El Niño is een 1-2 jaar durend weerpatroon waarbij langs de evenaar in de oostelijke Grote Oceaan een sterke opwarming van normaal koel zeewater plaatsvindt. Dat heeft een grote invloed op temperaturen, droogte en regenval over de hele wereld.

Een 1,5 graden Celsius warmere planeet
De laatste serieuze El Niño was in 2016. Dat jaar was ook meteen het heetste jaar sinds meteorologen in 1880 begonnen met het bijhouden van de oppervlaktetemperaturen van de aarde.

De terugkeer van El Niño zou de mensheid voor het eerst kunnen laten zien wat een 1,5 graden warmere planeet betekent.

Als El Niño komt, want dat is net als met het weerbericht niet 100% zeker. Onderzoekers in Duitsland en China houden het op een kans van 89% dat er dit jaar eentje komt.

Adam Scaife is hoofd langetermijnvoorspellingen bij het Britse Met Office (het weerkundige instituut van het Verenigd Koninkrijk). Volgens hem is de kans 50% dat de aarde in de komende 5 jaar de grens van 1,5 graden opwarming overschrijdt. “Het is heel waarschijnlijk dat de volgende El Niño ons over de die grens heen duwt”, zegt hij. Daarbij moet gezegd worden dat één heet jaar dankzij El Niño nog niet hetzelfde is als meerdere jaren op rij gemiddeld boven 1,5 graden opwarming zitten.

Barriérerif
El Niño heeft door de opwarming die hij met zich meebrengt directe invloed op ecosystemen. De volgende El Niño betekent naar alle waarschijnlijkheid slecht nieuws voor bijvoorbeeld het Groot Barrièrerif bij Australië. Tijdens El Niño-jaren is er een grotere kans op koraalverbleking van dat rif. De lagere temperaturen en wolken die samenhangen met jaren van La Niña hebben historisch gezien het rif juist de kans gegeven om zich te herstellen van stijgende oceaantemperaturen. Al bleken zelfs de laatste jaren van La Niña al heet genoeg om in koraalverbleking te resulteren.

El Niño versus La Niña
In de normale weerssituatie boven de Stille Oceaan, stuwen passaatwinden warm oppervlaktewater naar het Westen. Omdat door het warme water de verdamping van het zeewater toeneemt, regent het in onder andere Australië en Indonesië. Voor de kust van Zuid-Amerika komt koud water omhoog, met als gevolg een koeler en droger klimaat.

Tijdens El Niño verslappen de passaatwinden en verschuiven warm oppervlaktewater en regenwolken in de richting van Zuid-Amerika. Indonesië en Australië krijgen te maken met droogte, Zuid-Amerika met hevige regenval. La Niña ontstaat juist als de zaak de andere kant op doorschiet: dan wordt de warmte juist extra ver naar het westen (Australië en Indonesië) geperst en koelt de Stille oceaan ongewoon ver af.

Dit artikel afdrukken