Over de Zijderoute kwamen niet alleen zijde en specerijen naar het westen, maar ook fruit en noten, schrijft EOS. Een internationaal team van archeologen heeft nabij de Oezbeekse stad Tashbulak, op 2.000 meter hoogte, pitten van perziken, meloenen en appels opgegraven en resten van pistache- en walnoten. De vruchten moeten afkomstig zijn uit lager gelegen gebieden: op de hoogte van de opgraving groeien geen bomen, laat staan fruitbomen. De zaden zijn naar schatting 1.000 jaar oud. Dat komt overeen met de hoogtijdagen van de Zijderoute, die langs Tashbulak in het Pamir-gebergte liep. Het fruit reisde vooral van oost naar west; het centraal-Aziatische heuvellandschap was bedekt met bossen waarin verschillende wilde varianten van onze moderne fruit- en notenbomen voorkwamen. Zo groeide de voorouder van onze appels lang geleden in het Chinese Tiensjan-gebergte.
De Zijderoute was de belangrijkste verbinding tussen het verre Oosten en Europa rond het jaar 1.000. Marco Polo reisde via deze route naar China. De archeobotanische vondsten bevestigen de reeds bekende kennis dat veel zaden en vervolgens teelten hetzelfde pad volgden.
Eos - Zijderoute bracht ook fruit tot bij ons
  • Deel
Druk af