Al sinds 2006 praten 170 lidstaten van de Verenigde Naties over een 'oceanenverdrag'. Dat is hard nodig om de oceanen en hun biodiversiteit te beschermen tegen overexploitatie en vervuiling. Komt er vandaag, na de vijfde onderhandelingsronde van de Intergovernmental Conference on Marine Biodiversity of Areas Beyond National Jurisdiction in New York, een akkoord? En waarom gaat dat zo tergend traag?
Het was Hugo de Groot die in 1609 het principe formuleerde van de Mare Liberum, de vrije zee, schrijft de Volkskrant. Daarmee legde hij een hoeksteen van het internationaal recht en droeg hij bij aan de opkomst van de moderne wereldeconomie. Maar de vrije zee die van iedereen is, is tegelijk ook van niemand, en "daarmee wetteloos en onbeschermd". De Mare Liberum, de 'global commons', liggen daarmee open "voor allerlei vormen van roofbouw, misbruik en vervuiling." Een 'tragedy of the commons', maar dan op zee.

95% van de biosfeer
Vier eeuwen later weten we daar alles van. Landen hebben de zeeën 'ingepikt' met territoriale wateren en exclusieve economische zones, er zijn kuststaten die een 'continentaal plat' verdeeld hebben, er zijn internationale organisaties die scheepvaart, visserij en het diepzeemijnbouw reguleren zonder dat er voldoende toezicht of handhaving is, de mensheid overbevist en vervuilt zonder dat er maat op staat en dan is er ook nog de klimaatcrisis. "Een ecologische ramp in wording," aldus de krant. De oceanen maken 95% van de biosfeer uit. Dat maakt ze het cruciaal voor het leven op aarde. Ze reguleren het klimaat en het weer, slaan een kwart van de CO2-uitstoot op en produceren elke tweede ademteug zuurstof die wij naar binnen zuigen. Daarnaast zijn ze biodivers reservoir dat grote delen van de wereld voedt en dat we grotendeels niet eens kennen.

En dus moet de internationale gemeenschap aan de bak. Er moet een een internationaal oceanenverdrag komen. Daar werkt sinds 2006 de Intergovernmental Conference on Marine Biodiversity of Areas Beyond National Jurisdiction (BBNJ) al aan. Deze week vindt in New York de vijfde onderhandelingsronde plaats. Mogelijk ligt er vrijdag 3 maart een akkoord dat een overkoepelend, juridisch bindend verdrag over de bescherming en het duurzaam gebruik van mariene ecosystemen op volle zee en de internationale zeebodem inluidt.

Implementatie UNCLOS
In tegenstelling tot het Klimaatakkoord van Parijs, dat in feite 'nieuwe' afspraken bevatte, wordt het oceanenverdrag een 'implementation agreement' van het uit 1982 daterende VN-zeerechtverdrag, de United Nations Convention on the Law of the Sea (UNCLOS), zegt Erik Jaap Molenaar, onderdirecteur van het Netherlands Institute for the Law of the Sea (NILOS) aan Universiteit Utrecht. "Er is al een uitgebreid internationaal systeem. De onderwerp- en sectorspecifieke regelingen zijn het belangrijkste, en dat blijft zo."

Maar er zijn nog wel een aantal lastige noten te kraken, zoals "het opsporen van mariene genetische hulpbronnen, het instellen van mariene beschermde gebieden, het opstellen van milieueffectrapportages en de transfer van technologie." Ook de oude-vertrouwde tegenstelling tussen arme en rijke landen speelt op. Volgens Molenaar hechten de ontwikkelde landen aan natuur en milieu (en dus verplichtingen) en de ontwikkelingslanden aan economische ontwikkeling (en dus rechten).

En uiteraard zijn er verschillende belangen en machtsblokken te onderkennen. De EU (die vandaag €816,5 miljoen beschikbaar stelde voor de bescherming van de oceanen) en de 51 landen van de High Ambition Coalition fo BBNJ willen een 'stevige deal'.

Grote visserijnaties verdedigen hun visbelangen. De bestaande organisaties zoals regionale visserijbeheersorganisaties willen hun huidige rol niet ondergraven zien. De Grootmachten VS, Rusland en China zijn niet geïnteresseerd in milieuverplichtingen. Ontwikkelingslanden willen 'bioprospecting' en diepzeemijnbouw buiten het verdrag houden om het aloude principe 'wie het eerst komt, die het eerst maalt' te handhaven. Grote landen willen niet beperkt worden door het internationaal recht. Zo zijn er nog wel wat beren op de weg.

Of het lukt tot een akkoord te komen hangt er dus van af. "Het verdrag moet bij consensus of anders een gekwalificeerde tweederdemeerderheid tot stand komen, en vervolgens door een minimumaantal landen worden geratificeerd voordat het in werking treedt," aldus de Volkskrant. Molenaar acht de kans wel groot. "Onder druk wordt alles vloeibaar, dat zie je bij klimaattoppen ook." Hoe dan ook, falen is geen optie. "De oceanen liggen in de frontlinie van de oorlog die de mens voert tegen de natuur," zei VN-topman António Guterres vorige maand. Hij smeekte de lidstaten na 17 jaar de onderhandelingen eindelijk af te ronden.