Waarom is de kans op kanker als gevolg van het eten van rood vlees duidelijk verhoogd en hebben andere dieren en echte carnivoren daar geen last van?
Op die vraag zou het antwoord kunnen zijn gevonden door onderzoekers van de University of California, San Diego School of Medicine. Het zou komen door de rol van Neu5Gc, een suiker die voorkomt in het lichaam van andere zoogdieren maar niet in ons lijf. Het stofje kan zich er wel vrij doorheen bewegen. Als wij het (teveel) binnenkrijgen kan het zorgen voor de vorming van kankers, ontstekingen, atherosclerose en zelfs diabetes 2, zeggen de onderzoekers.
Geprepareerde muizen
Zij deden tests op muizen die ze eerst zodanig prepareerden dat hun lichaam - net als het onze - een fors tekort had aan lichaamseigen Neu5Gc. De muizen bleken daarna inderdaad een sterk verhoogde kans op kanker en ontstekingen te laten zien bij het eten van rood vlees als gevolg van een afstotende immuunrespons. Reproductie van de tests op mensen en daarmee bewijsvoering voor de negatieve gevolgen van Neu5Gc in ons lichaam vormt de volgende, niet gemakkelijke uitdaging, zeggen de wetenschappers.
Echte oorzakelijkheid relatie tussen rood vlees en kanker
Met name rood vlees (rund, lam maar ook varken) is rijk aan Neu5Gc. Vlees van niet-zoogdieren (gevogelte, vis) is van nature meer geschikt voor menselijke consumptie, hoewel de onderzoekers geen bezwaar zien in een matige consumptie dat afkomstig is van zoogdieren.
De muizentests, zo beweren de onderzoekers, behoren tot de eerste die daadwerkelijk harde oorzakelijke relaties op stofjesniveau vinden tussen kanker, ontstekingen en rood vlees. Het onderzoek, waarvan de resultaten te vinden zijn op de Proceedings of the National Academy of Sciences, werd onder meer uitgevoerd door de wetenschappers Ajit Varki and Nissi Varki, die een belang hebben in SiaMab Therapeutics, een bedrijf dat antistoffen tegen Neu5Gc ontwikkelt.
Fotocredits: Day 45, Matt Preston
Dit artikel afdrukken
Op die vraag zou het antwoord kunnen zijn gevonden door onderzoekers van de University of California, San Diego School of Medicine. Het zou komen door de rol van Neu5Gc, een suiker die voorkomt in het lichaam van andere zoogdieren maar niet in ons lijf. Het stofje kan zich er wel vrij doorheen bewegen. Als wij het (teveel) binnenkrijgen kan het zorgen voor de vorming van kankers, ontstekingen, atherosclerose en zelfs diabetes 2, zeggen de onderzoekers.
Geprepareerde muizen
Zij deden tests op muizen die ze eerst zodanig prepareerden dat hun lichaam - net als het onze - een fors tekort had aan lichaamseigen Neu5Gc. De muizen bleken daarna inderdaad een sterk verhoogde kans op kanker en ontstekingen te laten zien bij het eten van rood vlees als gevolg van een afstotende immuunrespons. Reproductie van de tests op mensen en daarmee bewijsvoering voor de negatieve gevolgen van Neu5Gc in ons lichaam vormt de volgende, niet gemakkelijke uitdaging, zeggen de wetenschappers.
Echte oorzakelijkheid relatie tussen rood vlees en kanker
Met name rood vlees (rund, lam maar ook varken) is rijk aan Neu5Gc. Vlees van niet-zoogdieren (gevogelte, vis) is van nature meer geschikt voor menselijke consumptie, hoewel de onderzoekers geen bezwaar zien in een matige consumptie dat afkomstig is van zoogdieren.
De muizentests, zo beweren de onderzoekers, behoren tot de eerste die daadwerkelijk harde oorzakelijke relaties op stofjesniveau vinden tussen kanker, ontstekingen en rood vlees. Het onderzoek, waarvan de resultaten te vinden zijn op de Proceedings of the National Academy of Sciences, werd onder meer uitgevoerd door de wetenschappers Ajit Varki and Nissi Varki, die een belang hebben in SiaMab Therapeutics, een bedrijf dat antistoffen tegen Neu5Gc ontwikkelt.
