Aardappels staan bekend als dikmakers. Maar dat zijn niet de aardappelen zelf, maar alles wat we er mee doen: frituren, poffen en vullen met zure room, in de aardappelsalade met veel mayonaise, bakken in ganzenvet, gratineren met flink veel gesmolten kaas of gewoon een flinke lepel jus... De aardappel in zijn pure vorm, zonder alle franje, blijkt juist een ware gezondheidsbom, meldt de Huffington Post. Op één voorwaarde: je moet ze niet schillen.

Aardappels zijn gezond want:
1. Ze zitten barstensvol kalium: gemiddeld 1.600 milligram per aardappel - met schil!, dat is de helft van de dagelijks benodigde hoeveelheid (volgens de Amerikaanse voedingsaanbevelingen). Om het even te vergelijken: in een banaan, die ook als goede bron van kalium bekend staat, zit een kwart van die hoeveelheid.
2. In de schil zitten veel voedingsvezels. In een gemiddelde aardappel wel 7 gram. Schil je je pieper, blijft er maar 1 gram voedingsvezel over. Vezels helpen je je verzadigder te voelen en zouden gunstige gezondheidseffecten hebben voor je hartgezondheid, cholesterolniveau en diabetesrisico..
3. Er zit veel vitamine C in: 29 milligram in een grote aardappel. Dat is ongeveer een derde van wat er in die andere vitamine-C bom, de sinaasappel zit.
4. Ze zijn een goede bron van mangaan - een minder bekende nutriënt. Mangaan is nodig om eiwitten, koolhydraten en cholesterol in je lichaam te verwerken, en speelt ook een rol in de botopbouw. Eén aardappel - met schil - levert je een derde van de dagelijks benodigde hoeveelheid mangaan op.
5. Er zit veel vitamine B6 in. Een minder bekende vitamine, die echter een essentiële rol speelt in onze hart-en-vaat-, spier- en zenuwstelsels en onze immuun- en spijsverteringssystemen. Eén aardappel per dag levert al bijna de helft van alle B6 die je nodig hebt.

Fotocredits: Potatoes, Jamonation
Dit artikel afdrukken