image

Hoewel heel de culinaire wereld nationaal en internationaal bezig is met de jeugd - Jamie Oliver, Pierre Wind - blijkt de voedingsmiddelenindustrie een blinde vlek te hebben voor diezelfde jeugd. Die wil er nl. niet mee werken.

De voedingsmiddelenindustrie moet met andere ogen naar zichzelf kijken en zich veel meer en veel positiever profileren. Scholieren moeten trots zijn dat zij werken in een sector die voorziet in een primaire levensbehoefte. Ook de grote uitval onder scholieren in het middelbaar onderwijs biedt kansen. Via leerfabrieken kunnen zij worden betrokken bij de productie van food; van administratie tot en met marketing. Voedingsmiddelenindustrie
Alleen het woord al. Studenten kunnen zich daar weinig bij voorstellen, zo bleek gistermiddag tijdens het symposium ‘Human Capital in de agrifood’ georganiseerd door Stichting Food Valley. Hetzelfde geldt overigens voor een aanduiding als ‘agrifood’. Belangrijke oorzaak is dat de industrie teveel in zichzelf gekeerd is en te weinig genegen is in de huid te kruipen van zijn (potentiële) werknemer.

Werkdruk
Eric Heres, directeur corporate communicatie bij Campina, gaf een aardig voorbeeld. Om niet ‘aan het werven te blijven’, kwam zijn afdeling in nauwe samenwerking met de afdeling HRM tot de conclusie dat de organisatie intern moest veranderen. Vele onderzoeken werden uitgevoerd om een goed beeld te krijgen van de externe én interne arbeidsmarkt. Daarbij bleek onder andere dat toekomstige en bestaande werknemers een goede privé-werk-balans willen en verwachten. Na de nodige discussies met het topmanagement kunnen high potentials inmiddels vier dagen per week werken, met behoud van hun carrièreperspectief. “Het interne tevredenheidsonderzoek was daarbij zeer zinvol om het topmanagement bewust te maken van de noodzaak tot verandering”, aldus Heres.

Imago
De industrie moet op een andere manier, veel positiever, naar zich leren kijken en zich navenant presenteren richting de maatschappij, inclusief scholieren. Andy Mosmans, directeur van de ARA Groep, gaf in zijn inleiding over ‘arbeidsmerketing’ diverse voorbeelden van hoe belangrijk het merk kan zijn voor het werven van werknemers. Heres gaf eerder al aan dat Campina haar wervingsacties liet aansluiten bij de introductie van nieuwe producten.
Morsman adviseerde om jongeren al zo vroeg mogelijk affiniteit te laten krijgen met het A-merk. Internet is daarvoor het middel bij uitstek. Henk Maas, initiatiefnemer van de Sapfabriek, zou later die middag voorspellen dat binnen tien jaar scouts de scholieren op de basisschool al zouden spotten. Daarmee aangevend hoe hoog de nood dan zal zijn voor menig foodbedrijf.

Leerfabrieken
In tegenstelling tot de grote concerns kunnen producenten van huismerken zich niet profileren via ‘hun’ merk. Zij zullen waarschijnlijk andere wegen moeten bewandelen. Een mogelijkheid bood Henk Maas met ‘zijn’ Sapfabriek in Ede. Scholieren bouwen hier zelf een fabriek en verzorgen niet alleen de productie, maar alle andere ‘rand’-zaken, van administratie tot marketing. Leerlingen van VMBO, MBO en HBO helpen daarbij elkaar. Behalve door docenten worden zij bijgestaan door werkmeesters, die eerder operator waren in de industrie. Maas ziet in dit concept een uitstekende gelegenheid om de grote uitstroom uit het voortgezet onderwijs (65.000 leerlinge stromen jaarlijks voor niveau 2 uit) te benutten.
Behalve de Sapfabriek, waar het drankje boast your body zal worden geproduceerd, is Maas bezig om leerfabrieken op te zetten in Helmond (gezonde snacks), Den Bosch (gebotteld water) en Utrecht (koekjes).



bron: VMT
Dit artikel afdrukken