Frans Kok, hoogleraar Voeding en Gezondheid van de Wageningen Universiteit stelt dat het gebruik van zout drastisch moet dalen. Hij was nauw betrokken bij het opstellen van de nieuwe richtlijnen Goede Voeding. Volgens de hoogleraar overlijden jaarlijks duizenden mensen aan hart- en herseninfarcten die hun oorzaak vinden in een te hoog gebruik van zout. De consumptie moet terug naar minder dan 6 gram per dag, bepleit de wetenschapper. Veel mensen gebruiken te veel zout in hun voeding. Ongeveer 80% van het zout krijgt men ongemerkt binnen via voedingsmiddelen als vleeswaren, brood en kaas. Het menselijk lichaam heeft per dag 1 tot 2 gram zout nodig, maar gemiddeld krijgen mensen zo'n 11 gram per dag binnen. De voedingsmiddelenindustrie is druk op zoek naar vervangers voor zout.
Probleem voor de industrie is dat zout een belangrijke smaakmaker in veel producten. Voor producten zoals snacks, diepvriespizza's en kant-en-klaarmaaltijden is zout erg bepalend voor de smaakbeleving. De meeste fabrikanten geven er daarom de voorkeur aan het zoutgebruik geleidelijk af te bouwen. Er wordt ook veel onderzoek gedaan naar het gebruik van een ander type zout en het toevoegen van meer kruiden.
bron: Spits
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Wouter, Dick. Minder zout is zeker niet altijd beter, maar ook niet slechter. Er zijn kuddes mensen die iedere dag zoutvlees met bonen in het zout kunnen eten zonder problemen. Bij een subgroep is zoutreductie echter wel heel belangrijk. Die moet je dus identificeren voordat je de hele bevolking op een zoutarm dieet zet.
Het is allemaal best redelijk onderzocht namelijk... Door wetenschappers...
Zie bv dit recente abstract:
J Am Coll Nutr. 2006 Jun;25(3
Franco V, Oparil S.
High dietary sodium has been adduced as a cause of hypertension and its target organ damage for millennia; yet careful observations using sophisticated techniques have revealed only a weak relationship between sodium intake/excretion and blood pressure in the general population. Further, studies of the effects of dietary sodium reduction on blood pressure have revealed minimal achieved reductions in blood pressure, no relationship between the magnitude of reduction in sodium intake/excretion and the blood pressure effect, and no evidence of an effect of sodium reduction on death or cardiovascular events. While blood pressure in the population as a whole is only modestly responsive to alterations in sodium intake, some individuals manifest large blood pressure changes in response to acute or chronic salt depletion or repletion, and are termed "salt sensitive". Salt sensitivity and resistance have a large variety of determinants, including genetic factors, race/ethnicity, age, body mass and diet (overall diet quality, macro- and micronutrient content), as well as associated disease states, e.g. hypertension, diabetes and renal dysfunction. Salt sensitivity can be modulated by improving the quality of the diet, e.g. the DASH diet reduced salt sensitivity by increasing the slope of the pressure-natriuresis curve. Mechanisms that appear to contribute to salt sensitivity include blunted activity of the renin-angiotensin-aldosterone system, deficiency in atrial natriuretic peptide expression, and blunted arterial baroreflex sensitivity. Salt sensitivity in both normotensive and hypertensive persons has been associated with increased cardiovascular disease events and reduced survival. Increased attention to strategies that reduce salt sensitivity, i.e. improvement in diet quality and weight loss, particularly in high risk persons, is urgently needed.
Interessante vraag. Moeilijk antwoord. Het zijn nl. gemiddelden die niet dood gaan, geen aanwijsbare mensen dus.
Zoals in het bekende mopje van statistici: eet de jager vanavond sla of konijn? Bij zoveel keer schieten, schiet een jager nl. zoveel keer raak. Maar schiet hij zoveel keer en scoort hij onder het gemiddelde, dan heeft'ie geen konijn en moet hij het doen met sla (die rent tenminste niet weg). Toch had hij een konijn moeten hebben, cq. had de minder zoute Oetker-eter niet dood moeten gaan.
Cijfers zijn abstracties - een virtuele werkelijkheid, maar toch een afspiegeling van want gemiddelde van diezelfde werkelijkheid. De vraag is alleen waar het nou precies aan ligt, want waarom scoort die vaak sla etende jager nou toch onder het gemiddelde?
Maw: er is een verband, maar is er ook sprake van significante causaliteit? Dat is ook hier de vraag (ook al is over zout het nodige bekend en ook al is bekend dat onze te hoge zoutintake komt uit de gaarkeukens van de grote merkenfabrikanten). Op enig moment schijnt er gedurende vele jaren een statistisch verband te zijn geweest tussen het aantal politiepetten en het aantal varkens in Nederland. Echt waar. Geen statisticus echter die durfde te beweren dat het oorzakelijk was ;-)
De onzuiverheid van de onderzoekscontext is hier in het geding. Als je zout mindert en niet vastlegt wat er allemaal nog meer gebeurt en verandert, dan heb je wel statistiek, maar kun je er geen oorzakelijke conclusies aan verbinden. Hooguit hypothesen, maar - toepasselijk in deze tijd - daarin kun je alle paaseieren terugvinden die je er zelf in verstopt had. Maw: je kunt er het punt mee maken dat je altijd al zo graag wilde maken. Die verdenking moeten onderzoekers uitsluiten willen ze gefundeerde uitspraken kunnen doen. Zo te horen wordt er nogal eens wat aan gerommeld.
Graag tegengas natuurlijk als dit niet waar is!
Duizenden mensen gaan dood.
Hoe komt dat toch?
Een paar jaar geleden tijdens een persbijeenkomst in Wageningen, werd de campagne voor 'beter' frituurvet in horeca en patatkraam gelanceerd.
Professor Kok was er bij. Heel stellig was hij in zijn bewering dat ander frituurvet langs de weg binnen zoveel jaar zoveel duizend doden zou schelen. Ik weet het cijfer niet meer, maar hij noemde een opvallend precies aantal patateters dat langer door kan gaan met een op zich toch weer niet aan te bevelen eetgewoonte.
Ik heb een paar keer bij dit soort gelegenheden waar stukken minder doden vielen in de toekomst, voorzichtig gevraagd wat er met de mensen gebeurt die volgens de prognose voortaan niet meer dood gaan aan fout vet of aan veel zout. Ook aan Kok. Echt bezopen vinden epidemiologen mijn vraag niet. Wel moeten ze er om lachen. Maar geen antwoord dat hout snijdt.
En niemand kan na zoveel jaar zoveel mensen aanwijzen die niet dood gingen omdat ze deden (aten) wat de geleerden zoveel jaar geleden hadden aanbevolen.
Ik wil het geloven, dat minder zout beter is, maar waar zijn de snoeiharde aanwijzingen?
En dan de vraag, als je elke dag een minder zoute pizza van Dr Oetker eet en je gaat toch dood, hoe komt dat dan?