Volgens Martijn Katan kun je iets wetenschap noemen als de onderzoeker genomineerd wordt voor een Nobelprijs. Dat gebeurt zelden. Hij denkt dat voedingsonderzoekers Nobelprijzen zouden kunnen winnen, maar dan moet er wel wat gebeuren. De voedingswetenschap moet ophouden zich te richten op voorlichting en beleid en nieuwe fundamentele inzichten willen creëren. Natuurlijk mogen die nieuwe inzichten later worden toegepast en zodanig vertaald worden in voorlichting dat iedereen er iets aan heeft. Maar het maken van beleid, moet niet het doel van wetenschap zijn, vindt Katan.

Weg van marketing en politiek
Verder vindt Katan dat de voedingswetenschap niet moet meewerken aan marketing van bedrijven. De voedingsmiddelenindustrie, zegt Katan, ‘maakt gebruik van de situatie’ om geld te verdienen. De zoektocht naar een verklaring voor obesitas zou een goed voorbeeld zijn. Grote porties lekker smakende en goedkope dikmakers zijn het evidente probleem. De voedingsmiddelenindustrie doet net of zulke ongezonde producten gezond zijn door er claims als ‘meer vitamine C’ en ‘rijk aan calcium’ op te zetten. Maar wie dikmakende producten vaak en in grote hoeveelheden eet, wordt domweg te dik. Daar hoeft geen onderzoek naar gedaan te worden. Dat is een gevolg van aanbod dat overal en altijd heel betaalbaar aantrekkelijk ligt te zijn en onzichtbaar 'koop me' schreeuwt.

Voor Katan is het dan ook duidelijk: obesitas is geen voedingswetenschappelijk probleem, maar een aanbodvraagstuk waar de politiek zich mee bezig moet houden.

Je moet kunnen meten
Hij toonde zich ook geen fan van voedingspatronen, terwijl die toch in de jongste adviezen van de Gezondheidsraad een plek hebben gevonden. Een Mediterraan dieet, om maar een voorbeeld te noemen, kun je niet terug brengen naar iets meetbaars omdat je nooit weet wat je meet; het bestaat immers uit vele ingrediënten die bestaan uit vele stofjes. Dat betekent dat studies naar voedingspatroon altijd iets essentieels kunnen missen. Nobelprijzen vallen daarmee niet te winnen.

Ook de klassieke epidemiologie biedt volgens Katan geen uitzicht op een Nobelprijs voor de voedingswetenschap. “Begin er niet aan, want je vindt toch niks”, zegt hij. Waar zitten de kansen dan wel? “Als voeding een serieuze wetenschap wil zijn, moeten we terug naar de mainstream biologie.” Mendeliaanse randomisatie zou nog altijd de weg zijn. Dat is een klassieke manier om oorzaken te kunnen schatten en zogenaamde confounders - bepalende, maar door onderzoekers niet waargenomen factoren - weg te filteren. Het is een benadering die door Katan in 1998 in de voedingswetenschap is geïntroduceerd. De epidemiologie en voedingspatronenstudies zitten vol met die confounders. Daarmee maakte hij destijds al korte metten.


Direct nut niet relevant
De les van Katan voor Nederlandse Academie van Voedingswetenschappers? Uw vak is geen toegepast vak dat een direct nut moet opleveren, maar een fundamentele wetenschap die niet maatschappelijk relevant hoeft te zijn, maar uit is op grootste ontdekkingen zoals Einstein's inzicht dat E=MC2. Maken dat er minder dikke en daardoor zieke mensen komen - hét probleem van onze tijd - is domweg politiek handwerk.

Katan merkte aan het begin van zijn lezing op dat hij zijn mening zou geven, geen feiten. Een aantal zorgprofessionals in de zaal maakte duidelijk het niet met hem eens te zijn. Zij zitten met een groeiend leger dikke en zieker wordende mensen en beleidsmakers die onderbouwde argumenten nodig hebben om daar iets tegen te doen.

De presentatie van Katan is hier te downloaden. Op twitter zijn commentaren te vinden onder #nav2018.

Dit artikel afdrukken