Als het erom gaat de boodschap van de Nederlandse zwaarlijvigheid uit te dragen, gaat het Voedingscentrum ver, heel ver. We zagen al dat een college jeugdartsen werd weggezet als een clubje dilettanten toen ze waarschuwden voor ondergewicht bij Nederlandse kinderen, vermoedelijk als gevolg van een overmatige vetfobie bij de ouders. Nu blijkt dat het Voedingscentrum diezelfde gegevens ook al een jaar lang in huis heeft. Het rapport waarin ze liggen vervat—hetzelfde nota bene als dat waarmee de jeugdartsen om de oren werden geslagen—lijkt echter uitsluitend te worden gebruikt om de problematiek van overgewicht in de schijnwerpers te zetten. Over ondergewicht geen woord.

De hier afgebeelde tabel staat op pagina 18 van het RIVM-rapport 2005-2006, gepubliceerd in 2008. We zien inderdaad dat 11% van de kinderen overgewicht heeft en 2% zelfs zwaar overgewicht. We zien in dezelfde tabel echter ook dat 6% van de kinderen kampt met ondergewicht. In 1% van de gevallen is er zelfs sprake van ernstig ondergewicht. Met andere woorden: het probleem van ondergewicht situeert zich in de orde van grootte van 50% ten opzichte van het probleem van overgewicht. Van het Voedingscentrum krijgt het echter 0% van de aandacht. Sterker: het Voedingscentrum ontkent met zoveel woorden dat dit probleem bestaat.

Overgewicht is in Nederland beslist een probleem. Als we het Voedingscentrum (een door de overheid in het leven geroepen instantie) moeten geloven, is het echter het enige probleem: de voorlichting concentreert zich vrijwel uitsluitend hierop. Toevallig is dit ook het probleem waaraan de producenten van dieetmargarines en ander voedsel met gezondheidsclaims (vooral Unilever) het meest verdienen. En toevallig was de directrice van het Voedingscentrum voorheen net bij deze voedingsgigant werkzaam.

Het hoeft niets te betekenen en het hoeft niet eens per se op kwade wil te duiden (wie weet is het gewoon een gevalletje tunnelvisie), maar als je het opzichtige wegwuiven door het Voedingscentrum van een gezondheidsprobleem waar volgens de eigen rapportage één op de vijftien (!) Nederlandse kinderen mee te maken heeft afzet tegen deze achtergrond, dan moet je toch wel constateren dat enig onderzoek en wat energieker toezicht gewettigd is. Is het Voedingscentrum eigenlijk wel zo eerlijk over eten? Of is het verworden tot een lobbygroep op zich, een productschap halvarine dat zich ter meerdere glorie van de Goede Zaak opzettelijk bedient van halve waarheden?

De vraag is nu alleen nog welk Kamerlid het gezapige gezondheidsgedoe in Kamer, regering en VC gaat doorbreken.
Dit artikel afdrukken