Dat zegt de Utrechtse historicus en econoom Bas van Bavel in gesprek met de NRC. "Als de markt dominant wordt, ontstaat een race to the bottom”, klinkt het.
Hoogleraar Bas van Bavel publiceerde op basis van het onderzoek van zijn team het boek The Invisible Hand? - met een vraagteken en verwijzing naar het begrip van Adam Smith, de eerste officiële vrije markt denker.
Op basis van historisch onderzoek over een 25 eeuwen menselijke economische geschiedenis concludeert hij dat de vrije markt gedachte uiteindelijk leidt tot het winner takes all principe. Dat maakt lui en cumuleert kapitaal in weinig handen, die door hun zeggenschap en investeringsmacht kunnen besluiten over het verloop van markten.
Volgens Van Bavel steekt de crux niet in de vrije verhandelbaarheid van goederen, maar in het rentmeesterschap waarmee groepen van individuen hun arbeid, grond en (kleine) kapitaal zowel economisch als sociaal effectief moeten kunnen inzetten. Die elementen noemt hij 'bouwstenen van het leven'.
Instituties
Van Bavel noemt boeren- en andere leefgemeenschappen als mogelijke alternatieven. Dergelijke instituties zijn voor van Bavel een betere basis voor de economie dan de vrije markt of een louter staatsgeleide economie. Van Bavel: „Veel mensen denken dat alleen de staat of de markt productiefactoren kunnen verdelen, maar er zijn tal van andere instituties die deze rol kunnen vervullen en ook hebben vervuld. Denk ten eerste aan de familie. Boerenbedrijven en ondernemingen zijn vaak generaties lang overgedragen binnen de familie. Dan is de familie het instituut waarbinnen grond, kapitaalgoederen en arbeidskracht uitgewisseld worden. Daar komt geen vrije markt aan te pas. Ander voorbeeld: huishoudelijk werk en de zorg voor de kinderen werden eeuwenlang via de familie toebedeeld aan de vrouw. Vandaag de dag wordt via de vrije markt een huishoudelijke hulp gezocht en een crèche voor de kinderen. De vrouw biedt nu zelf haar arbeid aan op de markt.
Maar je kunt in de geschiedenis aan veel meer instituties denken. Ruimer dan de familie is er de clan, de stam of de dorpsgemeenschap. Tot anderhalve eeuw geleden kende Nederland ook zogeheten marken en meentgenootschappen, waarbinnen grond via het collectief ter beschikking werd gesteld aan boeren. Denk ook eens aan corporaties en coöperaties of een gilde, waarbinnen arbeid en bezit toebedeeld of gereguleerd werden. Vooral coöperaties hebben in Nederland in de twintigste eeuw een grote rol gespeeld.”
Over kantelpunt heen
Volgens Van Bavel heeft zijn onderzoeksgroep aangetoond dat de kapitaalmarkt niet de aanjager van economische groei is, maar het gevolg ervan. Omdat een kleine elite veel kapitaal cumuleert, moet het ook een uitweg vinden om dat kapitaal te beleggen. Pas op dat moment vormt zich een markt waarop kapitaal verhandeld wordt. "Maar de welvaart van de betreffende samenleving is dan al over haar hoogtepunt heen”, zegt Van Bavel.
Volgens Van Bavel zou een corrigerende belasting op het vermogen dat té ongelijk in handen van een te beperkt aantal rijke mensen is gekomen het tij moeten keren. De samenleving beweegt nu naar een situatie waarin een grote kaste van have nots zich opbouwt en voor destabilisering kan zorgen. Hij vreest dat het kantelpunt waarop dat met weinig verzet van de te rijk geworden klassen had gekund inmiddels te ver voorbij is gestreefd. Als hij gelijk heeft in zijn analyse en oplossing kan dat alleen met een geleid economisch geweldsingrijpen vanuit de overheid en herstel van institutionele machten. Het alternatief is de pijnlijkere woede over ongelijkheid die zich onder het volk opkropt en onder meer door populisten kan worden losgemaakt.
