Tijdens het Nationaal Congres Volksgezondheid in de Utrechtse Jaarbeurs op 10 april jongstleden vroeg ik Hugo Backx naar de aanleiding, opzet, doelen en onder de oppervlakte loerende vraagstukken van het Preventieakkoord dat er moet gaan komen. Het is een uitvloeisel van het regeerakkoord dat onder druk van maatschappelijke organisaties zei dat er veel meer gedaan moet worden aan preventie.

Het kabinet Rutte III formuleert zijn doelen vooral bezuinigend: hervomingen zijn niet nodig en er moet jaarlijks €1,9 miljard uit de bestaande zorgbegroting kunnen verdwijnen. In het Regeerakkoord valt op p. 13 te lezen: Zorg gaat iedereen aan. Iedere dag dragen duizenden zorgprofessionals met hun kennis en toewijding bij aan de kwaliteit van leven van mensen en hun omgeving. Niet voor niets behoort onze zorg tot de beste van Europa. Tegelijkertijd maken veel mensen zich zorgen of de zorg die zij nodig hebben er wel is en of zij die kunnen betalen. Daar maken we werk van. Nieuwe hervormingen zijn niet nodig, wel verbeteringen. Uitgangspunt is goede zorg voor iedereen op de juiste plek op het juiste moment. In preventieakkoorden moet het nodige geregeld worden op gebied van het voorkomen van ziekte en zorgbehoeften die resulteren uit verkeerde voeding, roken en overmatig alcoholgebruik. Dat moet kosten in de zorg besparen. Rutte-III wil meerjarenakkoorden sluiten voor medisch-specialistische zorg, ggz, huisartsenzorg en wijkverpleging voor de periode 2019-2022. Gezamenlijk moeten deze akkoorden vanaf 2021 de schatkist jaarlijks €1,9 miljard besparen.

Als we ons dat realiseren: waar gaan de gesprekken aan die preventietafels precies over? Wie mogen aan tafel? Wie moeten aan tafel? Kan van de commerciële partijen verwacht worden dat ze belangrijke delen van hun omzet opgeven (we eten immers teveel en teveel voedsel dat we beter kunnen laten staan) en hoe wordt daarmee omgegaan? Is er nagedacht over de vraag wanneer preventie voldoende is, hoeveel pleziertjes het mensen afneemt en hoe ze daarop zullen reageren? Mogen we er als burgers die het aangaat ook nog iets van vinden?

Ik herinner me van het gesprek vooral hoe het zich geleidelijk ontwikkelde van een heel onnozele beginvraag tot de vergaande ontdekking dat het Preventieakkoord misschien zou moeten gaan over de vraag: als we Nederland dan toch preventief gaan verbouwen, moeten we het dan niet hebben over de vraag wat voor samenleving we willen?

Dit artikel afdrukken