Het Centraal Bureau voor de Statistiek becijferde recent dat ongeveer de helft van de Nederlanders één of meer chronische ziekten heeft. Dat komt, zo denken veel mensen, doordat we ouder worden. En ouderdom komt met gebreken: boven de 75 jaar is bijna 90% van ons ziek. In zogenoemde blauwe zones worden mensen echter heel oud zonder chronische ziekte. Ouderdom verhoogt wel de kans, maar gaat zeker niet per definitie met ziekte gepaard. Waarom zijn wij dan massaal ziek op oudere leeftijd?

Ingegeven door de manier waarop we onze samenleving hebben ingericht, leven we bijna allemaal verkeerd en onze genen bepalen welke ziekte we daarvan krijgen
We leven verkeerd
We weten steeds beter dat vrijwel alle ‘grote’ chronische, niet overdraagbare aandoeningen van vandaag (diabetes type 2, hart- en vaatziekten, kanker, astma, depressie, reuma, chronische darmontstekingen) het gevolg zijn van de wisselwerking tussen onze leefstijl, erfelijke aanleg en/of het verouderingsproces. Ingegeven door de manier waarop we onze samenleving hebben ingericht, leven we bijna allemaal verkeerd en onze genen bepalen welke ziekte we daarvan krijgen.

Leefstijl, veroudering en complexe systeemziekte
Veroudering verhoogt vaak het risico op ziekte. Hoe werkt dat? Onze cellen raken voortdurend beschadigd door bijproducten van onze eigen stofwisseling en door invloeden van buitenaf. Te veel en verkeerd eten, te weinig beweging, chronische stress, te weinig slaap, roken en giftige stoffen versnellen beschadiging. Dat leidt tot ziekte, vooral bij mensen die erfelijke aanleg hebben en/of die wat ouder zijn.

Hoewel pillen zeker hun functie hebben, is het een illusie dat we de problemen daarmee oplossen
In de blauwe zones eten mensen vooral onbewerkt voedsel, bewegen elke dag tot op hoge leeftijd, hebben weinig stress, sterke sociale contacten en een relatief schone leefomgeving. Al die dingen maken dat ze traag verouderen en veel minder ‘verouderingsziekten’ als diabetes, hart- en vaatziekten, kanker en dementie krijgen.

Ons zorgsysteem
Ons zorgsysteem stamt uit de 19e eeuw en is bedoeld om de ziekten van die tijd te genezen. We hadden toen vooral te maken met aandoeningen met één, goed aanwijsbare oorzaak, zoals infecties en ongelukken. Mensen wachtten totdat ze ziek werden, gingen naar de dokter die een pil voorschreef of opereerde, waarmee het probleem opgelost was.

In de loop van de vorige eeuw is de aard van onze ziekten echter fundamenteel veranderd. We hebben nu te maken met multifactoriële, complexe systeemaandoeningen. En wij vertrouwen in ons zorgmodel nog steeds op pillen om de schade te herstellen. Hoewel pillen zeker hun functie hebben, is het een illusie dat we de problemen daarmee oplossen. Dat heeft twee redenen.

Symptoombestrijding en bijwerkingen
In de eerste plaats vragen de systeemziekten van vandaag om (veel) meer dan één medicament, omdat de fysiologie in meerdere domeinen ontspoord is. Alle medicijnen hebben bijwerkingen, en niemand kan zeggen hoe de verschillende medicijnen bij een bepaald persoon op elkaar inwerken. Medicijnen zijn bovendien (meestal) duur.

Maar er is nog een andere, veel belangrijker reden waarom pillen niet de oplossing zijn. Ze pakken de bron van het kwaad niet aan, maar bestrijden alleen de symptomen. Zolang we onze leefstijl niet aanpassen is het dweilen met de kraan open. Dat betekent overigens niet dat pillen waardeloos zijn. De symptomen dragen vaak bij aan de ziektelast. Maar het ziekteproces verdwijnt niet zolang ons gedrag niet verandert.

Dokters als adviseurs
De ziekten van vandaag vragen bovendien om een actieve rol van patiënten. Mensen kunnen en moeten veel meer zelf doen om hun ziekte te genezen. Ze moeten verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen gezondheid. Zij zijn immers de enigen die iets aan hun manier van leven kunnen doen. Dokters en andere gezondheidswerkers worden adviseurs in plaats van stuurlui. Ze adviseren en motiveren patiënten om hun leefstijl op de juiste manier aan te passen. Coaching is daarbij van groot belang. Het kan geenszins de bedoeling zijn om mensen het bos in te sturen met hun ziekte. Integendeel.

Dit alles betekent niet dat wat ik de ‘traditionele’ geneeskunde zou willen noemen, waardeloos is. Leefstijlgeneeskunde moet worden geïntegreerd in het traditionele model. Het is denk ik een illusie dat leefstijlaanpassing alles oplost, net als het een illusie is dat medicijnen dat gaan doen.

Een maatschappelijk probleem
Tot slot: in wezen is de grote ziektelast van vandaag een maatschappelijk probleem. Ons gedrag wordt voor een groot deel bepaald door onze omgeving. Ik ben ervan overtuigd dat we een verloren strijd voeren als we de bestrijding van de ziekten van deze tijd aan de zorg overlaten. Om gezonder te worden, zullen we gezamenlijk politieke besluiten moeten nemen over de inrichting van onze samenleving. Dat zal offers vragen, maar uiteindelijk is een gezonde samenleving de meest succesvolle.

Het Nederlands Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde
Onlangs hebben TNO en LUMC het Nederlands Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde opgericht. Het NILG is een non-exclusief platform voor kennisinstellingen, patiëntenverenigingen, bedrijfsleven, overheid en gezondheidsfondsen, dat zich richt op innovatie, implementatie en educatie van leefstijlgeneeskunde in de gezondheidszorg.

Hanno Pijl is internist en hoogleraar in het vakgebied diabetes en overgewicht. Ook is hij een van de initiatiefnemers van het NILG. Dit artikel verscheen vorige week op de website van het LUMC.
Dit artikel afdrukken