Het deel van de Nederlandse bevolking dat zich bedient van het modernste communicatiemiddel, de slimme mobiele telefoon, laat zich door niks anders meer wijs maken. Dat denkt in elk geval de regering. Daarom ontwikkelt het Voedingscentrum in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de EtiketWijzer. Deze app moet het Vinkje vervangen en kan consumenten die een interactieve telefoon hebben die ze als steun en toeverlaat gebruiken, helpen met het maken van voedingskeuzes. Volgens ICT-ontwikkelaar QuadroVision is dit helemaal niet nodig. De app waar VWS naar op zoek is had de ontwikkelaar in 2016 al marktklaar: de FoodSciffer.

“Ons idee is 1-op-1 overgenomen door het Voedingscentrum”, zei Marcel van Schriek, oprichter van QuadroVision in VMT. “In 2016 presenteerde ik onze app aan het Voedingscentrum, maar toen hadden ze geen interesse.”

Er zijn inderdaad al andere apps, maar die zijn niet zo veelzijdig als de EtiketWijzer
Volgens het Voedingscentrum verschillen de apps wel degelijk van elkaar. Op de website van GS1 Nederland - een organisatie gericht op het ontwerp en de invoering van standaarden op het gebied van elektronische communicatie tussen bedrijven - zei Gerda Feunekes, directeur van het Voedingscentrum, hierover: “Er zijn inderdaad al andere apps, maar die zijn niet zo veelzijdig als de EtiketWijzer.”

Jasper de Vries, woordvoerder bij het Voedingscentrum legt ons uit: “De opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is het maken van een app waarmee consumenten producten kunnen vergelijken. Hierdoor worden ze geholpen met het maken van een gezondere keuzes. De FoodSciffer-app is daar niet op gericht. Daarnaast is het belangrijk dat het helpen in de gezonde keuzen gebeurt op basis van in Nederland geldende richtlijnen, dus richtlijnen van de Gezondheidsraad en die van de Schijf van Vijf. De FoodSciffer doet dat volgens ons niet.”

Op basis van de omschrijving van de app, concludeer ik dat onze app het gevraagde doet, zelfs nog meer
Waarom maakte Van Schriek zijn app? “Het idee voor de FoodSciffer ontstond door mijn nichtje die een aantal voedselallergieën heeft. Ik wilde voor haar inzichtelijk maken wat zij nog wel mocht en kon eten.” Van Schriek vindt dat zijn app voldoet aan de wensen van het ministerie: “Ik heb de EtiketWijzer nog niet gezien, maar wel de opdracht van VWS aan het Voedingscentrum. Op basis van de omschrijving van de app, concludeer ik dat onze app het gevraagde doet, zelfs nog meer. We gaan inderdaad niet zo ver dat we zeggen wat wel en wat niet gezond is. Gezondheid is namelijk niet voor iedereen hetzelfde. In onze app kan je juist je eigen voorkeuren en dieetwensen aangeven, zoals zonder geur- en kleurstoffen, glutenvrij of vegetarisch. Op basis daarvan kan je dus producten kiezen die passen binnen jouw voedingsprofiel. Vanzelfsprekend kunnen we de Schijf van Vijf als voedingsvoorkeur in de app opnemen, maar uit onze recente enquête bleek dat daaraan geen behoefte aan was."

Voedingscentrum had benodigde structuur
Als de app van Van Schriek voldoet aan de wensen van VWS, waarom bouwt dan het Voedingscentrum de app? De Vries zegt hierover: “Het Voedingscentrum werkt samen met het RIVM sinds 2008 aan een gezamenlijke databank, de Levensmiddelendatabank. Deze bevat gegevens van merkartikelen. Bij de introductie van de Schijf van Vijf in 2016 hebben we de Levensmiddelendatabank aangepast zodat alle producten op de juiste manier ingedeeld konden worden. De structuur was dus al aanwezig bij het Voedingscentrum om deze vraag van VWS te kunnen beantwoorden.”

Transparantie als uitdaging
Apps als de EtiketWijzer en de FoodSciffer hebben gestructureerde productdata van fabrikanten nodig om betrouwbaar te kunnen werken. Hier ligt een uitdaging volgens Van Schriek: “Data zijn op dit moment onvoldoende gestructureerd en uniform. Producenten gebruiken bijvoorbeeld niet altijd dezelfde term voor hetzelfde ingrediënt. Daarnaast heb ik begrepen dat producenten niet willen dat producten met elkaar vergeleken worden in bijvoorbeeld een app. Het ministerie zet hen onder druk om dit wel mogelijk te maken.”

We zien wel dat de hoeveelheid bedrijven die data willen delen toeneemt
Volgens Van Schriek zien nog veel fabrikanten transparantie als een bedreiging. “Ik denk dat hier juist een kans ligt. De consument vraagt erom en producenten kunnen zich ermee onderscheiden.” Nicole Kleuskens, directeur bij PS in Foodservice – ze borgen namens producenten productinfo van meer dan 200.000 producten en delen deze met onder andere het Voedingscentrum en Foodsciffer –, ziet dat hierin verandering komt: “Het is niet dat vergelijken van producten niet mag, producenten vinden het eng. We zien wel dat de hoeveelheid bedrijven die data willen delen toeneemt. Zij zien als toegevoegde waarde dat transparantie hun productverhaal onderbouwt, de prijs helpt te verklaren en aansluit bij de trend dat mensen willen weten wat er in hun voeding zit.”

Van Schriek zegt ons te denken dat het Voedingscentrum er met zijn ideeën vandoor gaat. Terwijl het Voedingscentrum vindt dat het de beste partij is om deze app te maken en dat hun app de meest veelzijdige is.

Oplossing? Zet twee apps op je telefoon, dan doe je nog beter boodschappen.
Dit artikel afdrukken