Eén: vitale voedingsbodem
De meeste boeren en tuinders willen hun bedrijf overdragen aan de volgende generatie met voldoende vermogen, een net rendement en met - voor de bodemgebonden ondernemingen - een gezonde bodem. Dat is een behoorlijke uitdaging. Het rendement van veel boerenbedrijven staat onder druk en de kwaliteit van de bodem lijkt achteruit te hollen. 1 2 Dat moeten we serieus onderzoeken: we kunnen immers alleen voldoende gezond voedsel produceren wanneer onze landbouwgronden gezond zijn. Het roer moet om en het roer kan ook om, zo bewijst bijvoorbeeld Arnold van Woerkom van Bodemisch Food. Hij is volledig gefocust op de kwaliteit van de bodem waarbij hij een eenvoudig principe hanteert: “Wij geloven dat je terugkrijgt wat je geeft.” 3 Zijn inspanningen resulteren in een aantoonbaar vitalere bodem. En daar krijg je wat voor terug: aardappels die - aantoonbaar - meer nutriënten bevatten.

Het verhaal van Arnold bracht me op de volgende gedachte: boeren en tuinders moeten nu voldoen aan een woud van regels om hun ‘license to produce’ te behouden. Wat zou er gebeuren als zij een ‘deal to deliver’ gaan maken met de overheid. De ondernemer die zo’n deal sluit, zegt: “Ik draag actief en aantoonbaar bij aan de kwaliteit van bodem, water en lucht.” Burgers worden gegarandeerd blij van boeren en tuinders die daarvoor gaan.

Ik ben ervan overtuigd dat consumenten voor Superbrocolli, Vitabonen en Powerberries graag wat meer betalen. We hebben immers een stevige salespitch: met deze producten heb je geen voedingssupplementen meer nodig
Maar laten we beginnen bij het begin, bij de eerste slag die boeren en tuinders kunnen maken: revitaliseren van de bodem. Als de bodem gezond is, kunnen we de volgende slag maken.

Twee: vitaal voedsel
Mijn vader - inmiddels 85 - stelde zijn arts de vraag: “Wat moet ik doen om gezond te blijven?” Na een uitgebreid onderzoek was één van de aanbevelingen: “U heeft een tekort aan foliumzuur en calcium en die moet u aanvullen.” In het westen vinden we het normaal om voedingssupplementen te gebruiken. Maar is het dat wel? Waarom zijn voedingssupplementen nodig?

Het antwoord op die vraag wordt onder meer gegeven door Ate Ludwig. In zijn TED Talk, De stille noodkreet van onze gronden, geeft hij enkele voorbeelden: een appel uit 1914 bevat twee keer meer calcium, zes keer meer magnesium, zes keer meer fosfor en 23 keer meer ijzer dan een appel uit 2014. Het foliumzuurgehalte in broccoli is met 62% afgenomen in de periode van 1985 tot 2002. In diezelfde periode is het calciumgehalte in groente zoals broccoli, aardappels en bonen afgenomen met meer dan 50%. 4

Ik moet denken aan de diervoederindustrie. Daar wordt intensief nagedacht over de voedingswaarde van het hondenvoer en de paardenbrokken. Kennelijk vinden we dat geen thema bij humane voeding. Veel ondernemers in de land- en tuinbouw kiezen al jaren voor de meer-voor-minderstrategie: meer produceren tegen steeds lagere prijzen. En naar nu blijkt: ook met minder voedingsstoffen. Ik zie kansen voor boeren en tuinders die gaan voor meer voedingsstoffen: “Superbrocolli’ met ‘ouderwets veel calcium, foliumzuur en magnesium’ of ‘Vitabonen’ met ‘ouderwets veel mineralen en vitamine B6’. Wie dergelijke producten voldoende eet, heeft beslist minder voedingssupplementen nodig. Zo kunnen boeren en tuinders ons blij maken met ‘ouderwets gezonde producten’.

De tweede slag voor de land- en tuinbouw is dus: bijdragen aan een vitaal leven door producten voort te brengen die rijk zijn aan voedingsstoffen.

Drie: vitale verdienmodellen
Boeren en tuinders die verse producten voortbrengen met aantoonbaar meer voedingsstoffen, kunnen ontsnappen aan de race to the bottom. Het zijn immers onderscheidende producten, waar ze beslist meer voor kunnen vragen.

Laten we een voorbeeld nemen aan Dreft: “Dreft afwasmiddel is zo geconcentreerd, dat het twee keer langer meegaat dan een normaal afwasmiddel”, zo luidt de slogan. Dreft is dan ook duurder dan een ‘gewoon product’. Ik ben ervan overtuigd dat consumenten voor Superbrocolli, Vitabonen en Powerberries (aardbeien met ouderwets veel vitamine C) graag wat meer betalen. We hebben immers een stevige salespitch: met deze producten heb je geen voedingssuplementen meer nodig.

De derde en laatste slag: de passie waarmee boeren en tuinders ouderwets gezonde producten voortbrengen vertalen in klinkende munt - niet in de laatste plaats voor henzelf. Meerwaarde maken en die vervolgens evenwichtig verdelen. Dat kan prima als we het spel ‘om de knikkers’ verstandig gaan spelen.

Vitaal verder
Wat zou er gebeuren als we vitaliteit kiezen als speerpunt voor de ontwikkeling van de Nederlandse agri- en foodsector? Dan zouden we massief investeren in het ontwikkelen én verspreiden van kennis en kunde om landbouwgronden - wereldwijd - te vitaliseren of revitaliseren. Dan zouden we slimme oplossingen gaan bedenken voor het verrijken van onze verse producten. Dan zouden we gaan nadenken over duurzame verdienmodellen voor boeren en tuinders in Nederland - en daarbuiten. Als ons dat lukt - en waarom zou ons dat niet lukken? - dan krijgen boeren en tuinders weer de rol in onze maatschappij die ze verdienen. Dan zijn burgers blij met boeren en tuinders, niet alleen omdat ze zorgen voor veilig en voedingsrijk voedsel, maar ook omdat ze wezenlijk bijdragen aan de kwaliteit van onze leefomgeving (Deal to Deliver). En boeren zijn blij met ons, kritische consumenten, omdat wij ervoor zorgen dat ze een faire beloning voor hun inspanningen ontvangen.

Daar kun je toch niet tegen zijn?


1 Bos, A. (sd), 5 vragen over de bodem onder het groen.
2 Brummelman, W. (2016, juni 10), De aarde raakt steeds verder uitgeput
3 Het concept van Bodemisch Food uit Flevoland. (2017, september 7).
4 Ludwig, A. (2016, juli 14), De stille noodkreet van onze gronden. TEDxVeghel.
Dit artikel afdrukken