Eén van de acht redenen:

Waarom niet: Veehouderij is verantwoordelijk voor 18 procent van de globale broeikasgasuitstoot.
Waarom wel: Niet elke vleessoort heeft dezelfde milieu-impact. Daarenboven houdt de berekening van de broeikasgasuitstoot onvoldoende rekening met de voedingswaarde van een product.

Het vaak geciteerde FAO-rapport ‘Livestock’s long shadow’ berekende voor vlees zowel de directe als de indirecte emissies. De onderzoekers gaan hun werk overdoen omdat dezelfde strenge rekenmethode niet gebruikt werd voor de andere sectoren zoals transport. Op Vlaams (7,2%) en Europees (12,8%) niveau is het broeikasgasaandeel van veehouderij kleiner, voornamelijk omdat de uitstoot van andere sectoren zoals industrie, chemie en transport veel groter is. Het is belangrijk te weten dat de klimaatimpact afhankelijk is van de vleessoort. Volgens de Europese Commissie is de uitstoot van een kilo varkensvlees (7,5 kg CO2-eq) en kippenvlees(4,9 kg) significant lager dan van rundvlees (22,2 kg) omdat varkens en pluimvee voeder efficiënter verteren.
Vooraleer een wijziging in het voedingspatroon voor te stellen als oplossing voor de klimaatverandering, moet de voedingswaarde van dierlijke en vegetarische voedingsmiddelen volledig in rekening worden gebracht. Meestal wordt enkel het gehalte aan eiwitten en vetten vergeleken en wordt geen rekening gehouden met de kwaliteit van die eiwitten en met de aanwezigheid van vitaminen en mineralen. Volgens de universiteiten van Uppsala (Zweden) en Seattle (VS) is melk bijvoorbeeld zo rijk aan nutriënten dat het een betere verhouding heeft tussen voedingswaarde en broeikasgasuitstoot dan soja- en graandranken, fruitsappen, wijn, bier en mineraalwater.


Lees voor de overige redenen verder op vilt.be

Dit artikel afdrukken