Dit artikel afdrukken
Op basis van historisch onderzoek over een 25 eeuwen menselijke economische geschiedenis concludeert hij dat de vrije markt gedachte uiteindelijk leidt tot het winner takes all principe. Dat maakt lui en cumuleert kapitaal in weinig handen, die door hun zeggenschap en investeringsmacht kunnen besluiten over het verloop van markten.
Volgens Van Bavel steekt de crux niet in de vrije verhandelbaarheid van goederen, maar in het rentmeesterschap waarmee groepen van individuen hun arbeid, grond en (kleine) kapitaal zowel economisch als sociaal effectief moeten kunnen inzetten. Die elementen noemt hij 'bouwstenen van het leven'.
Instituties
Van Bavel noemt boeren- en andere leefgemeenschappen als mogelijke alternatieven. Dergelijke instituties zijn voor van Bavel een betere basis voor de economie dan de vrije markt of een louter staatsgeleide economie. Van Bavel: „Veel mensen denken dat alleen de staat of de markt productiefactoren kunnen verdelen, maar er zijn tal van andere instituties die deze rol kunnen vervullen en ook hebben vervuld. Denk ten eerste aan de familie. Boerenbedrijven en ondernemingen zijn vaak generaties lang overgedragen binnen de familie. Dan is de familie het instituut waarbinnen grond, kapitaalgoederen en arbeidskracht uitgewisseld worden. Daar komt geen vrije markt aan te pas. Ander voorbeeld: huishoudelijk werk en de zorg voor de kinderen werden eeuwenlang via de familie toebedeeld aan de vrouw. Vandaag de dag wordt via de vrije markt een huishoudelijke hulp gezocht en een crèche voor de kinderen. De vrouw biedt nu zelf haar arbeid aan op de markt.
Maar je kunt in de geschiedenis aan veel meer instituties denken. Ruimer dan de familie is er de clan, de stam of de dorpsgemeenschap. Tot anderhalve eeuw geleden kende Nederland ook zogeheten marken en meentgenootschappen, waarbinnen grond via het collectief ter beschikking werd gesteld aan boeren. Denk ook eens aan corporaties en coöperaties of een gilde, waarbinnen arbeid en bezit toebedeeld of gereguleerd werden. Vooral coöperaties hebben in Nederland in de twintigste eeuw een grote rol gespeeld.”
Over kantelpunt heen
Volgens Van Bavel heeft zijn onderzoeksgroep aangetoond dat de kapitaalmarkt niet de aanjager van economische groei is, maar het gevolg ervan. Omdat een kleine elite veel kapitaal cumuleert, moet het ook een uitweg vinden om dat kapitaal te beleggen. Pas op dat moment vormt zich een markt waarop kapitaal verhandeld wordt. "Maar de welvaart van de betreffende samenleving is dan al over haar hoogtepunt heen”, zegt Van Bavel.
Volgens Van Bavel zou een corrigerende belasting op het vermogen dat té ongelijk in handen van een te beperkt aantal rijke mensen is gekomen het tij moeten keren. De samenleving beweegt nu naar een situatie waarin een grote kaste van have nots zich opbouwt en voor destabilisering kan zorgen. Hij vreest dat het kantelpunt waarop dat met weinig verzet van de te rijk geworden klassen had gekund inmiddels te ver voorbij is gestreefd. Als hij gelijk heeft in zijn analyse en oplossing kan dat alleen met een geleid economisch geweldsingrijpen vanuit de overheid en herstel van institutionele machten. Het alternatief is de pijnlijkere woede over ongelijkheid die zich onder het volk opkropt en onder meer door populisten kan worden losgemaakt.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
De research van Van Bavel startte voor 2008 - de bankencrisis - en het werk van Thomas Piketty dat dezelfde analyse maakt van het functioneren van kapitaalmarkten en hun uitwerking op de stabiliteit van maatschappijen. Van Bavels groep pakte er 2.500 jaar geschiedenis bij. Indrukwekkend, zij het uitgevoerd door slechts 6 onderzoekers met hun noodzakelijke beperkingen
Het boek van Joris Luyendijk over de Londense bankwereld die als socioloog in de bankenwereld stapte, steekt er inmiddels bleek bij af vanwege het gebrek aan historische en bestuurlijke feitelijkheid en dito besef.
