun markt zien verkleinen. Dat kan leiden tot hogere productiekosten en een moeilijkere toegang tot de Amerikaanse markt. Hogere prijzen van Europese producten in de VS zullen ertoe leiden dat Amerikaanse consumenten vaker voor binnenlandse alternatieven kiezen, zodat de vraag naar Europese importproducten afneemt.

Omdat ook het omgekeerde het geval kan zijn voor Amerikaanse producten die niet meer welkom zijn op Europese en andere markten, ontstaat mogelijk een race to the bottom in de vorm van duurdere producten op markten wereldwijd. De uiteindelijke kosten daarvan belanden bij consumenten, denkt Foodnavigator. Dat zal gebeuren in de vorm van duurder voedsel door deglobalisering. Ook Rabobank concludeert een verdergaande inflatie van de prijzen van voedsel.

Te verwachten valt dat Europese bedrijven zich zullen aanpassen aan de nieuwe omstandigheden. Al op korte termijn zullen ze op zoek gaan naar alternatieve markten of hun exportstrategieën aan te passen om hun producten concurrerender te maken buiten de Amerikaanse markt. Dat deden ze ook in hoog tempo toen Rusland hun producten buitensloot nadat pro-Russische Oekraïeners in juli 2014 vlucht MH-17, met daarin vele Nederlandse passagiers, neerhaalden.

Ammoniak
Daarnaast mag verwacht worden dat de productie van ammoniak, een belangrijke grondstof voor kunstmest, nog sneller naar de VS zal verschuiven. Omdat de VS onder Trump de fossiele industrie ruim baan geeft, is de productie van fossiel-intensieve producten zoals ammoniak aanmerkelijk goedkoper in de VS. Europa heeft echter meer behoefte aan kunstmest, nu ons continent de productie van dierlijk eiwit beperkt en daarmee zijn afhankelijkheid van kunstmest vergroot. Met de onder Trump minder betrouwbare VS als transatlantische partner kan het verstandig zijn de productie van kunstmest in Europa onafhankelijk te maken door lagere tarieven te rekenen voor de fossiele brandstoffen die voor het maken van meststoffen worden gebruikt.

Oekraïne
Oekraïne is op het gebied van zowel dierlijke als plantaardige productie een belangrijke opkomende concurrent van de Europese Unie. Het land zou bij integratie in de EU het al labiele evenwicht tussen de kostprijzen van de West- en Oost-Europese productie verder op scherp hebben gezet. Zodra Oost-Europa overstapt op intensieve grootschalige teelten, blazen Oost-Europese boeren West-Europese qua kostprijs van de kaart op het gebied van zowel dierlijke als plantaardige teelt. Het presidentschap van Trump kan van het westen van Oekraïne een non-EU bufferstaat maken tussen Rusland en de Unie, zodat het gevaar van prijsconcurrentie voor Europese boeren afneemt. Het oosten van Oekraïne - ten oosten van de Dnjepr - kan in Rusland geïntegreerd raken waardoor het de interne Europese markt niet meer kan bereiken. Deze regio produceerde voor Poetins 'speciale militaire operatie' in Oekraïne aanzienlijke hoeveelheden tarwe, maïs, gerst, zonnebloemen en suikerbieten.

Een Duits effect
In 2023 exporteerde Nederland op een totaal van €124 miljard ongeveer €3,4 miljard aan landbouwproducten naar de Verenigde Staten. Dit omvat een breed scala aan producten zoals bloemen, planten, groenten, fruit en vlees. De VS blijft een belangrijke markt voor Nederlandse landbouwexport, maar landen als Duitsland, België en Frankrijk blijven de leidende exportbestemmingen voor Nederland met aanmerkelijk hogere exportwaarden. Grofweg 80% van de Nederlandse export blijft binnen de interne markt van de EU. Door het internationaal opkomende protectionisme dat door de VS nu mogelijk tot nieuwe economische handelsstandaard wordt verheven, vervalt een deel van de incentive om tegen wereldmarktprijzen te produceren, zodat het inflatoire effect op voedselprijzen groter kan uitvallen dan het beperkte verlies van marktvolume suggereert.

Amerikaans protectionisme kan de export van auto’s en machines vanuit Duitsland naar de VS raken, zodat de kwakkelende Duitse economie verder geraakt wordt. Dit kan gevolgen hebben voor de middelen die Duitsers besteden aan in Nederland geproduceerd of verwerkt voedsel dat door Nederlandse duurzaamheidseisen sowieso al duurder aan het worden is. Gegeven de zojuist uit elkaar gevallen Duitse regering en de opkomende rechtse krachten in het land, is niet ondenkbaar dat het land een nationalistische regering krijgt bij de verkiezingen die komend voorjaar vermoedelijk plaats zullen vinden en dan ook een accent gaat leggen op 'eigen voedsel eerst'.
Dit artikel afdrukken