De op dit moment geldende vrijstelling voor het bovengronds opbrengen van dierlijke mest loopt dit jaar af. De huidige minister van Landbouw, Carola Schouten, wil niet aan verlenging denken. Ze vindt dat bovengrondse aanwending van dierlijke mest leidt tot een grotere ammoniakuitstoot. Het is vragen om problemen in een gevoelig dossier.

Kamerleden Tjeerd de Groot (D66) en Frank Futselaar (SP) zeggen dat slechts een kleine groep van de vrijstelling gebruikmaakt. Daarom dienden de twee Kamerleden een motie in om de vrijstelling te verlengen. Volgens de minister is de groep boeren die bovengronds mest uitrijdt in de laatste vijf jaar, de termijn van de vrijstelling, gegroeid van 150 naar meer dan 400. De minister is bang voor precedentwerking. "Als ik vrijstelling geef, is dat niet helemaal beperkt tot een specifieke groep die op een bepaalde manier voedsel aan dieren geeft", zegt ze op Melkvee. "Een vrijstelling is een vrijstelling."

De minister is bang dat het ammoniakbeleid leidt tot inperking van de ontwikkelruimte van andere boeren, omdat bovengronds uitrijden van mest meer uitstoot tot gevolg heeft. Volgens De Groot is het nu juist een belangrijke vorm van boeren voor de toekomst. Het zou bij uitstek passen in de kringlooplandbouw die de minister van de Kamer moet ontwikkelen. Tijdens een congres in de Utrechtse Jaarbeurs hield De Groot gisteren een gloedvol betoog voor kringlooplandbouw. Over de gevolgen voor het geldende regels zei hij dat er dringend experimenteerruimte nodig is voor nieuwe vormen van landbouw. Die zullen veelal niet gereguleerd kunnen worden met bestaande wetgeving.

Huib Schoonhoven filmde het aanbieden van de motie van de Vereniging Vereniging tot Behoud van Boer en Milieu (VBBM) aan de Commissie voor Landbouw in de Tweede Kamer. De VBBM wil wettelijke verankering van het recht op bovengrondse mestaanwending.

Dit artikel afdrukken