Personeel dat lager in de pikorde staat, zal onder druk eerder een sociaal gewenst antwoord geven wanneer een supervisor bijvoorbeeld vraagt naar de oorsprong van een product of ingrediënt. Dat moet veranderen, vindt Chauhan. Bedrijven moeten stoppen met denken over veiligheid en compliance (aan de regels voldoen) als bedrijfskosten, omdat het essentiële onderdelen zijn van een bedrijfscultuur. Bedrijven moeten hun verantwoordelijkheid nemen, vindt hij. Wat hem betreft is "vertrouwen de basis" en is "een cultuurverschuiving" nodig om fraude tegen te gaan.
Onlangs wees de wereldvoedselorganisatie FAO op toenemende risico's op het gebied van voedselveiligheid - echte gevaren voor de volksgezondheid dus - als gevolg van toenemende wereldhandel. Producten uit landen met lagere voedselveiligheidseisen en lagere respect- en vertrouwensstandaards stromen in toenemende mate de wereldmarkt op en kunnen het voedselvertrouwen wereldwijd ontwrichten. Volgens de FAO kan dat leiden tot grote sociaal-economische problemen omdat complete handelsstromen door consumenten en importeurs opeens kunnen worden uitgesloten van deelname aan het handelsverkeer. Dat kan grote gevolgen hebben voor producenten, hun werknemers en zelfs complete economieën. Volgens de FAO zijn die gevolgen veel groter dan ziekte- en sterfgevallen als gevolg van onveilig voedsel en kunnen we ons die nog maar moeilijk voorstellen.
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Beter ware het geweest te spreken van MEER fraude op de loer door kostendruk. Fraudes die het nieuws halen zijn nog maar de toppen van ijsbergen. Gelegaliseerde fraude ondergaan we dagelijks (zie Marcel hiervoor). Als het doel blijft om tegen zo laag mogelijke kosten zoveel mogelijk te verdienen zal je dit altijd houden.
In de middeleeuwen verdunden molenaars het meel met krijt en boeren
de melk met water. Dat is tegenwoordig niet meer toegestaan.
Jammer genoeg doen veel producenten het nog steeds, maar dan op
een legale en meer geraffineerde wijze. Ze voegen bijvoorbeeld toegestane
zetmeel (uit graan en aardappel), eiwitten (uit soja en tarwe)
zout en suikers aan vrijwel alle samengestelde voedingsmiddelen
toe om zo veel mogelijk water en vet te binden. Naast de traditionele
bindmiddelen als gelatine en zetmeel, zijn er ook krachtige synthetische
verdikkingsmiddelen met E-nummers. Van deze verdikkingsmiddelen
is vastgesteld dat ze ook echte dikmakers zijn. Behalve zo
veel mogelijk water en vet wordt ook veel suiker en zout toegevoegd.
Producenten bieden dan, zo lijkt het, veel waar voor weinig geld. Vaak
ook nog in een onnodig grote verpakking, die deels leeg is. In werkelijkheid
ben je veel duurder uit dan wanneer je een vers onbewerkt
product koopt. Verschillende samengestelde voedingsmiddelen uit
geraffineerde grondstoffen zorgen voor meer vetopslag en kunnen
veel vitaminen en mineralen aan je lichaam onttrekken.
De verwerking van vleesresten, zogenaamde pink slime, is toegestaan
in worst en vleeswaren. Producenten maken ook fake producten,
vooral van vlees- en visresten bijvoorbeeld ham en surimi. Met kleur-,
geur- en smaakstoffen wordt de suggestie gewekt van echte ham, krab
of coquille saint-jacques. In plaats van suiker worden kunstmatige
zoetstoffen (waarvan sommige in de Verenigde Staten verboden zijn,
maar niet in de EU) toegevoegd en de smaak wordt vaak versterkt
met gistextract, dat wordt aangeduid met E621. Deze smaakversterker
heet ook wel glutamaat, vetsin of MSG en is toegestaan. Het zit
in vrijwel alle kant-en-klare maaltijden, in soepen, snacks, zoutjes,
vleeswaren, bak- en braadolie en sausen. Het wekt de eetlust op,
maar zou schadelijk zijn voor de hersenen. Een aantal mensen is er
allergisch voor en klaagt over hoofdpijn, duizeligheid en hartkloppingen.
Veel mensen raken zo gewend aan smaakversterkers, dat ze
nauwelijks nog weten hoe iets echt smaakt. Afwennen lukt alleen heel
geleidelijk.
.
50 jaar bewerkt voedsel: een mislukt experiment
Dat concludeert Robert Lustig van de Universiteit van Californië.
De grote voedingsmiddelenfabrikanten verkopen sinds 50 jaar vooral bewerkt
voedsel.
Bewerkt voedsel (processed food) heeft 11 kenmerken. Het bevat te weinig
vezels, vitaminen en mineralen. Er zitten te veel omega 6-vetzuren en te weinig
omega 3-vetzuren in. En verder is er een hele rij ‘te veel’: zout, transvet, bepaalde
aminozuren, emulgatoren, nitraten, alcohol en fructose. Meer suiker (en
minder vezels) houdt Lustig verantwoordelijk voor de westerse epidemie van
obesitas, metaboolsyndroom, leverziekten en diabetes. De tweede uitkomst
staat dus vast: bewerkt voedsel schaadt de gezondheid. Lustig roept artsen
op om bewerkt voedsel te bestrijden en ‘echt voedsel’ aan te prijzen.
Uit “Eten zonder zorgen”
Eens met de titel.
In de eerste alinea mis ik het mengen of verdunnen van voedsel met goedkopere stoffen zonder vermelding. Zoals verdunnen of injecteren met water, inferieure olie aan duurdere olijfolie toevoegen, suiker door de honing, soja door de tomatenpuree. In veel gevallen gebeurt dit al bij de bron alvorens verwerkt of verpakt te worden, vaak alleen door metingen in het laboratorium achteraf vast te stellen. Het DGCCRF (Direction générale de la concurrence, de la consommation et de la répression des fraudes) van het ministerie van economie in Frankrijk heeft er zijn handen vol aan. Doet NVWA hier ook wat aan of kijken zij alleen naar mogelijke schade aan de volksgezondheid?