Fotocredits: Day 45, Matt Preston
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
En zorg ervoor dat het rode vlees niet aanbakt/verbrandt en gebruik geen margarine. Dat scheelt weer 2 confounders.
Eens met Piet; zowel het verband roodvlees-kanker, als de rol van Neu5Gc, zijn omstreden: Varki is typisch een voorbeeld van een onderzoeker met conflict of interest.
De beschikbare data mbt het zwakke/afwezige/wisselende verband roodvlees/bewerktvlees en kanker kunnen veel simpeler verklaard worden door de rol van nitriet (een conserveermiddel dat vaak in vleeswaren en in sommige landen in roodvlees gebruikt wordt). Voor nitriet is een plausibel biochemisch mechanisme beschikbaar, en de link met epidemiologie is consistent: vleeswaren geven een (klein) risico; rood vlees geeft een risico in landen waar nitriet gebruikt mag worden als conserveermiddel/kleurverbeteraar.
Hallo Dick; Het artikel begint met een vraag waarin het als een vaststaand feit gegeven word dàt het eten van rood vlees de kans op kanker verhoogd. Ergo; duidelijk (!) verhoogd. Er zijn geen betrouwbare studies die dit bevestigen, anders zou ik dit geweten hebben. (Ik heb de beschikking over vrijwel alles wat gepubliceerd wordt) Vandaar dat ik even in herinnering wilde roepen dat uit een van de meest degelijke studies aangaande voeding in relatie tot gezondheid “The China Study” (de originele!) geen enkele significante samenhang tussen de consumptie van rood vlees en tal van ziektes heeft gevonden. Universiteiten publiceren graag en veel. Veel ervan heeft een t.h.t. datum van slechts enkele weken. De University of California, San Diego School of Medicine bouwt heel wat mitsen en maren in. Terecht want door eerst wat knaagdiertjes te prepareren en vervolgens rood vlees te voeren is er nog lang geen oorzakelijk relatie tussen rood vlees en kanker. De stress van de knagers die zoals bekend geen carnivoren zijn maar nu niet anders kunnen? De onderzoekers hebben nu de Neu5Gc op de suikerkorrel, want suiker, vet en calorieën zijn immers de gezworen vijanden van het gezonde menselijke lichaam ook al heeft nog niemand daar een spoor van bewijs voor geleverd. Het feit dat de Uni samenwerkt met een bedrijf dat antistoffen tegen Neu5Gc ontwikkelt werkt verstrengeling van belangen in de hand. Onderzoeken naar kanker bieden de mogelijkheid om lekker aan de gang te blijven. De subsidiepotten van kankerfondsen zijn goed gevuld en vullen zich steeds opnieuw. Er moet dan wel zo nu en dan wat gepubliceerd worden. Dat hoeft dan ook niet per se zinvol te zijn. Tot slot word er nog opgemerkt dat gevogelte en vis van nature meer geschikt zou zijn voor menselijke consumptie? Ook dat lijkt mij een onbewezen stelling. Graag dus een link naar de bewijzen hiervoor of is dit misschien ook een canard?
Piet, kun je uitleggen waarom de ontdekking van Neu5Gc als boosdoener door de teksten die je hier aandraagt moet worden weerlegt? Ik kan de argumenten er nl. niet in ontdekken.
De Varki's geven aan niet tegen vlees te zijn. Er zou zomaar een onderzoekshypothese kunnen worden geformuleerd dat we het prima doen op een beetje. U-shaped toxische relaties zijn een bekend fenomeen tenslotte.
Nog wat leesvoer voor diegene die zonder bezwaren een stukje vlees willen eten.
EPIC-Deelstudie: “Vlees consumptie en mortaliteit”
Door Nikolaus Ott, EU.L.E.e.V.
Beweringen
In de media beweren diverse Voedings –en Gezondheidsexperts, alsook de Veganisten-lobby, dat de EPIC-Studie zou bewijzen dat het consumeren van vlees zou leiden tot meer sterfgevallen. Echter uit de feitelijke samenvatting van de studie blijkt iets heel anders.
