Wat rest is ‘anders’ boeren, zoals je eigen korte afzetketen organiseren of je concentreren op een nichemarktZie hier het succes van het Nederlandse en Europese beleid gericht op het verhogen van de landbouwproductiviteit. Echter, de vanzelfsprekendheid van deze keuze die zestig jaar geleden is gemaakt is voorbij. De weg van groot, groter, grootst (schaalvergroting) en meer met minder (efficiencywinst) loopt ten dele stuk op economische (boeren zonder levensvatbaar verdienmodel) en ecologische (druk van voedselproductie op biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen) grenzen. En deels versmalt zich deze weg omdat boeren tegen uiterst lage kosten voor een steeds beperktere groep is weggelegd. Wat rest is ‘anders’ boeren, zoals je eigen korte afzetketen organiseren of je concentreren op een nichemarkt.
Voedselbeleid
Praten over een duurzame, innovatieve en concurrerende landbouwsector vraagt om kritische zelfreflectie, tolerantie jegens dwarsdenkers en erkenning dat behaalde resultaten in het verleden geen garantie bieden voor de toekomst. Het vraagt om ruimte voor pluriformiteit en om (ontwikkelings)kansen voor ‘alternatieve’ productiesystemen. Staatssecretaris Martijn van Dam erkent dit in beleidsstukken. Het is te wensen dat hij dit punt ook krachtig naar voren brengt tijdens de top. Bijvoorbeeld door aan te geven dat het niet zo kan zijn dat autoriteiten als de Autoriteit Consument en Markt duurzame initiatieven belemmeren of dat landbouwsubsidies worden verstrekt die het verduurzamingsproces niet ondersteunen.
Praten over een duurzame, innovatieve en concurrerende landbouwsector vraagt om kritische zelfreflectie, tolerantie jegens dwarsdenkers en erkenning dat behaalde resultaten in het verleden geen garantie bieden voor de toekomstDe voedselconsumptie buiten het vanzelfsprekende bespreken, betekent dat het heilige huis van de keuzevrijheid ter discussie mag staan, dat voorstellen ter tafel mogen komen om de overmatige consumptie van zout, zoet en vet daadwerkelijk te keren of de consumptie van vlees en zuivel te matigen ten gunste van groente- en fruitconsumptie. Het gaat hier ook om het realiseren van een heuse omslag in de dominante normen en waarden van onze consumptiecultuur, waardoor de groene en gezonde keuzes echt de gemakkelijke worden. Een omslag die niet louter aan technologie – hoe belangrijk ook – is over te laten en evenmin automatisch door consumenten wordt gemaakt. Het vereist overheids- en bedrijfsbeleid dat de huidige kaders van zelfregulering overstijgt en zich durft te richten op radicale omvorming van de eet- en kooplustopwekkende omgeving. Marktwerking alleen biedt hier geen uitkomst.
Maatschappelijke doelen
Het naoorlogse maatschappelijk doel van voldoende voedsel voor iedereen behoeft bijstelling. De doelstellingen van nu en straks zijn breder. Ze gaan over het tegengaan van zowel overgewicht als ondervoeding, over eerlijke prijzen en het meenemen van verborgen kosten in de prijs van voedsel, over verdelingsvraagstukken rondom voedsel, over plattelandsgebieden waar landschapspijn wordt ervaren, over minder eten, over innovaties die verdergaan dan de optimalisatie van het bestaande, over nieuwe verdienmodellen, en over productie en consumptie binnen de ecologische grenzen van onze planeet en bijdragend aan de kwaliteit van leven van mens en dier.
Wie de vanzelfsprekendheid van voedsel voor lief neemt, wentelt zich in genoegzaamheid. De aan voedsel gerelateerde welvaartsziekten, klimaatbelastende productiepraktijken, bedrijfsvoeringen die interen op hun toekomstbestendigheid, of morrende maatschappelijke krachten leren dat er genoeg essentiële punten van zorg en discussie aanwezig zijn. Laten die niet worden doodgezwegen tijdens de Voedseltop van morgen.
Hans Dagevos en Petra Berkhout zijn verbonden aan Wageningen University & Research
Op 29 januari krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
#15 Geen idee of dat cijfer van 80% klopt. Wat ik wel weet is dat de diversiteit aan disciplines, meningen en ideeën groot is bij de WUR, gelukkig maar. Dat kun je echt niet over één kam scheren. Het gaat Wageningen UR niet enkel en alleen om meer. Er wordt ook nagedacht over en gewerkt aan anders produceren en consumeren. Veel ‘Wageningers’ beseffen dat er meerdere wegen bewandeld zullen moeten worden om de agrifoodsector oplossingen aan te laten dragen voor de problemen van nu en straks. Zoals er geen royal road to wisdom is, zo is er geen enkelvoudige weg naar een beter voedselsysteem. In ons opiniestuk hebben we juist ook een lans willen breken voor die pluriformiteit.
Petra #13, excuses voor het ietwat grove taalgebruik. Het is eigenlijk vooral triest dat, zoals je opmerkt, de open deuren nog relevant zijn. Je lijkt daarmee ook mijn eerdere stellingen te onderschrijven.
"Om allerlei redenen – we gaan ze niet herhalen – is het van belang om in Nederland (en elders!) anders en minder te gaan produceren en consumeren".
Petra, 80% van de WUR is juist bezig met meer produceren en consumeren. Of vergis ik me daarin? Of zijn jullie daar een enorme uitzondering op, al zie ik dat niet zo in jullie publicaties en projecten.
#13 Heel leuk... Zo'n voedseltop van mensen die praten over mij en collega's waar door klimaatverandering aardappelen verzuipen. Door consumentisme. Schade bij weinigen veroorzaakt door velen, allen. Dat terwijl landbouw naast bosbouw als enigen planten hebben die CO2 omzetten. Dat is de reden dat landbouw juist van groter belang moet worden en niet van ondergeschikt belang. Boeren hebben oplossingen. Op heel veel vlak. Meer dan praten alleen.
Volgens verschillende reacties op onze blog trappen we open deuren in, of lagen we de afgelopen jaren onder een steen …. Het zijn wellicht open deuren, maar ze zijn wel nog relevant. Wat we vooral willen aangeven is dat er heel veel vraagstukken zijn rondom landbouw en voedsel die al lang spelen, waar veel over wordt gepraat maar waar (te) weinig aan gebeurt. De kern bij veel van deze vraagstukken is dat de economische belangen van één sector prevaleren boven andere, bredere maatschappelijke belangen. Een paar voorbeelden: de fosfaatwetgeving in de melkveehouderij, een gemiste kans om de duurzaamheid van de melkproductie te vergroten; de focus op export van producten in plaats van kennis en kunde. Op korte termijn levert dat winst op voor de sector, op langere termijn snijdt de sector daarmee in zijn eigen vlees. Daar is niemand bij gebaat. Om allerlei redenen – we gaan ze niet herhalen – is het van belang om in Nederland (en elders!) anders en minder te gaan produceren en consumeren. Dat vergt lastige keuzes, maar nodig zijn ze.