Voor wie het interesseert: pak het nog heel veel oudere boek (2000) Empire van de neo-marxisten Negri en Hardt er ook nog eens bij. Dat klinkt (heel) veel harder en surreëler, maar is gebouwd op exact dezelfde logica en parameters.
De uitgangspunten voor analyse zijn allemaal gelijk: geef krachtige en imaginatieve individuen de ruimte (= de gedachte die in de 17e en 18e eeuw zich in Europa ontwikkelde en die economisch tot volle wasdom kwam in de VS) en je krijgt een systeem dat aan de top rijk wordt, nog slechts geïnteresseerd is in het rondpompen van geld en daaraan (niet aan het welzijn dat geld zou moeten creëren) wil verdienen. Dat systeem heeft het publiek als koopvee en werkslaaf nodig, maar verder niet. Het publiek is als het ware een 'noodzakelijk kwaad'; die visie wordt zelfs van staatswege gefaciliteerd. Dat pikt het publiek echter niet en - op dat moment worden dergelijke analyses ook meteen politiek - komt in opstand.
Interessant bij Van Bavel is zijn oplossing: de oude instituties waren zo gek nog niet.
De volgende interessante vraag is: hoe gaan we om met het institutioneel wantrouwen dat groter is dan ooit? Juist dat grote publiek (In Nederland: ca. 4 miljoen vermogenloze mensen in Nederland met een niettemin flink consumptief patroon) vertrouwt niemand meer, maar wel Wilders, Farage en Le Pen.
Nog interessanter: omdat duurzaamheid - dé uitdaging van onze tijd - alles te maken heeft met onze omgang met de bodem en de nutrientencyclus, moeten we terug naar boereninstituties?
Die hebben in Nederland recent laten zien niet in staat te zijn tot goed functioneren, zoals bijv. de melkvee- en varkenscrises laten zien.
10 duizenden euro's per bedrijf aan extra regels en belastingen verstoort in ieder geval de vrije markt voor de Nederlandse agrariër. Onze concurentie positie is de laatste 15 jaar systematisch gesloopt door onze overheid die zich onder druk heeeft laten zetten door alle tegenstanders van de agrarische sector die dit zelf trouwens gelaten over zich heen heeft laten komen. De crisis in de veehouderij is echt niet iets van de laatste paar jaar. Die is in 2001 tijdens de mkz crisis al begonnen.
Vrije markt werkt prima. Maar dan wel met dezelfde spelregels.
Edwin, ik zou het kunnen zeggen in de vorm van een vraag, maar doe het in de vorm van een stelling. Die extra kosten zijn het gevolg van milieu-eisen waar de Nederlandse boer niet aan voldoet omdat hij zich richt op kostprijsverlaging. Dat leidt tot een paradox: lagere kosten, maar ook de noodzaak tot direct daarop volgende toegevoegde kosten (zie het Advies van de Cie Nijpels over de NL veehouderij dat juist dat denken ook nog eens logisch vindt en niet doorheeft dat je daar vragen bij zou moeten stellen).
Vraag is dan ook: waarom zijn de boereninstituties en de NGO-instituties niet in staat zich te verhouden over deze dodelijke logica? Ze hebben immers hetzelfde belang vanuit de waarden die ze hanteren.
#Dick.
Ik las het artikel vanmorgen in de krant, en heb toch wel een beetje, niet pretentieus bedoeld.., afwijkende visie.
- "Als de markt dominant wordt, ontstaat een race to the bottom”
Dat klopt. Je kunt er op wachten. Niet zozeer door de markt zelf, als wel door het marktdenken, dat de markt aanjaagt. De ‘bottom’ is niet alleen de of een crisis, maar de globale destructieve gevolgen van het marktgerichte denken.Variërend van een te grote aanslag op schaarse metalen tot milieuverontreiniging in de meest brede zin.