In “Abstract” word onder het kopje “Results” weliswaar geconstateerd dat de consumptie van rood vlees verbonden is met enige verhoging van de totale sterfte, maar deze uitkomst is statistisch niet significant en daarmee van weinig waarde. Ook gevogelte correleert niet met hogere sterfte. Een verhoogde sterfte kan evenwel aangetoond worden bij het eten van bewerkt vlees; dit ligt bij een consumptie van 160 gram en meer, omstreeks 44 % hoger als bij het eten van 10 tot 19,9 gram worst. Dit berust op een significante toename van het aantal hart -en vaatziekten, kanker en andere doodsoorzaken. Zouden die mensen minder dan 20 gram worst per dag eten, dan zouden 3,3 % van alle sterftegevallen vermeden worden.
Werkelijke Studie uitkomsten
In totaal namen 448.568 mannen en vrouwen tussen de 35 en 69 jaar, aan de Studie deel, Ze werden gemiddeld 12,7 jaar geobserveerd. In deze tijdspanne stierven 26.344 personen.
Anders dan hoe het in de media gebracht word, bevestigd de Studie dat een verhoogde sterfte niet parallel loopt met het afzien van vlees. Daarentegen zou er een minimale samenhang kunnen zijn bij bewerkte waren. Leest men de Studie, dan word snel duidelijk, dat de beweringen in “Abstract” niet correct weergegeven worden.
Op pagina 4 van de Studie is het: “Low consumption of poultry was associated with increased all-cause mortality compared with moderate consumption […] but there was no association of high poultry consumption compared with moderate consumption.” Aldus diegene die “te weinig” gevogelte eet, gaat eerder dood. Tabel 2 toont dat de personen die maximaal 4,9 gram gevogelte per dag aten, als eerste dood gingen. Het langste leefden diegene die dagelijks 20 tot 79,9 gram gevogelte aten.
Ook bij “rood” vlees leven de consumenten niet langer wanneer zij er tijdelijk genoeg van eten: “However, all-cause mortality was higher among participants with very low or no red meat consumption.” (Pagina 6). Kijkt men hier nu weer naar tabel 2, dan ziet men hier de laagste sterfte bij een consumptie van 40 tot 79,9 gram per dag! Dat wil zeggen om de twee dagen een biefstukje of een schnitzel - en op de andere dagen kipvleugeltjes. Zelfs bij een consumptie van 80 tot 159,9 gram bewerkt vlees, dus bijna iedere dag een biefstukje, is de sterfte lager als bij vegetariërs (in de categorie 0 tot 9,9 gram “rood vlees”).
Ook de uitspraak ‘een verhoogde sterfte hangt samen met bewerkt vlees’ word in de Studie beperkt: De statistisch significante samenhang geld alleen voor mannen, zie pagina 6 van de Studie (“the association was statistically significant only among men (HR = 1.35, 95 % CI 1.16 to 1.58, 160+ versus 10 to 19.9 g/day), but among woman (HR = 1.38, 95 % CI 0.95 to 2.00; P-interaction 0.88.”) Kunnen nu tenminste de vegetarische mannen opgelucht adem halen? Nee, want ook hier geld: wie geen of weinig worst eet, heeft een hoger overlijdensrisico als diegene die daar meer van consumeren. (zie tabel 2 en figuur 1).
De algehele mortaliteit hangt overigens niet alleen af van het eten van rood vlees, maar ook van je paspoort, dus de nationaliteit van de Studiedeelnemers (zie pagina 7). Het blijft in het duister tasten welke landen dat nu precies zijn. Deze verschillen konden volgens de auteurs niet teruggevoerd worden op de risicofactoren die in het werk genoemd werden. Bijgevolg rijst dus de vraag of er geen wezenlijke oorzaken bij de statistische weggepoetst zijn.
Statistiek
Gedurende de gemiddelde Studieduur van meer dan 12 jaar, stierven minder dan 6 % van de Studiedeelnemers. Daar de Studiedeelnemers door hun vleesconsumptie in 6 groepen onderverdeeld werden, verliezen de uitkomsten voor de doodsoorzaken voor de afzonderlijke groepen nogmaals aan relatieve waarschijnlijkheidgehalte vergeleken met de groepen onder elkaar (zie tabel 5).
