Terwijl een deel van de mensen in Nederland voedselhulp nodig heeft om in hun dagelijkse behoefte te kunnen voorzien, werd in 2017 tussen de 1,7 en 2,5 miljoen ton voedsel weggegooid. Waar we voedselverspilling idealiter willen voorkomen, is overtollig voedsel een belangrijke bron voor organisaties die mensen bijstaan die voedselonzeker zijn. Zulk overtollig voedsel is nog altijd eetbaar. Hoewel het geen oplossing is voor het verbeteren van voedselzekerheid en voedselverlies en -verspilling niet kan verminderen, kan herverdeling van dergelijke overschotten voorkomen dat overtollig voedsel wordt weggegooid.

Door verstoringen in de voedselketen kreeg het doneren van overtollig voedsel een lagere prioriteit voor supermarkten en andere detailhandel
Vraag en aanbod voedsel verstoord door COVID-19
De uitbraak van COVID-19 zorgde voor ongekende ontwrichting van de voedselketen, waarin processen normaal gesproken zorgvuldig op elkaar zijn afgestemd. Consumenten gingen hamsteren. Door reisbeperkingen konden seizoenarbeiders niet aan de slag in de landbouw. En door de sluiting van horeca bleven boeren en groothandelaren met grote hoeveelheden verse producten en ingrediënten zitten.

We deden exploratief onderzoek naar het effect van de pandemie op de herverdeling van voedseloverschotten. De resultaten daarvan bevestigen dat er drastische schommelingen ontstonden in vraag en aanbod van voedsel. Door verstoringen in de voedselketen kreeg het doneren van overtollig voedsel een lagere prioriteit voor supermarkten en andere detailhandel. Dit had enorme gevolgen voor organisaties die afhankelijk zijn van dergelijke donaties om voedselhulp te verlenen aan de meest kwetsbare personen in de samenleving.

De gevolgen waren niet alleen voelbaar voor grotere organisaties die voedselhulp bieden. Vooral kleine goede doelen die op lokaal niveau opereren werden hard geraakt: er werd amper aandacht besteed aan het feit dat zij geen voedsel meer konden uitdelen aan kwetsbaren in de samenleving. Naast verminderde toevoer moesten lokale buurthuizen sluiten en was er plotseling ook geen plaats meer voor liefdadigheidsinstellingen om voedsel te verdelen. Grotere voedselhulporganisaties kregen daarentegen wel hulp van private partijen en de overheid, dankzij hun reputatie en PR-inspanningen.

De mismatch tussen vraag en aanbod wakkerde ook nieuwe initiatieven aan. Liefdadigheidsorganisaties gingen samenwerken met professionele koks
Nieuwe initiatieven
De mismatch tussen vraag en aanbod wakkerde ook nieuwe initiatieven aan. Liefdadigheidsorganisaties gingen samenwerken met professionele koks, werkten vanuit restaurants die tijdelijk moesten sluiten en werkten samen met plaatselijke initiatieven en onderzochten nieuwe manieren om de ontvangers van voedselhulp te bereiken. Hoewel veel initiatieven tijdelijk bleken, kunnen diverse ontwikkelingen gunstig zijn op de lange termijn. Zo zijn in de voedselbank in Venlo veel verse producten beschikbaar, die niet altijd werden meegenomen door klanten. Dankzij een samenwerking tussen praktijkschool Het Wildveld en de Voedselbank kunnen klanten nu nieuwe gerechten proeven en inspiratie opdoen om deze verse groenten in hun eigen keuken te gebruiken.
Ondertussen ontstonden tijdens de pandemie ook nieuwe vormen van competitie voor de bestemming van overschotten. Dankzij digitale platformen konden (en kunnen) digitaal handige consumenten plotseling overtollige producten voor een spotprijs aanschaffen. Daarmee nam de beschikbaarheid van producten voor liefdadigheidsinstellingen verder af.

Schiet overheid tekort?
De rol van voedselbanken in onze samenleving krijgt vooral aandacht tijdens crises. Dat in een hoog-inkomensland als Nederland voedselhulp via dergelijke organisaties nodig is, zien verschillende onderzoekers als een teken dat de overheid tekortschiet in haar plichten tegenover burgers. Anderen vinden dat voedselbanken en gerelateerde goede doelen een belangrijke aanvullende rol spelen op bestaande overheidsinitiatieven.

Ons onderzoek laat zien dat er een grote – en waarschijnlijk groeiende – behoefte is aan hulp om de voedselzekerheid van kwetsbaren te verbeteren. Dat gaat niet zonder gebruik te maken van voedseloverschotten. Daarom is het allereerst van belang dat beide kanten van het probleem beter worden erkend: er is een grote behoefte aan voedselhulp, en we hebben nog altijd grote voedseloverschotten. Vervolgens is het belangrijk dat we werken aan nieuwe manieren om vraag en aanbod beter op elkaar aan te sluiten. Daar is politieke wil voor nodig. In een volgend artikel gaan we nader in op wat er naar ons inzicht aan deze problematiek zou moeten gebeuren.

Dit artikel afdrukken