Daarom is de energiepolitiek van dit moment economisch gezien fout. Die blijft gericht op aanjagen van een markt die gericht is op ongeremd stimuleren van consumeren. Sterker: de eco-politiek is niet zozeer gericht op het afremmen van milieueffecten, wat ze pretendeert…, maar op het faciliteren van ongeremde productie. Dat wordt een onheilspellende cocktail in combinatie met het forceren, want dat gebeurt nu, van een identieke consumptiedrang in ontwikkelingsgebieden, waar de bevolkingsgrootte die van de ontwikkelde gebieden overtreft.
- “Van Bavel noemt boeren- en andere leefgemeenschappen als mogelijke alternatieven”.
Alternatieve leefgemeenschappen met hippies die zelf hun knollentuin beheren, en kleinschalig boeren, en dat ook nog een als ‘global trend’, komt mij wat naïef over.
- “Volgens Van Bavel heeft zijn onderzoeksgroep aangetoond dat de kapitaalmarkt niet de aanjager van economische groei is, maar het gevolg ervan.”
Beetje vreemde formulering. Het gevolg van economische groei in een kapitaalmarkt, is groei van kapitaal. Wat door investeren in de kapitaalmarkt maar één doel heeft. Het aanjagen van verdere economische groei, om meer kapitaal in etc. etc. Van Bavel heeft gelijk, dat dat desastreus moet aflopen, ondanks dat het de schijn van een perpetuum mobile oproept.
- “Volgens Van Bavel zou een corrigerende belasting op het vermogen dat té ongelijk in handen van een te beperkt aantal rijke mensen is gekomen het tij moeten keren”
Van Bavel moet haast wel conservatief links stemmen. Pak de rijkdom en inkomensverschillen aan, en je bent op de goede weg. Het probleem van Zuckermann en Gates is niet de grote van hun kapitaal, maar de het hanteren van een macht over het brein en het handelen van het individu, zoals nooit eerder in de geschiedenis van de mens getoond. Ueber-fascistoïde.
Veel beter:
Koppel de kapitaalmarkt los van het adagium van ‘ongeremde groei’, en zet in op echte duurzame innovatie, die gericht is op ‘meer met minder’’. Dat wordt een gigantisch uitdaging, die voor een nieuwe industriële revolutie kan zorgen, en druk doet afnemen op het milieu. Het is frappant dat angst voor een continue technisch versnellend creëren, - we zijn amper 150 jaar bezig -, nog steeds te lijf gegaan wordt met achterhaalde archaïsche dogma’s.
p.s.
Gisteren als afgevaardigde van de Middelburgse sterrenwacht voor Staatsbosbeheer tijdens de nacht van de nacht een lezing over het heelal gehouden hier in de buurt. Beetje sneaky op angst gespeculeerd. Voor een aantal was het eye opener hoe in die enorme, indrukwekkende carrousel van de kosmos, de aarde met een snelheid van ca. 10.000 km per uur voort dendert, in het rad van de Melkweg dat zelf zich voortbeweegt met een snelheid van ca. 800.000km per uur.
Na afloop zei iemand tegen me, dat de Aarde eigenlijk toch wel verdomde klein is.
En dat klopt.
Die kwetsbaarheid vraagt om een rigide aanpak en herijking van ons economisch model. Niet door boeren- en alternatieve leefgemeenschappen; niet door een revolutionaire herverdeling van inkomen.
Maar door eerder genoemde doelgerichte technologische versnelling, die door haar vooruitgang het welzijn van de aarde (!) en haar bewoners veilig stelt, want mogelijk draagt het menselijk ras, met de genetische manipulatie die binnen handbereik komt, de potentie om nog heel lang mee te gaan.
Tot we op reis moeten, en waar ik mee afsloot.
Want ‘reality is only temporary’ zong Dorothy S. Moskowitz al in ‘68 in ‘Coming Down’
Hans, voor alle duidelijkheid: ik geef geen mening. Probeerde slechts op te schrijven waar het Van Bavel om gaat.
Wél wil ik het graag hebben over diens analyse en daaruit voortkomende politieke keuzen.