De statistische significantie van de gegevens loopt uiteen door de te hoge p-waardes, respectievelijk de betrouwbaarheidsinterval die het een insluit, worden niet gegeven. Dit geldt niet alleen in die gevallen die de auteurs aanhalen, soms voor rood vlees of voor vrouwen, die bewerkt vlees consumeerden, maar ook voor talrijke andere. Zo is de enigste groep Gevogelte-eters, waarbij de gezamenlijke sterfte significant was, die met de minste gevogelte consumptie (0 tot 4,9 gr. Per dag), toch die Studiegroep waarin de Studiedeelnemers het vroegste stierven (zie tabel 2).
De waarde van de Studie word door de gehanteerde berekeningsmethode ondermijnd. Zo werd de algehele mortaliteit onder andere met “uncalibrated and calibrated models” berekend. De in “Abstract” aangeduide 18 % hogere sterfte bij consumptie van 50 gram bewerkt vlees, berust op de 44 % hogere sterfte uit de groep met de hoogste consumptie bewerkt vlees, dat weer op een andere manier berekend werd. Dat deze beide methodes andere uitslagen opleveren word zichtbaar aan de hand van een vergelijk tussen figuur 1 en tabel 2. Kijkt men bijvoorbeeld in tabel 1 naar de groep met een verbruik van 80 tot 160 gram worst, dan ligt de doorsnee mortaliteit bij 1,20. Vergelijkt men dit met figuur 1, dan ligt hier al bij 80 gram een hogere mortaliteit van 1,27. Zouden de ten grondslag liggende gegevens en berekeningsmethodes hetzelfde zijn, dan mag de totale mortaliteit mathematisch gezien in figuur 1 niet hoger als 1,20 liggen. Of het moet zijn dat er helemaal geen verhoging was, wat echter uit deze Studie niet blijkt. De auteurs beweren in ieder geval dat, om het even hoe men de groepen ook indeelt, de verhoging er nagenoeg en algemeen is. Ook tabel 2 geeft lagere sterftecijfers als in figuur 1.
Een verder punt van kritiek doet zich voor bij de indeling naar het soort verorbert vlees (rood vlees, witvlees en bewerkt vlees) in de onderscheidende drie groepen. Wat voor vlees is nu precies rood, wit, of bewerkt? Wie daar kennis van heeft die weet dat het de uitkomsten van deze Studie erg zal beïnvloeden. In deze Studie is onduidelijk hoe bewerkt vlees eigenlijk ingedeeld werd. Zo is bewerkt vlees volgens de auteurs overwegend rood en in weinige gevallen wit. Hoe zou het gaan met vlees uit de Fastfood ketens? Zijn de Chicken Nuggets uit het vriesvak, de frietzaken of de snackindustrie, nu witvlees of bewerkt vlees? Wordt het tot het witvlees gerekend, dan volgt hieruit onmiddellijk, Fastfood doet de mortaliteit dalen.
Beoordeling
De Studie weerspreekt de door Veganisten –en Vegetariërs graag uitgedragen stelling dat het afzien van vlees gezond is. Precies het tegenovergestelde. Als de calculaties van de auteurs kloppen. Is het vegetariër zijn, en al helemaal het veganist zijn, een riskante voedingsmethode. Door de willekeurige keuze van de groepsindeling mag men er van uitgaan dat ze bewust in het nadeel van vleesconsumenten gekozen werden.
De onderscheidende gegevens over algehele mortaliteit baseren zich op ongelijke berekeningsmethoden en spreken elkaar tegen. Zouden de auteurs het compleet afzien van vlees en worst met mortaliteit in verbinding gebracht hebben, was het snel duidelijk dat er iets aan de hand was, maar deze cijfers ontbreken merkwaardigerwijze.
De in “Abstract” gedane uitspraak ‘door een beduidend mindere consumptie van bewerkt vlees zouden 3,3 % van de sterftegevallen vermeden kunnen worden’, is zeer in twijfel te trekken, want de dood van mensen laat zich gewoonlijk niet vermijden, iedereen moet eens overlijden. Hoogstens verleend de dood even uitstel. Zou de Studie professioneel geweest zijn, dan zouden de uitspraken over gewonnen levensduur gaan. Waren zij waarachtig dan zouden ze ook het risico bij een vegetarische levenswijze vermeld hebben. Want daarom gaat het bij de vraagstelling in deze Studie. Het zou interessant zijn om te weten, hoeveel mensen in de EU door het afzien van dierlijke levensmiddelen elk jaar “vroegtijdig sterven”.