De Schutter deed zijn uitspraken bij de presentatie van het aan de Verenigde Naties aan te bieden rapport "Fisheries and the right to food". Hij wijst op de 'schimmige akkoorden die kleinschalige vissers schaden, ongerapporteerde vangst en het binnendringen van beschermde gebieden' als uitingsvormen van oceaanroof. Teneinde dit tegen te gaan en te voorkomen dat er onomkeerbare roofbouw op de visbestanden wordt gepleegd, pleit hij voor meer controle op de vergunningen van vissersboten en op hun vangst, 'om illegale en ongerapporteerde vangst te vermijden'.

Volgens het rapport wordt wereldwijd jaarlijks 143 miljoen metrische ton (MT) vis 'geproduceerd', 90 miljoen MT als visvangst en 53 miljoen MT als kweekvis. De kweekvis is ongelijk verdeeld over de wereld, 88 procent daarvan is geconcentreerd in Azië. Naar schatting wordt 10 tot 28 miljoen MT illegaal gevangen, en bedraagt de onbenutte bijvangst 7,3 miljoen MT - dat is bijna 10 procent van de wild gevangen vis. Vooral de grote industriële vissers doen niets met hun bijvangst.

Grote industriële vissersboten met veel technologie lijken een duurzame manier van vissen. Maar volgens De Schutter kunnen ze slechts uit omdat er sprake is van subsidies en de schade die ze lokaal toebrengen aan het milieu niet in rekening gebracht wordt. Kleine vissers vissen zuiniger en duurzamer en hebben doorgaans veel minder (oneconomische) bijvangst. Maar zelfs duurzame vissers kunnen weinig meer binnenhalen als hun visgronden al grootschalig onderhanden genomen zijn.

De Schutter pleit voor uitbreiding van viskwekerijen en voor het beschermen van kleine vissers door het instellen van beschermde zones. Alleen dan kunnen we genoeg vis produceren om de groeiende wereldbevolking te blijven voeden - de komende twintig jaar is daarvoor 27 miljoen MT extra vis nodig.

Fotocredits: Ferdinand Reus, bringing in the fish, Mauritania
Dit artikel afdrukken