Ik lees de discussies op Foodlog graag en als de tijd me gegund is, lever ik ook graag mijn bijdrage; soms met alle reacties van dien. Ik vond het dan ook jammer om er in Wageningen niet bij te kunnen zijn, maar ik heb het #vleesdebat online gevolgd. Naar aanleiding van wat er toen gezegd is en de ontwikkelingen die er bij NVV en LTO op volgden, bekruipt mij de gedachte dat we net als tijdens WO I nog steeds vastzitten in een loopgravenoorlog.

Generaals achter het front
Het debat zorgde voor winst, zei een flink aantal mensen. Als varkenshouder zie ik die winst niet. Net als tussen 1914 en 1918 liggen de frontlijnen al een aantal jaren vast en wee het gebeente van die soldaat die terug wil van het front. Hij wordt door zijn maten afgeschoten als deserteur.

De generaals bevinden zich aan beide zijden ver achter het front. De troepen worden naar eigen goed dunken ingezet; slachtoffers lijken geen enkele rol te spelen. De frontofficieren aan beide zijden zien voldoende van the big picture om zelf het vege lijf te kunnen redden. De frontsoldaat vecht zich dood, zonder zich nog te herinneren waarom die oorlog ooit begonnen is en zonder zicht op het einde ervan.

Boerenbobo’s
Ik vertaal het beeld. Het simpele bestaansrecht van de Intensieve Veehouderij is de inzet van de oorlog die we voeren. Met aan de ene kant de slachterijen en voerfabrikanten als de generaals, die weliswaar een kant kiezen, maar vanuit een veilige positie achter het front.

De bobo’s lijken niet te begrijpen dat ze na de oorlog verantwoording moeten afleggen over hun opstelling
Aan het front leiden de bobo’s van LTO en NVV de troepen. Als frontofficieren zien zij net voldoende van het grote plaatje om voor zichzelf en enkele anderen van de upper-class in onze sector, een veilige plaats te bedingen. Om de moraal van de troepen niet te bederven, vergeten ze de manschapen te vertellen dat velen niet van het front terug zullen keren en dus hun bedrijf zullen moeten beëindigen. De bobo’s lijken niet te begrijpen dat ze na de oorlog verantwoording moeten afleggen over hun opstelling.

De boer vecht aan het front en heeft inmiddels niets meer te verliezen. Hij heeft zijn hele hebben en houden ingezet in deze oorlog. Ontsnappen uit zijn rol als Kanonenfutter aan het front is zowel persoonlijk als naar het boerencollectief een vorm van deserteren. Slechts een enkeling weet door de linies heen veilig grondgebied te bereiken.
De boer is nauwelijks bewapend. Met zijn kennis bereikt hij geen groot effect omdat buitenstaanders zijn scherpschutterij niet begrijpen. Af en toe schieten boerenstandsorganisatie een losse flodder af. Het geeft een knal; de tegenstander schrikt even maar uiteindelijk verandert er niets.

NGO’s en politici
De grote NGO’s, het andere leger, werken niet anders. Als generaals motiveren en manipuleren ze het publiek met hun propaganda. Zoals het een echte narcist betaamt, zijn ze na al die tijd in hun eigen definitie van duurzaamheid gaan geloven. Boeren vergaten immers te vertellen hoe het zat zodat hun nieuwe waarheid door een groot gedeelte van de bevolking inmiddels wordt geslikt als zoete koek. Sterker nog, zo werd het publiek ongemerkt ingelijfd bij het leger van de tegenstander.

De frontofficieren aan de kant van de NGO’s zijn van ander kaliber dan die aan de kant van de boeren. Onder het mom van de publieke stemming in Nederland heeft menig politicus zich in laten lijven als officier in het leger van de NGO’s. Wie herkozen wil worden, roept immers wat het publiek wil horen.

Wapens heeft onze tegenstander ruim voorhanden. Wet- en regelgeving worden zonder terughoudendheid ingezet. Propaganda fungeert prima om die via het publiek aan het front af te dwingen.

Na eerst het zaad voor de oorlog te hebben helpen planten door boeren steeds meer te laten produceren, trekken de banken nu in rap tempo hun handen af van de soldaten in het front
Grootwinkelbedrijf en banken
Het grootwinkelbedrijf staat aan de zijlijn. Het is gebaat bij een langdurige oorlog want dat schept de beste omstandigheden voor overproductie en lage inkoopprijzen. Graag wassen de winkeliers hun handen in onschuld en roepen ze om het hardst dat zij geen partij zijn in het conflict. Maar zoals de spreekwoordelijke derde hond, lopen zij wel met de meeste benen heen.

De rol van de banken komt zeker niet op de laatste plaats. Zij lijken te gaan voor de partij van de winnaars. Na eerst het zaad voor de oorlog te hebben helpen planten door boeren steeds meer te laten produceren, trekken zij nu in rap tempo hun handen af van de soldaten in het front. Natuurlijk zullen ze nog wel enkele notabelen aan boerenzijde de hand boven het hoofd houden. Voor het overgrote deel verlenen zij echter lipservice aan de propagandamachine van de tegenstander.

We dreigen weg te gooien wat goed is en verder verbeterd moet worden: betaalbaar en duurzaam vlees. Daar hebben we door overproductie een wegwerpartikel van gemaakt
Alleen verliezers
Aan zowel de zijde van het publiek als die van de boeren zullen de nodige slachtoffers te betreuren zijn. Boeren zullen failleren. Burgers zullen heel veel meer voor hun vlees moeten gaan betalen. Verblind door valse voorlichting weten zij niet dat de nationale agro-sector tot ’s werelds top behoort als het gaat om efficiënt omspringen met de schaarse middelen die moeder aarde ons ter beschikking stelt. We dreigen weg te gooien wat goed is en verder verbeterd moet worden: betaalbaar en duurzaam vlees. Daar hebben we door overproductie een wegwerpartikel van gemaakt, terwijl het grote waarde heeft. Daar moet het gesprek over gaan.

Kerst 1914
Te goedkoop en te gemakkelijk - die woorden komen bij mij op als ik terugkijk naar de praatsessie van het grote #vleesdebat. Van een echte confrontatie tussen de werkelijke frontsoldaten en wat zij voor elkaar kunnen betekenen, was geen sprake. Er is inmiddels sprake van een vervolg. Ik hoop op een debat tussen ‘gewone’ consumenten die met hun winkelkarretje van nu de keuzes van straks maken, het ‘gewone’ kritische publiek dat ook op Foodlog zijn stem laat horen en de ‘gewone’ boer die elke dag als primaire producent gevangen zit tussen regels, financiële verplichtingen en mensen die veel willen maar zich te weinig realiseren dat zij de werkelijke keuzes in handen hebben.

Hopelijk zijn we in dat volgende echte debat met z’n allen dit keer wel bereid om te leren hoe we ervoor staan en welke keuzen we nu samen kunnen maken!
Wat er toe doet is of de frontsoldaten bereid zijn toenadering tot elkaar te zoeken. Persoonlijk hoop ik op een Kerst staakt-het-vuren zoals in 1914. Dat maakte geen einde aan de oorlog, maar had met wat meer initiatief vanuit de frontofficieren aan beide zijden zeker wel meer kunnen worden.

Fotocredits: Christmas Truce, Wikimedia
Dit artikel afdrukken